- 10 -
houden met de hoofden van takken vgn dienst om de steunregeling
te bespreken. Spreker zegt, dat niemand in den steek zal worden
gelaten en geholpen zal worden waar het noodig is. Wanneer men
overhaast een beslissing zou nemen, zou men Cc.ai mis
schien over een paar dagen al spijt van kunnen hebben en dat is
toch niet de bedoeling.
Wethouder KIEPE merkt op, dat wanneer tot Januari zou kunnen
worden gewacht, B W omtrent de steupverleening nog tot den
Minister konden wenden, waardoor misschien kans zou bestaan ook
daarin een bijdrage van het Rijk te krijgen.
De heer WALDER zegt verwonderd te zijn, dat Wethouder Kiepe
nog niet overtuigd is van de noodzakelijkheid van de invoering
eener steunregeling. Als de wethouder gisteren avond op die ver
gadering was geweest, zou hij hier wel een anderen toon hebben
laten hooren. Trouwens als men hier en daar eens informeert,zal
men ook wel tot een andere slotsom komen en zien, dat de steun-
verleening hard noodig is. Spreker weet, dat het water den men-
schen bijna tot aan den mond staat en bijna dagelijks ziet hij
hoe treurig het gesteld is. Spreker stelt dan ook voor de oude.
steunregeling, welke nog bestaat, weer in het werk te stellen.
Wanneer de Raad het Pag,Bestwu.,r hiertoe ma-chtigt, zijn we ineens
klaar.
De VOORZITTER zegt, dat hij toch liever eerst die oude steun
regeling gezien heeft. Nu kent men daar niets van en weet ook
niet hoever men zal komen.
De heer WALDER meent, dat als B W alvast een crediet kri jgen
van 5000,zij toch reeds kunnen beginnen en dan de volgende
vergadering nadere voorstellen kunnen worden gedaan.
De VOORZITTER acht het beter, om eerst de zaak nader te bezien
en dan volgende vergadering, welke toch niet zoo lang meer zal
uitblijven, met voorstellen hieromtrent te komen.
De heer WALDER meent, dat de zaak dan weer op de lange baan
geschoven zal worden.
De VOORZITTER acht het noodzakelijk, dat B W zich hierover
eerst beraden en schorst daarom de vergadering voor eenigeoogen—
blikken.
Na heropening geeft de VOORZITTER het woord aan den Wethouder
voor sociale aangelegenheden.
Wethouder KIEPE deelt mede, dat naar aanleiding van de hier
gehouden besprekingen, B W het voorstel doen om hen te machti
gen de steunregeling van 1922 in werking te stellen, zoo dra de
noodzakelijkheid daarvan naar de meening van B W is gebleken,
en hun hiertoe dan een blanco crediet te verleenen tot de eerst
volgende vergadering.
De heer BECHT vraagt, waarom dat nu een blanco crediet moet
zijn.
Wethouder KIEPE zegt, dat dit het beste is, omdat men anders
telkens opnieuw bij den Raad moet komen, als het toegestane be
drag is uitgegeven. En men weet immers niet, hoeveel men noodig
zal hebben,
Deheer VERBIEST is er voor, dat de Raad nu maar ineens een
definitief besluit neemt. Anders gaan B W hier weer met de plui
men strijken.
De VOORZITTER zou dit toch willen ontraden. De Raad krijgt toch
de beslissing. Over eenige weken is er weer een vergadering en kun
nen er misschien al voorstellen in deze komen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van Wethouder Kiepe besloten.
Wethouder KIEPE doet hierna aan den Raad nog mededeeling van
enkele bepalingen uit de steunregeling van 1922, welke als zulks
door B W noodzakelijk geacht wordt; weer in werking zal worden
gesteld, overeenkomstig het zoo juist genomen besluit
VI.VOORLOOP!GE VASTSTELLING DER GEMEEWTEREKENING OVER HET TTTENflT-
JAAR 1929.
(Verzameling 1930, Nos.1^2 en 1^3).
De heer WALDER meent, dat hij een compliment niet meer behoeft
te brengen, waar de commissie zulks in haar rapport reeds gedaan
heeft. Spreker hoopt, dat dit een aansporing zal zijn om het werk
zoo te blijven doen. Spreker wil nog slechts enkele kleine opmer-