- 38 -
De heer VRIENS herhaalt, dat het een persoonlijk onderhoud met
niemand anders dan Hoppenhrouwere geweest is.
De heer DEMMERS: En toch hebt U het gezegd.
De VOORZITTER hamert en verzoekt om den heer Vriens niet te
interrumpeeren.
De heer VRIENS merkt op gezegd te hebben, dat, als men het werk
anders zou willen maken, hij misschien wel toestemming zou geven,
en spreker heeft daarbij aan Hoppenbrouwers medegedeeld op welke
manier het dan naar spreker meening gemaakt moest worden. Hoppen-
brouwers deelde echter medd, dat hij het zoo niet kon maken en
daar ook geen toestemming voor zou krijgen,
Ook voor wat het grondwerk betreft, blijft spreker er bij, dat
dit niet goed gebeurd is. Wanneer de damwand niet diep genoeg is
gelegd, zal men steeds last blijven hebben van het water. De Direc
teur zegt nu wel, dat alle risico voor den aannemer is, maar wan
neer men ziet welke voordeelen de aannemer gehad heeft, dan gelooft
spreker toch wel, dat het werk heel wat goedkooper had kunnen zijn.
Wanneer men het werk volgens sprekers advies had uitgevoerd, zou
het de gemeente minstens 7000,minder hebben gekost. Volgens^
mededeeling van den Directeur mochten de industrien van de afslui
ting der haven geen schade of hinder hebben. Spreker kreeg echter
een schip cement aan en vroeg aan den havenmeester om dit alsnog
te mogen lossen, waarop hem werd gezegd, dat daarvoor geen toestem-
ming kon worden gegeven omdat gelast was, dat er geen schip meer
mocht doorvaren. Spreker heeft dat gevraagd, terwijl er nog een
schip van hem lag, dat men aan het lossen was, zoodat hij meende,
dat ook he$ andere nog wel gelost kon worden. De doorvaart werd
echter geweigerd. De havenmeester liet spreker een s chr ifteli jke
opdracht zien van den Directeur betreffende deze doorvaart. Dat
klopt dus niet met hetgeen hier door den Qirecteur is naar voren
gebracht.
Wat verder den grond betreft wijst spreker er op, dat door net
roeren in den grond men voor het geval komt te staan, dat die grond
niet meer geschikt is voor het werk aan den havendijk. Wanneer men
ma weet, dat het werkelijk de bedoeling was, om met den hier uit
komenden grond den havendijk te herstellen, kan toch met recht ge
zegd worden, dat door de wijze waarop dit werk is aangepakt, de
gemeente benadeeld is, want die grond is absoluut niet meer voor
den havendijk te gebruiken.
Door den ingenieur wordt verder gezegd, dat spreker er niets
mee te maken heeft, wie aan dit werk als opzichter wordt gesteld,
omdat zulks een interne kwestie is. Dat kan wel waar zijn, zegt
spreker, maar dat neemt toch niet weg, dat het vreemd aandoet te
zien, dat op dit werk een vreemde opzichter staat, terwijl bij het
schoonmaken van het Pilkenswater een opzichter van de gemeente
staat. Spreker zou daarom nogmaals willen aandringen op het benoe
men van een onpartijdige commissie, die deze zaak onderzoekt en
hij geeft de verzekering, dat het dan heel duidelijk zal blijken,
dat het werk niet volgens het bestek is uitgevoerd, Wanneer men
b.v. hoort, dat werd goedgevonden, dat de palen op een halven mete
diepte werden ingeslagen inplaats van op een meter, dan is dat naar
sprekers meening toch een groot voordeel voor den aannemer. Het is
toch een bekend feit, dat hoe dieper men moet graven, hoe meer het
werk kost. Wanneer een aannemer zoo goed weg komt als deze, gelooft
spreker, dat elke aannemer een dergelijk werk wel zal aandurven.
Er zit ook niets geen risico meer aan, wanneer men maar zegt er
is een post voor onvoorzien die kan worden gebruikt voor het geval
dat een damwand zou bezwijken. Spreker wijst er op, dat het ook
opvallend was, dat men het werk zoo dicht hield. Niemand mocht er
vlak bij komen. Daarop afgaande zou spreker moeten concludeeren,
dat men er ook niets voor zal voelen om een onpartijdige commissie
van onderzoek in het leven te roepen. Spreker vindt het een beetje
kleinzielig om die ki^lustigen, dien tenslotte toch maar wat rente
niers zijn, zoo ver van het werk te houden. Al hadden die menschen
op dan kant gestaan, dan had de aannemer er nog geen last van ge
had.
De heer VAN ROESSEL merkt op, dat betreffende het minder of mee.
der werk de heer Vriens alles kan nagaan in de dagboekenop het wer.