- 3^- reeds op dit punt uitvoerig ingegaan, en heeft er toen op gewezen, dat we. hier niet te doen hebben met een zwaargewichtsmuur, maar met een betonnen muur. En tot heden hadden we hier nog niets anders gehad dan zwaargewichtsmuren, zooals naar spreker meent, ook die vai. den heer Vriens er een is. Zeker kan hij dit laatste niet zeggen. Men kan dus niet zeggen, dat de heer Vriens hier met eenige nieuwe mededeelingen voor den dag is gekomen. Verder wordt dan nog gewe zen op het feit, dat er een lekkage zou zijn in de sluisdeuren, die de haven van de suikerfabriek afsloten. Deze sluisdeuren zijn echter op sprekers advies gedicht met turfmul, waarbij bleek, dat ze niets doorlieten. Een opvallend feit in deze is ook geweest, dat het water in de haven der Zeeland veel beter op peil is geble ven dan wij aanvankelijk hadden durven verwachten. De heer Vriens heeft er ook op gewezen, dat het water in de haven niet kon worden afgevoerd en men op het werk steeds last had van het water. De wer kelijkheid is echter deze. Er werken hier 35 a menschen en als men ze nu een voor een zou afvragen, den aannemer, den opzichter en alle anderen, of men last van het water heeft gehad, dan is spre ker er van overtuigd, dat ze allen met een volmondig neen zullen antwoorden. Verder memoreerde de heer Vriens, dat door afsluiting der haven alle daaraan liggende industriën een groot nadeel zouden hebben. Spreker heeft daartegenover reeds er op gewezen, dat men den heer Vriens tot tweemaal toe vrijwaring van schade heeft aange boden, waarop hij echter niet is ingegaan. Aangehaald wordt dan verder het schrijven van 10 Juli waarin zou zijn gesproken over het feit, dat de aannemingssom met 5000, zou zijn verhoogd. Hierbij komt spreker tot de duidelijke verkla ring der feiten, zooals ze zich hebben voorgedaan. De gemeente gun de aan den aannemer dit werk voor 5^*000,waarvoor het werk zoogenaamd in het natte zou worden uitgevoerd. Dat wil dus zeggen, dat men het werk zou moeten maken zonder afdamming van de haven. De gemeente heeft dit ;rge daan omdat zij contractueel met de suiker fabriek gebonden was voor de doorvaart door deze haven. Geen enkele andere persoon kon voor deze doorvaart rechten doen gelden. Om zich nu de handen niet te branden, werd dus het werk op deze manier aan Hoppenbrouwers gegund. Dit feit eenmaal vaststaande, was dus de gemeente gewaarborgd, dat het werk zou worden gemaakt, zonder dat zij daarvan eenig nadeel kon ondervinden. Spreker heeft den aanne mer toen gezegd, dat, als hij kans zag om met een tijdelijke con structie een afdamming van dé haven tot stand te brengen en er daarbij voor zorgde, dat niemand daarvan eenige schade zou hebben, hij dit kon doen. De aannemer is op die nverklaring doorgegaan en heeft toen bereikt, wat de gemeente niet kon bereiken, dat hij met de suikerfabriek tot een accoord kwam voor de afsluiting der haven. Dat accoord is vanzelf in een contract vastgelegd, en nu kan de heer Vriens wel zeggen, dat dat een contract zou zijn tusschen de suikerfabriek en de gemeente, maar dat is weer bezijden de waar heid, de gemeente staat daar geheel buiten. Spreker moet hierbij aanhalen, dat, toen men aan het werk bezig was, bleek, dat de dam- wand niet diep genoeg was; het water kwam er op twee plaatsen on der door. Het bleek, dat de uitkomsten dér boorproeven niet in overeenstemming waren met de werkelijkheid. Daaraan kan echter niemand iets doen en niemand kan het helpen, dat op sommige plaat sen de grond zoo slecht was. Spreker heeft den aannemer toen ge zegd, dat als hij met B W zou kunnenov ere enkomen om de haven af te dammen, hij daarmede accoord zou jpmnen gaan, want op de eerste manier zou het veel geld gekost hebben. Daarbij zou dan echter al les voor risico van den aannemer moeten zijn en blijven, zoodat hij dus alles absoluut volgens zijn eigen plan moest maken. Spreker heeft hem derhalve geen adviezen gegeven, want dit was onveroenig- baar met het volledige risico van den aannemer. Spreker heeft zich dus bepaald tot negatieve aanwijzingen. Spreker kon hetgeen hij den aannemer mededeelde, gerust doen, omdat hij daarmee voor de gemeente absoluut geen gevaar liep. Spreker wijst verder op het bedrag, dat voor onvoorzien bij dit werk was uitgetrokken. Bij elk waterwerk is zulk een post zeer zeker noodig, want men weet nooit, wat zich kan voordoen. Spreker haalt in verband hiermede een schry- ven van Ir.Thyssen aan, waarin omtrent de Zuiderzeewerken wordt medegedeeld, dat de kosten die voor onvoorzien bij dat werk noodig V.'

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 92