ELFDE VERGADERING. Vrijdag 31 October 1930, des namiddags 2 uur» Voorzitter; de heer P.A.F.Blom, Burgemeester. Aanwezig Mevrouw G.G,Breedvelt-de V/aal en de heeren L.A.Simons, J.Demmers,B.KruizeS.A.Musters,A,Loos,A.Mourer,P.Antheunis s H.Walder,E.A.G.Kiepe,Adriaan Juten,G.Becht,M,A.Verbiest,W.K. Dikland en M. J.Scheffelaar Afwezig met kennisgeving de heer M.P.J.Jansen wegens ziekte en de heer A.Vriens wegens bedanken als raadslid. Secretaris: de heer J.A.van de Wouw, De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde punt I der agenda: VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DEN RAAD VAN 26 SËPTEMBER 1930. De heer "ANTHEUNIS merkt op, dat op blz.8 en 10 staat vermeld, dat hij zou gesproken hebben over Mejv.EgeraatDat is echter onjuist en moet in beide gevallen Bernaards zijn. De VOORZITTER zegt toe, dat zulks gewijzigd zal worden. De heer WALDER zegt, dat hij in de vorige vergadering tegen de vaststelling der notulen was. Dit is echter niet in de notulen vermeld. De VOORZITTER zegt, dat zulks alsnog in de notulen zal worden opgenomen. Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen dan aldus ge wijzigd goedgekeurd. De. heer WALDER vraagt hierna het woord over de orde, hetwelk hem door den VOORZITTER verleend wordt. De heer WALDER zegt van den Bergen op Zoomschen Bestuurders- bond een afschrift te hebben gekregen van een request, dat deze reeds op 10 October j.l. gezonden heeft aan den Raad der gemeente. Dat is dus nu reeds 20 dagen geleden en noch bij de stukken noch op de agenda heeft spreker iets van ait request gezien. Spreker vraagt, hoe dit komt. De VOORZITTER zegt, dat bedoeld stuk gesteld is in handen van Wethouder KIEPE. De heer WALDER vindt die handelwijze niet juist. Volgens art. 67 van de gemeentewet moeten de stukken, die aan den Raad ge» richt zijn, eerst in den Raad worden gebracht. Deze kan dan verder beslissen, of die stukken om prae-advies in handen van den betrokken wethouder zullen worden gesteld. Zooals het nu gebeurt, vindt spreker het meer dan erg. Hij wil er thans niet meer over zeggen, doch als het een volgende keer weer voorkomt, zal spreker genoodzaakt zijn Gedeputeerde Staten hiermede in kennis te stellen. De VOORZITTER: Alsjeblief. De heer Walder heeft nog iets. Spreker heeft evenals de andere leden een uitnoodiging gekregen om op 12 November a.s. tegenwoordig te zijn bij de officieele ontvangst van de Utrecht- sche Studenten-eerewacht. Spreker wil hier weinig van zeggen, omdat hij de zaak van ondergeschikt belang acht, doch hij wil aannemen, dat B W, vooraleer tot deze officieele ontvangst toe stemming te geven, alles onderzochthebben. ^et verwondert spreker echter, wanneer dit geschied is, dat toch nog tot die officieele ontvangst wordt overgegaan. Spreker ziet deze vereeniging als een soort fascistische instelling. Wanneer men de geschiedenis van 1830 nagaat, dan is dat voor ons geen mooie bladzijde. Men kan die maar beter laten rusten inplaats van ze te gaan her denken. Spreker mag toch wel aannemen, dat de Voorzitter voldoen de met de geschiedenis op de hoogte is om te weten,_Hat 1830 geen mooie bladzijde in de Nederlandsche geschiedenis is. Spreker zou dan ook wenschen, dat in het vervolg dergelijke zaken eerst in den raad worden gebracht om er over te beslissen. De VOORZITTER zegt het heelemaal niet eens te zijn met den_ heer Walder, riet betreft hier gewoon de herdenking van het feit, dat de Studenten Weerbaarheid 100 jaar geleden in deze gemeente werd ingekwartierd. Dat heeft niet te maken met het fascismeen spreker weet er niets van, dat dit een fascistische vereeniging zou zijn. Spreker zou willen vragen, hoe de heer Walder daaraan komt.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 1