- 16 - De VOORZITTER zegt, dat het slechts de naam is, welke dit punt daarmede gemeen heeft. De heer WALDER merkt op, dat de legesgel den voor bouwvergunningen een verkapte belasting is. Ook vo rdt thans voorgesteld 50 cent te rekenen voor een bewijs van Nederlanderschap. Als de kosten voor de gemeente hooger dan 25 cent zijn, kan spreker zich er wel bij neer leggen, maar het spijt hem toch, dat het moet gebeuren, daar hij de menschen zoo goedkoop mogelijk aan een dergelijk bewijs zou wil len helpen. Naar aanleiding van hetgeen door den heer Verbiest is naar voren gebracht, vraagt spreker, of het niet mogelijk is, dat de legesgel- den voor het sluiten van huwelijken te hoog zijn, Spreker zou er sterk tegen zijn de namen van die menschen in de krant te zetten en meent, dat een dergelijke publicatie heel veëL op chantage lijkt. De heer MUSTERS zou de legesgelden voor bewijzen van Nederlander schap willen laten op 0,25* De heer SCHEFFELAAR is in afwijking met den heer Walder van mee ning, dat de verhooging der legesgelden de bouwkosten niet zullen drukken. Spreker wil daar nog aan toevoegen, dat hij als aannemer best weet, wat voor werk men soms aan het klaar maken van de plannen heeft. HL j weet maar al te goed, dat soms de ambtenaren der gemeente dagen werk hebben om het een en ander in orde te brengen. Wanneer de plannen altijd door architecten gemaakt werden, was het iets an ders, maar in vele gevallen moeten juist de ambtenaren der gemeente voor architect spelen. In verband daarmede kan men dan ook gerust zeggen, dat de voorgestelde verhooging van legesgelden niets te hoog is. Daarbij komt nog, dat tegenwoordig vele gebouwen worden opgericht in betoncontructie en wanneer men nu weet, dat daarvoor een speciale constructie noodig is, waarvoor men eerst studie moet hebben gemaakt, zal men begri jpen, dat ook in die gevallen het steeds op de ambtenaren der gemeente neerkomt voor wat de plannen betreft. Spreker is dan ook van meening, dat de thans voorgestelde bedragen niet te hoog zijn. De heer WALDER zegt zich bij de deskundige meening van den heer Scheffelaar ten opzichte der leges voor bouwvergunningen wel te kun nen neerleggen. De heer BECHT zou de leges voor bewijzen van Nederlanderschap nog hooger willen stellen. Naar zijn meening moet iemand, die voor z'n pleizier naar Belgie wil, daarvoor ook maar betalen. Iets anders is het, als het menschen betreft, die naar België gaan om te werkai aan zulken zou hij die bewijzen voor niets willen verstrekken. Wethouder KIEPE wijst er op, dat wel 20% van de gemeenten meer dan een kwartje voor een bewijs van Hedenanderschap vraagt. De heer VERBIEST vraagt, of zijn voorstel betreffende de publi catie van huwelijken instemming wordt gebracht. De VOORZITTER zegt, dat als de heer Verbiest zijn voorstel behan deld wil zien, hij den gewonen weg moet volgen en het schriftelijk moet indieneuHet kan dan misschien volgende vergadering ter sprake komen. De heer WALDER is van meening, dat toch elk lid staande de verga dering een voorstel kan doen en dat in steaming kan worden gebracht, als de Raad het urgent acht. De VOORZITTER meent, dat dit voorstel niet urgent is. Spreker heeft er echter niet op tegen om het te behandelen, als de Raad zich daarvoor uitspreekt. De heer VERBIEST zegt, dat hij z'n voorstel dan schriftelijk zal indienen. De heer SCHEFFELAAR zup. willen, dat B W dan tegelijkertijd een prae-advies bij het voorstel van den heer Verbiest aan den Raad over leggen. De VOORZITTER zegt zulks toe. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van Burge meester en Wethouders aangenomen. XVI.VOORSTEL TOT HET DEELNEMEN IN HET VERVAARDIGEN VAN EEN RECLAME FILM VOOR BERGEN OP ZOOM EN CMSTREXÉNT (Verzameling 193° No.119). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 16