- 27 -
Brief van 19 Juli 1930:
"Op Woensdag lS dezer werd mij door den Havenmeester aangezegd,geen
"enkel schip meor in de Visschershaven mocht invaren. Naar aanlei-
ding dezer medcdeeling had ik een telefonisch onderhoud met Uwen
"voorzitter, omdat nog een schip met grint voor mij in lossing was,
"en er een schip cement in aantocht was.
"Op mijn vraag, waarom ik tot op heden nog geen antwoord op mijn^
"schrijven van 10 dezer had ontvangen, deelde de Burgemeester mij
"mede, dat de Directeur van Gemeentewerken het antwoord moest ge-
"reed maken.
"Ik heb mij daarop met den havenmeester in verbinding gesteld, ®n
"hem gevraagd namens wien hij mij het bericht had georacht, dat er
"geen schepen meer in de Visschershaven mochten invaren, waarna hij
"mij een schrijven liet lezen, dat hij moest zorgdragen, dat de kist-
"aam aan de bascule niet beschadigd werd. Ter plaatse stond slechts
"een heistelling en er was nog geen enkele damplank geslagen: van
"een beschadiging van een kistdam kon dus geen sprake zi3n.
"Op heden ié dezer, is dit werk weer gestaakt, ornaat het niet moge
lijk bleek, wegens de aanwezigheid van fundeeringen, een damwand
"in te heien, iets wat tooh bekend moest zijn op gemeentewerken en
"door onderzoek te voren moest zijn vastgesteld. Door verschillende
"bewoners der haven, werd mij op de aanwezigheid vtan deze fundee-
ringen gewezen.
"Nu wordt dit werk weer gestaakt, en is men aan het maatregelen
"nemen, tot het maken van een aarden damwand. Uit die voorberei
ding blijkt mij, dat ook dit werk niet behoorlijk is, en wordt
"voorbereid, waardoor te verwachten is, door dit werk weer enorme
"schade en vertraging is te verwachten.
"Ik meen hierop als lid van Uwen raad te moeten wijzen en de vraag
"te stellen, of wel voldoende is en wordt overwogen, wat de beteeke-
"nis is van een aarden dam en aan welke drang deze weerstand moet
"bieden.
"Bij het maren der bascule-brug is er een paar maal een doorbraak
"voorgekomen. Op mijn door den havenmeester gestelde vraag om nog
"een schip zand te doen lossen, op Dinsdag a.s., werd mij medege-
"deeld dat dit niet meer kon, terwijl mijn inziens de voorbereiding
"tot het maken van dien aarden dam, nog wel dien tijd in beslag zal
"nemen, en dat dit gemakkelijk kan geschieden.
"Ik hoop over deze aangelegenheid en over andere bij de gemeente in/
"de eerstvolgende openbare raadsvergadering nader te spreken.
/uitvoering zijnde werken in Hoogachtend enz."
Wat het maken van dien darrwand betreft, zegt spreker, dat men
daarmede begon op ongeveer 1-g- jyl. van de 'oasculebrug, Oude schippers
en anderen, die van kindsaf met de toestanden daar ter plaatse op
de hoogte waren, maakten de opmerking, dat men daar geen damwand kor:
slaan, doch bij Openbare Werden stoorde men zich daar niet aan, om
dat de boringen hadden uitgewezen, dat het wel kon. Natuurlijk had
den de pogingen van Openbare Werken geen succes. Maar waarom vraagt
spreker, heeft men niet een paar menschen daar eenige dagen laten
graven om zoodoende zich te overtuigen, of die grond al of niet ge
schikt was. Trouwens bij de gemeente is toch ook een adviseur, die
zulks diende te weten, en men zal bij Openbare Werken toch wel kaar
ten hebben, waarop die toestand is vastgelegd. Voor spreker is dit
alles dan ook een bdwijs te meer, dat het werk niet voldoende was
voorbereid.
Op 25 Juli, den dag nadat de dam aan de oasculebrug was bezweken,
ontving spreker onderstaand schrijven van Burgemeester en Wethouders-
"Naar aanleiding van Uw nevenvermelde brieven hebben wij de eer U
"mede te deelen, dat wij voofnemene zijn de in margins genoemde aan
gelegenheid aan de orde te stellen in de vergadering van den Raad,
"welke op 1 Augustus a.s. zal worden gehouden."
Naar aanleiding van hetgeen in de vergadering van 1 Augustus,
waarbij spreker niet aanwezig kon zijn, omtrent deze zaak is medege
deeld, heeft spreker gemeend dit alles uitvoerig te moeten behande
len. Men zal begrijpen, dat spreker door die toelichting niet is
bevredigd. De nadoelen tengevolge van dit werk voor de gemeente,
voor spreker en anderen, hadden bespaard runnen blijven door een
meer deskundige leiding. Het werk had reeds bijna gereed moeten zyn.
