- 6 -
gen omdat er geen afname is. Toch is dit laatste niet geheel juist
er zijn behoeften genoeg, maar de mensohen kunnen zich hetgeen zij
noodig hebben niet aanschaffen. De koopkracht is nihil. De nood is
thans dan ook ook gestegen. Als voorzitter van het Burgerlijk Arm
bestuur kan spreker daar over mee praten. Men heeft trouwens de
winkelstraten maar door te loopen om te zien hoe erg het is. Er is
geen overproductie, maar de menschen kunnen niets koopen. Hulp
in den vorm van steunverleening is dan ook hard noodig, Als er niets
was, als de gemeente er financieel slecht voor zat, was het iets
anders en dan zou spreker misschien een anderen weg moeten bewande
len, maar dat is nu niet het geval. We hebben het geld er voor en
dan kan er toch ook niets op tegen zijn om daar een deel van te be
steden om die menschen te ^elpen. In andere plaatsen worden zelfs
nog kolen gegeven, huurtoeslag en kerstgaven verstrekt. En daarom
doet spreker dan ook het voorstel om niet in te gaan op het voorstel
van B W, maar een steunregeling in het leven te roepen.
De heer KRUI ZE zegt aan het betoog van zijn partijgenoot weinig
meer te hebben toe te voegen. Het advies van den Wethouder van so
ciale aangelegenheden is om voorloopig afwijzend op het verzoek om
een steunregeling te beschikken. Spreker zou er echter op willen
wijzen, dat er nu ingegrepen moet worden. Het is nu geen tijd meer
voor woorden maar voor daden. De menschen kunnen niet langer wach
ten. Als dë organisaties worden bijeengeroepen, kan deze zaak di
rect in orde gebracht worden en kan er gezorgd worden, dat reeds
volgende week de steunregeling er is. Spreker dringt daar dan ook
ten sterkste op aan.
De heer VERBIEST zegt de toezegging van den Minister President
waarop de heer Walder de aandacht vestigde, ook te hebben gelezen
in he^ dagblad "De Tijd". Maar dat is ook nog geen daad, 11 is nog
niets meer dan een toezegging. Naar sprekers meening gaat het niet
aan om te zeggen, we hebben geld genjoeg volgens de begrooting en
gaan het nu maar achter elkaar uitgeven. Toch is ook spreker het
er mee eens, dat er daden gesteld moeten worden, en dat het zoo
niet kan blijven gaan. Spreker zou willen voorstellen, om een com
missie uit den Raad te benoemen om in ovdrleg met de organisaties
een steunregeling te ontwerpen. Hij zou er echter nogmaals op willen
wijzen niet te veel te rekenen op de ruim 130.000,welke als
overschot op de begrooting worden geraamd, omdat spreker er van
overtuigd is, dat een heel groot deel van dat geld niet zal binnen
komen.
De heer MUSTERS zegt in principe wel voor het voorstel van den
heer Wal der te voelen. Spreker zou echter willen vragen, hoe de heer
Walder zich de wijze van steun?crlhening indenkt.
Wethouder KIEPE zegt ten sterkste te moeten ontraden om over
haast tot invoering van een steunregeling over te gaan. Reeds maan
den zijn B W bezig om maatregelen te nemen voor dezen crisis, en
nog hedenmorgen is er van den Minister bericht gekomen, waarbij
weer voor 13 objecten der werkverschaffing steun van het Rijk is
roegezegd. Daarmee zijn we al een heel eind op stap. We krijgen voor
die werken een subsidie van 35terwijl nog 17-g$ in d-e loonen
wordt bijgedragen. De Raad heeft al het besluit genomen om de werk
verschaffing te doen ingaan op 1 November, Al de verzoeken nu, welke
door de corporaties als in het voorstel vermeld, zijn gedaan, zijn
van voor November, dus toen zij nog niet wisten, dat 1 November de
werkverschaffing zou beginnen. Door de aangenomen voorstellen om
trent de werkverschaffing zijn we in staat gesteld om alle hoofden
van gezinnen en daarbij op de eerste plaats die met veëL kinderen
en geen inkomsten, aan het werk te zetten, en door de toezegging
van den Minister kan thans weer worden overgegaan tot het tewerk
stellen van nog meerderen. Wanneer de Raad nu zal goedvinden d&t
tpt 1 Januari wordt doorgewerkt, dan hebben deze menschen weer
recht op 6 weken uitkeering, en kunnen weer andere werkloozen ge
holpen worden. Thans moeten echter op de eerste plaats worden gehol
pen de menschen, die veel kinderen Rebben, geen inkomsten bezitten
en niet meer in aanmerking komen voor steuir van de organisaties.
Degenen dus, die niet meer trekbaar zijn. Spreker wijst cr v erder
op, dat B W nog steeds niet stil zitten voor wat de bestrijding
der werkloosheidrbetreft. Wij hebben thans ook de toezegging gekre-
i