13
De heer WALDER zegt, dat het hem genoegen doet, dat door den
Voorzitter en den heer Becht deze kwestie thans is opgehelderd,
want spreker had van verschillende zijden gehoord, dat er een
toezegging was gedaan van een subsidie van f.1000,--. Hij acht
het daarom goed, dat dit hier in het openbaar is tegengesproken,
en hij heeft eh dan ook niets op tegen om zijne' woorden hierom
trent in te trekken!
De VOORZITTER zegt, dat het hem genoegen doet, dat de heer
Walder zijn woorden intrekt.
De heer DIKLAND vraagt aantekening, dat hij tegen het voor
stel van Burgemeester en Wethouders is.
Zonder hoofdelijke stemming, doch met aanteekening, dat de
heer Dikland er tegen is, wordt hierna het voorstel van Burge
meester en Wethouders aangenomen.
De VOORZITTER verleent dan het woord aan Mevrouw Breedvelt
tot het houden van hare interpellatie over den toestand van den
Parallelweg.
Mevrouw BREEDVELT zegt, dat, zooals den Voorzitter bekend zal
zijn, zij reeds eenige schriftelijke vragen over den toestand van
den Parallelweg gesteld heeft, zulks naar aanleiding van ver
schillende klachten, die zij van bewoners vandien weg kreeg. Zij
is zich toen zelf eens van den toestand van dien weg gaan over
tuigen, en daarbij bleek inderdaad, dat die weg in een^onhoud-
baren toestand verkeert. Er zijn in dien weg groote kuilen en
gaten, zoodat het ondoenlijk is om er met een wagen door te komen
en men kan nog niet op een fatsoenlijke manier van den eenen kant
van den weg naar den anderen oversteken. Het is haar zelfs ter
oore gekomen, dat daar zonder dat men er iets aan doen kan en
geheel noodgedwongen dierenmishandeling plaats heeft, doordat
de paarden er met hunne vrachten niet door kunnen komen en de
dieren met slagen tot de grootste krachtsinspanning moeten
worden aangezet. Naar spreeksters meening ligt het t©ch op den
weg van het Dag.Bestuur om aan dien onhoudbaren toestand een
einde te maken. De menschen, die daar wonen, zijn toch evengoed
belastingbetalers als ieder ander, en de huiseigenaren hebben
evenveel recht als anderen op een behoorlijken weg. Om aan dien
toestand een einde te maken, zou spreekster dan ook de volgende
motie willen indienen:
De Raad der gemeente Bergen op Zoom in openbare vergadering
bijeen;
Gehoord de vele klachten,die geuit zijn over den treurigen
toestand van den Parallelweg;
Dringt er bij Burgemeester en Wethouders op aan om dezen weg
zoo spoedig mogelijk in een beteren toestand te brengen;
En gaat over tot de orde van den dag.
Wethouder JUTEN wijst er op, dat de Parallelweg loopt van den
Wouwschenweg tot aan de Stalenbrug, Die weg is echter eigendom
van de Nederlandsche Spoorwegen, zoodat de gemeente er niets over
te zeggen heeft. Toch wil spreker den Raad wel mededeelen, dat
de Parallelweg reeds dikwijls de volle aandacht van B W gehad
heeft. In het eerste gedeelte, dus vanaf den Wouwschenweg tot
wachtpost 13, werd door de gemeentereeds een trottoir aange
legd, terwijl dat deel voorts ook op andere wijze eenigszins
werd verbeterd, althans voor zoover een zandweg verbeterd kan
worden. Het tweede gedeelte, dus vanaf wachtpost 13 tot aan de
Stalenbrug komt thans in aanmerking voor den aanleg van een
tróttoir, waarmede ook vrij spoedig kan worden begonnen. De
materialen zijn er al voor, en wanneer de aannemer dus den tijd
heeft, zal hij aan dit werk beginnen. Aan dien trbttoiraanleg
heeft de gemeente bij wijze van werkverschaffing den aanleg van
rioleering laten voorafgaan. Het profiel van den weg en de taluds
daar ter plaatse maakten het echter noodig, dat men daarvoor soms
3 of 4 Meter in den grond moets graven wn als gevolg daarvan heeft
die grond zich daar nog niet heelemaal gezet. Daardoor ook zijn
in dien weg die kuilen en gaten gekomen. Ook bij B W zijn daar
over klachten ingekomen en wij hebben toen die kuilen laten vol
storten met puin. Men zal echter begrijpen, dat het nog wel
ssnige maanden kan duren, voor die grond daar weer voldoende vast
is geworden. Spreker meent hiermede de opmerking van Mevrouw
Breedvelt over die kuilen en gaten voldoende te hebben beantwoord.