12 ^oede zijn gekoinen. Spreker is het er mee eens, dat de gemeente gelden niet gebruikt moeten worden daar waar het particulier ini tiatief thuis hoort, maar het gaat hier om den financieelen toestan in betere banen te leiden» Er zal nu ook een commissie benoemd worden om het financieele gedeelte te behartigen en de vereeniging hoopt dan volgende jaren geen subsidie van de gemeente meer noodig te hebben. Ten slotte zou spreker er nog op willen wijzen, dat door iedere stad en ieder land steeds veel gedaan wordt ter bevordering van de verschillende takken van sport. En ook de paardencultuur is een sport. Het heeft spreker dan ook steeds verwonderd, dat er nooit voorstellen gekomen zijn om de vereenigingen, die de sport be oefenen, vrij te stellen van het betalen van vermakelijkheids belasting. Men geeft nu hier en daar een klein bedrag aan subsidie maar met de andere hand neemt men veel meer terug door middel van die belasting. Spreker zou daarom B in overweging willen geven, om alle sport vereenigingen vrij te stellen van vermakelijkheids belasting. De heer VERBIEST zegt accoord te kunnen gaan met het eerste gedeelte van het betoog van den heer Becht, niet echter voor wat het laatste gedeelte betreft. De gemeente heeft voor die belasting speciale controleurs in dienst en bovendien wordt dat geld al heel gemakkelijk betaald. Demenschen gaan immers naar zoo'n concours om hun hartstochten te voldoen. Ook naar sprekers meening is het een algemeen belang voor de gemeente, dat het voncours-hippique blijft bestaan. Als we het eenmaal kwijt zouden raken, dan is spreker er van overtuigd, dat we het nooit meer terug zullen krijgen. Daarom mag de gemeente er zich ook wel iets voor getrooste: De nerigdoenden hebben het toch al zwaar genoeg te verantwoorden en hebben alle moeite om het hoofd boven water te houden. Spreker zal dan ook voor het voorstel van B V/ stemmen. De heer ANTHEUNIS onderschrijft hetgeen door den heer Becht gezegd is over de toezegging welke door een lid van het Dag-. Bestuur zou zijn gedaan op de vergadering der concours-hippique vereeniging. Ook spreker was eerst van meening, dat de Burgemeester een bedrag had genoemd, maar ook hem is bij andere informatie ge bleken, dat dit niet zoo is. De VOORZITTER wil er op de eerste plaats zijn spijt over uit drukken, dat de menschen, die bij de instandhouding van het con- cours-hippque net meest belang hebben, zich voor het grootste deel afzijdig houden. Hij hoopt, dat het thans gedane voorstel voor hen een aansporing mag zijn om daadwerkelijk te toonen, dat zij hun eigen belang begrijpen. Wat de opmerking van den heer Walder be- tr-eft over de tegenwoordigheid van een lid van het Dag.Bestuur op die vergadering, zegt spreker, dat hij dat was. Spreker is blij, dat de heeren Becht en Antheunis deze kwestie reeds hebben toege licht. Ook hem was dat praatje ter oore gekomen en hij heeft zich toen direct de verslagen van die vergadering laten voorleggen, maar daarin was niets van een toezegging te vinden. Men heeft hem pel gevraagd, of hij een subsidie-aanvrage in het Dag.Bestuur wij.de verdedigen, maar over een bedrag werd niet gerept. Daarover *°P ook niet gesproken worden omdat spreker daaromtrent geen enkele tpezegging kon doen voordat die zaak in het College van B was behandeld. Hoe dit misverstand dan ook in de wereld ge komen is, weet spreker niet. Aanvankelijk werd niet eens over subsidie gesproken, omdat het de bedoeling van het bestuur met die vergadering was om de vereeniging te ontbinden. De heer BECHT is het niet eens met den Voorzitter, als zou het bestuur de bedoeling gehad hebben om met alle geweld de ver eeniging te ontbinden. De VOORZITTER zegt, dat hij tóch dien indruk kreeg. De heer BECHT meent, dat de Voorzitter thans ook bezig is om een verkeerden indruk te wekken. Het bestuur is met het voorstel tot ontbinding gekomen, omdat het niet wilde blijven sukkelen met financiën, daarom werd dat voorstel ter beslissing aan de al- gemeente vergadering voorgelegd. De bedoeling was dus alleen om financieelen toestand op een gezonder basis te brengen. Als dat bereikt is, zal men ook trachten de benoodigde gelden langs andere kanten bijeen te krijgen. Daartoe is het echter noodig, dat de vereeniging dit jaar nog geholpen wordt.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1931 | | pagina 102