- 5 -
De heer BECHT begrijpt niet, waar het Armbestuur het recht van
daan haalt om eigenmachtig de begrooting te overschrijden.
De heer WALDER merkt cp, dat het dit recht uit de wet haalt.Wat
de opmerking van den heer Scheffelaar betreft, wijst spreker er
nogmaals op, en de andere leden van het Armbestuur, die hier in
den Raad zitten, zullen dat kunnen onderschrijven, dat elke week
talrijke brieven naar particuliere en kerkelijke instellingen van
weldadigheid gaan, waarin er op gewezen wordt, dat hun bijdrage te
laag is. Dat is echter overal zoo. De toestand van tegenwoordig is
heel anders dan die van vroeger, toen het Burgerlijk Armbestuur
diende als aanvulling van de particuliere en kerkelijke instellin
gen. Thans is het juist andersom. De kerlijke instellingen geven
veel te weinig, maar zij kunnen ook al niet meer doen, omdat ze
het niet hebben. Zij kunnen dus maar tot zekere hoogte gaan. Wan
neer men ziet, dat in de groote steden BO^voor ondersteuning
wordt bijgedragen door de gemeente en slechts 20jo door de andere
instellingen en men weet, dat bij het Rijk die cijfers bedragen
75f0 en 25%, hetgeen bewezen wordt door de statistieken, dan kan
men toch wel nagaan, dat ook in deze gemeente de kerkelijke en
particuliere instellingen niet kunnen gevan wat ze willen.
De heer BECHT wil toch nog even terugkomen op hetgeen de heer
Walder gezegd heeft omtrent het overschrijden der begrooting. Als
het Burgerlijk Armbestuur de bevoegdheid daartoe uit de wet heeft,
dan begrijpt spreker niet, dat die begrooting door den Raad moet
worden goedgekeurd,
De VOORZITTER zegt, dat de Raad de begrooting kan goed of afkeu
ren.
De heer BECHT vraagt wat er gebeurt, als de Raad de begrooting
niet goedkeurt,
De VOORZITTER zegt, dat dan Ged.Staten er over zullen moeten
be slissen.
De heer WALDER merkt daarbij op, dat in zoo'n geval het Burg.
Armbestuur in het gelijk gesteld zal worden.
De heer BECHT gelooft dat zoo maar niet.
De heer WALDER zegt, dat het aan de hand van de wet toch zoo
gaan zal
De heer DIKLAND vraagt, wat er gebeurt, als het Burg.Armbestuur
meer opmaakt dan volgens de begrooting is toegestaan en de Raad
zich daarmede niet kan vereenigen. Wie moet dan dat meerder uitge
geven bedrag bijbetalen?
De VOORZITTER zegt, dat er dan een conflict komt tüsschen het
Armbestuur en den Raad, hetwelk door Ged. Staten zal moeten worden
uitgezocht. Waar trouwens bij de gemeenterekening ook de rekening
en verantwoording van het Burg. Armbestuur wordt overgelegd, kan de
Raad steeds zelf de gedane uitgaven beoordeelen.
De heer MUSTERS merkt op, dat bij het onderzoek der gemeentereke
ning over I929 geen rekening en verantwoording van het Burg. Arm
bestuur is overgelegd.
De heer WALDER zegt, dat die stukken toch zijn ingezonden.
De VOORZITTER zegt toe, dat, als die stukken er zijn, ze als
nog zullen worden overgelegd.
kEd.van der Ouderaa te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 10 Octo
ber 1950»
Dankbetuiging voor de toekenning van de studiebeurs uit het le
gaat van Me jJa. La. va n de Putte ten behoeve van zijn zoon.
Zonder hoofdelijke stemming worden hierna de stukken a - k
voor kennisgeving aangenomen.
IllE.M.F.Kools te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 27 September
T9TÖT
Verzoek om eervol ontslag als tijdelijk leeraar aan de gemeente
nijverheidsavondschool, alhier.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, besloten
aan adressant te berichten overeenkomstig den ter inzage gelegden
concept-brief No.64-/230 B. 71-^Oj afd.II.