- 35 - waren, den poet die;rer voor uitgetrokken was, met een grooLJpedrag hadden overschreden. Men kan dan ook gerust zeggen, dat men geluk mag spreken, als zich bij een waterwerk geen onvoorziene omstan digheden voordoen. Op sprekers dringend verzoek aan B W, hebben deze den aannemer tenslotte toestemming verleend tot afsluiting van de haven. Zooals spreker reeds zei, moest zulks dan echter ge oeuren geheel volgens de eigen methode van den aannemer. De kos ten die uit deze afsluiting zouden voortvloeien, zouden bestreden worden uit den post onvoorzien. In verband hiermede zou spreker willen vragen waarvoor zoo'npost van onvoorzien eigenlijk dient en dan zou hij daarop willen antwoorden, dat die dient voor de bestrijding der kosten van onvoorziene werken. En met een derge lijk werk had men naar sprekers meening hier te doen. Immers de afdamming der haven heeft plaats gehad tengevolge eener onvoor ziene omstandigheid. De heer Vriens zegt nu wel, dat de gemeente enorme schade heeft geleden en dat ze door deze werkwijze 5^00, en 2000,meer moet betalen dan noodig was, maar de heer Vriens maakt zijn rekensommetje daarbij verkeerd. Spreker komt dan aan de opmerkingen van den heer Vriens betref fende de overeenkomst met de suikerfabriek Zeeland; een zelfde overeenkomst zou volgens hem ook bestaan met de Zout raff i ia deri j van de firma Kok en Zn. Deze bewering berust echter op geen aake- len grond en spreker kan die dan ook absoluut tegenspreken. Dat is dus weer een uit de lucht gegrepen bewering. Dan krijgen we het schrijven van 19 Juli, hetwelk handelt over het feit, dat de heer Vriens aan den havenmeester zou hebben ver zocht om nog te mogen doorvaren. Dat spreker verboden had, dat men iemand door zou laten in verband met de beschadiging van den damwand, is bezijden de waarheid. En aan den opzichter èn aan den havenmeester werd opdracht gegeven zooveel mogelijk rekening te houden met de belangen der belendenden, en dat zoolang mogelijk doorvaart moest worden ^ebleend. Maar zooals het hiermee steeds gaat, kon dat niet blijven duren en i s het dus zeer logisch, dat of de heer Vriens, of een ander de aanzegging kreeg, dat men niet mêer kon doorvaren. Wat nu betreft het slaan van den damwand, merkt spreker op, dat dit, zooals hij reeds zeide, geheel geschiedde volgens eigen in zicht van den aannemer. Spreker heeft zich expres buiten deze kwestie gehouden, omdat de verantwoordelijkheid van den aannemer in elk geval moest va6t staan. Later, toen de eerste dam bezweken was, heeft spreker hem aangeraden een goeden kistdam of dijk te leggen, welke dam het tot heden nog zeer goed gehouden heeft on danks het slechte weer. Ook voor wat het verloop der werkzaamhe den betreft, zegt de heer Vriens zoo maar wat. Deze toch beweerde, dat er ook van het werk voor wat den opleveringstermijn betreft, niet veel terechl^zal komen. Spreker wil er echter op wijzen, dat men nog steeds voor den opleveringstermijn is. Maandag a.s. wordt het voorlaatste vak gestort en Vrijdag daarop het laatste vak. Vol gende week Maandag zal dus waarschijnlijk de muur op zichzelf kunnen worden opgeleverd, waarmede men dan slechts drie dagen over tijd is. Alleen moet dan nog een gedeelte grondwerk worden uitge voerd, maar dat zal niet zoo lang duren. Wat de doorvaart betreft, beweerde de heer Vriens, dat er toen nog niets in den weg stond. Spreker is direct toen men hem het betreffende bericht bracht, er heen gegaan en kan dan ook met ze kerheid verklaren, dat de houten stelling er stond en dedamplanken allemaal op na. Een gedeelte van den grond, dien men voor dat werk noodig had, was ook reeds gestort, zoodat de bewering van den heer Vriens ook betreffende deze kwestie geheel bezijden de waarheid is. Sp reker gelooft hiermede aan het eind van zijn weerlegging gekomen te zijn. De heer Vriens heeft nog wel overv eel corres pondentie gesproken,ipaar spreker heeft, ofschoon hij overal af schriften van heeft, daaraan geen touw kunnen vast knoopen. Al leen nog de kwestie van het in pand geven van die 5000»A^-s de heer Vriens zegt, dat de aannemer het bedrag van 5^00, mag behouden, ofschoon hij het werk anders uitvoert dan het plan was en hij dus eigenlijk 5OOO,minder zou moeten hebben, is spfeker van meening, dat men niet moet vergeten, dat toen de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 93