1
■HHHHHUHHBHBIHHBHnHHHHIhhhmhhhhhhh
15
Wethouder KÏEPE merkt op, dat de verbetering van den Parallel
weg misschien een mooi object voor de werkverschaffing is in den
komenden winter.
De heer JALDER wijst er op, dat de weg eigendom is van de lied.
Spoorwegen, maar dat de gemeente het onderhoud heeft» Nu kan men
den toestand van 20 jaar geleden niet vergelijken met dien van nu.
Sr zijn daar de laatste jaren steeds meer menschen komen wonen
en die hebben toch evengoed recht op een goeden weg als ieder
ander. Wanneer men in het Halstersch Laag een weg laat aanleggen,
waar toch heel wat minder menschen wonen, dan is het toch geen
overbodige luxe om ook dezen weg behoorlijk te verharden. Wat
het omleiden van het verkeer betreft, gelooft spreker niet, dat dit
zoo^erg zal zijn. Men ziet dat op zooveel plaatsen tegenwoordig.
Spreker vraagt, of de gemeente dien weg niet kan overnemen
Er is toch ook nog een onteigeningswet ten behoeve van het
algemeen belang.
De VOORZITTER gelooft niet, dat men daar hier iets mee bereiken
zal, temeer waar de Spoorwegen het Rijk achter zich hebben.
Deheer WALDER is daar toch niet zoo zeker van en meent, dat
het^Rijk de zaak in dit geval wel van een zuiver standpunt zou
bekijken. Intusschen is het misschien mogelijk om den weg op te
knappen met het oud materiaal, dat de gemeente heeft. Wanneer men
daarmede een goede verharding tot stand kon brengen, waren de
menschen al iets geholpen.
Wethouder JUTEN merkt op, dat aan Mevrouw Breedvelt reeds is
toegezegd,dat zoodra er geen gevaar meer bestaat voor inzinkingen
in dien weg tengevolge van de aangelegde rioleering, die weg zoo
doelmatig ir-gelijk zal worden opgeknapt.
Mevrouw BREEDVELT zegt dan nog een punt van bespreking te
hebben. Zij heeft vanmorgen een brief ontvangen met verzoek om
een paar vragen te willen stellen in den Raad. Daar het hier een
urgente kwestie betreft en het voor een volgende vergadering
wellicht te laat zou zijn, zou zij den Voorzitter willen verzoeken
haar in de gelegenheid te stellen voor het doen van die vragen.
De VOORZITTER vraagt, over welk onderwerp het gaat.
Mevrouw BREEDVELT zegt, dat het betreft het drukken van de
oproepingskaarten voor de verkiezing der Provinciale Staten.
De VOORZITTER zegt er persoonlijk geen bezwaar tegen te hebben
en vraagt,of de Raad er zich mee kan vereenigen, dat hierover
aan Mevrouw Breedvelt alsnog het woord wordt verleend.
Sonder hoofdelijke stemming wordt dit goedgevonden.
Mevrouw BREEDVELT zegt, dat zij deze kwestie nog in deze ver
gadering wilde stellen om te voorkomen, dat bij de gemeenteraads
verkiezingen op eenzelfde manier zou worden gehandeld. Zij doet
danvoorlezing van een schrijven, waarin gezegd wordt, dat voor
eenige weken de drukkers van Bergen op Zoom verzocht werden
prijsopgave te verstrekken voor het leveren van drukwerk en wel
de oproepingskaarten voor de a.s. Provinciale Statenverkiezingen.
Men vroeg ook prijs aan bij een drukker buiten de stad en ofschoon
bet prijsverschil tusschen de drukkers in de stad en dien van
buiten slechts f.26,bedroeg, werd toch het werk opgedragen
den drukker buiten de stad. Hierdoor voelen de drukkers
ln stad zich gekrenkt en wanneer de toedracht werkelijk is
zooc^s in dat schrijven wordt aangegeven, zou spreekster een der
gelijke handelwijze toch betreuren. Spreekster zou hieromtrent
aus^gaarne inlichtingen van 3 W hebben, daar het toch wel
wenschelijk is, vooral in een tijd, waarin ook onder de typografen
een groote werkloosheid heerscht, dat dergelijk werk in de
gemeente bleef.
v/ethoucier KIEPE zegt, dat het verschil bijna f.200,-- bedroeg.
De VOORZITTER zegt de cijfers voor die inschrijving even te
zullen mededeelen, Er werd n.l. ingeschreven voor f.483.--,
.480, 1.470.f.417.-- en f.287. Men zal het toch met
spreker eens zijn, dat een dergelijk verschil te groot is en het
hier in het belang van de gemeente was om dit drukwerk te doen
leveren door iemand buiten de stad.
De heer BECHT zegt pok een schrijven gehad te hebben in den
RQGst als Mevrouw Breedvelt heeft. Hem is ook ter oore gekomen,
ij mand aan Wet houder Kiepe inlichtingen had gevraagd over de
^vering van dit drukwerk en Wethouder Kiepe zou dien persoon
hebben geantwoord, dat het werk aan een drukker buiten de stad ge-
gund was, omdat die f,26,-- lager was.