36 Ik ng wyziging van het werk werd voorgesteld en aangenomen, de aannemer al veel werk had gemaakt en al voor meer dan dat te drag aan mate riaal volgens de natte uitvoering van het werk had aangevoerd. Wanneer riten nu de algemeene voorschriften goed naleest, zal men zien, dat al dit materiaal ten behoeve der gemeente ook verbonden is. Dan heeft de heer Vriens spreker nog een insinuatie naar het hoofd geslingerd, die hierop neerkomt, dat spreker het met dezen aannemer beter eens zou zijn dan met wie anders ook. Spreker wil hiertegenover opmerken, dat aan de hand van het bestek de belan gen van de gemeente op de juiste wijze zijn behartigd, terwijl daartegenover de belangen van den aannemer niet zijn genegeerd. Alle voorkomende zaken worden op zoo reed. mogelijke wijze opgelost, waarbij steeds getracht werd een oplossing te vinden, waarmede beide partijen gebaat zouden zijn. Dat de heer Vriens tracht om met alle hem ten dienste staande middelen dit werk tegen te hou den, kan spreker niet helpen. Dat dit echter een feit is moge blijken uit zijn verklaring aan Hoppenbrouwers betreffende de af sluiting der haven. Door den heer Vriens is ook nog aangehaald de kwestie van den grond, die zou moeten worden vervoerd naar den haven dijk. Spreker meent, dat het toch voor iedereen duidelijk is, dat bij een werk als dit, waar oèa een getal te noemen 1000 M3 grond moeten worden verzet, waar tusschen allerlei puin, slik en zand zit, die grond niet zoo maar kan worden geschift. Men kan niet zeggen: die kubie ke meters moeten naar het Noordland worden gevoerd, en er is voor deze aangelege rheid dan ook meermalen geschipperd moeten worden. Zoo gaat het echter in de praktijk altijd. Wat nu betreft de op merking, als zou de goede grond achter den muur verdwijnen, zegt spreker, dat men toch niet meer van geeden grond kan spreken wan neer die al op zulk een wijze geroerd is geworden. Wanneer door den aannemer overtollige goede grond wordt gevonden, zal die ook op den havendijk worden gestort en komt die niet terecht achter den muur, zooals de heer Vriens het doet voorkomen. De heer Vriens heeft ook nog opgemerkt, dat de damwand niet op de voorgeschreven diepte is ingeslagen. Spreker wijst er op, dat oorspronkelijk was aangenomen een diepte van 2, SO M. Bij de nieuwe uitvoering was het echter niet noodig, dat de damwand zoo diep geslagen werd, omdat het water toch buiten de haven gehou den kon worden, en dan is het naar sprekers meening absurd aan het schema vast te houden. De aannemer had hiermede een voordeeltje en de gemeente geen enkel nadeel, dan wil spreker den persoon wel eens zien, die den aannemer nnnoodig op kosten jaagt door zoo streng aan een bepaling vast te houden. Spreker heeft het niet gedaan. De heer Vriens heeft ook nog een opmerking over het^aanstellen van een opzichter bij dit werk. Spreker meent haberop niet te moe ten antwoorden, dat is een zuiver interne kwestie waal de heer Vriens niets mee te maken heeft. Of spreker meneer A. of meneer B. als opzichter bij dit werk zal zetten, zal hij zelf beoordee- len, omdat zulks behoort tot den internen dienst, welke buiten de bemoeienis van den heer ^riens ligt. Tenslotte wil spreker er op wijzen, dat dit thans binnen zeer korten tijd de tweede keer is, dat het noodig is, dat hij bewe ringen van den heer Vriens moet weerleggen. Spreker meent wel te kunnen zeggen, dat hij voldoende en afdoende heeft aangetoond, dat het beweringen betreft die alle uit de lucht zijn gegrepen, en er is van hetgeen door den heer Vriens is gezegd, dan ook niet veel overgebleven. Spreker wil er op wijzen, dat ook bij de straat werken De VOORZITTER hamert en verzoekt den heer van Roessel bij de kwestie van de haven te blijven. De heer VAN ROESSEL zegt indertijd reeds een paar maal zijn nachtrust te hebben opgeofferd om de opmerkingen van den heer Vriens te weerleggen. Ook nu heeft spreker weer niet den tijd van de gemeente genomen om de soms onzinnige opmerkingen van den heer Vriens te weerleggen, maar spreker is niet van plan om een dergelijke zaak nog op deze wijze te behandelen. Wanneer de heer Vriens weer met een dergelijk betoog voor den dag komt, zal spre ker den tijd van de gemeente, dien hij heel hard noodig heeft, &.U- J t J

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 94