- 2k -
De heer VRXHNS zegt hiertegen geen bezwaar te hebben. Het spijt
hem, dat hij zelf dit niet heeft voorgesteld.
Waar do Raad er ook goen bezwaar tegen heeft, komt de heer
Ir.van Roessel hierna ter vergadering.
De heer VRIENS geeft dan aan de hand van de door hem verzonden
schriftelijke uiteenzetting een overzicht van het verlopp dezer
zaak. Spreker had voor de aanbest&ding van dit werk een onderhoud
met den -Jbthouder van Openbare Werken over dit bestek en de wijze
van uitvoering. Na dat onderhoud is bij staat van aanwijzing ge
wijzigd de ondoenlijke en schadelijke bepaling^, dat de binnenkern
van den muur een beton moest zijn van andere samenstelling dan de
buiten - en binnenbanden^ die 20 c.M. dik Y/aren beschreven, en
eveneens dat de bekisting eerst na weken mocht worden verwijderd.
Zooals men weet, had de muur een trapeziumvorm met een afmeting
van 1,1+0 c.M. bij 60 c.M. Spreker heeft met schetsen toegelicht
op welke wijze door hem aan de overzijde een havenmuur is gemaakt
en aangedrongen, dat het bestek in dien geest zou worden gewijzigd,
omdat dit aanmerkelijk voordeeliger voor de gemeente zou uitkomen,
maar de Directeur wist het natuurlijk vee?, beter. Ook wat de bekis
ting betreft was de Directeur er naast. Voorgeschreven was, dat
deze er vier weken moest staan, maar waar het hier een vrij staande
muur betrof, was zulks niet noodig. De Directeur heeft dat dan ook
toegegeven en dien termijn later in g dagen veranderd. Men heeft
zelfs reeds meermalen kunnen constateeren, dat de bekisting er
soms maar 2 dagen voor stond. Wat den damwand betreft werd besloten
aan den voet van den betonmuur een damwand in te heien van 12 c.M.
dik, waarvan het ondergedeelte moest blijven dienst doen voor den
voet van den betonmuur. Die damwand moest reiken tot 2,70 M. boven
N.A.P. en moest dienen als waterkeering bij het maken van den muur
Op het feit, dat dit te laag was, is door spreker meermalen gewe
zen en het is ook gebleken. Die damwand zou na het gereed komen
van den muur worden afgezaagd. Hiertoe was noodig aan hulpmateriaal
voor afdamming 1+2 M3 damwand, wat vri jwei ,v/aardeloos was, nadat
het werk gereed was. Die damwand moest aan dé binnenzijde geschoora
worden tegen den druk van het water, en voor 60 M. havenmuur waren
volgens mededeeling van den heer Kruize niet minder dan ISO schorer
geplaatst. Die schoren stonden aan den binnenkant en bleven dus
staan bij het optrekken van den muur. Wanneer de muur dan klaar
was zou men dus een groot aantal gaten hebben gevormd in den muur.
Men begrijpt, dat zulk een muur er mooi zou uitzien, want stel
maar eens voor een muur van 60 M. lengte met ISO schietgaten er in.
Later bleek, dat die schoren zoo waren geplaatst, dat ze er niet
meer uit konden. Men heeft ee toen moeten afzagen en bepleisteren
en men kan zich voorstellen, hoe die muur hierdoor verzwakt is ge
worden en dat dit later groote moeilijkheden zal opleveren. Verder
bleek, dat die damwand geen voldoende waterkeering was, want nadat
hij gereed was, bleek het peil van het water steeds met het haven-
peil op en neer te gaan. Toen zag men ook in hoe juist de gemaakte
opmerkingen waren geweest. Het werk werd toen stop gezet, waaroij
de aannemer er nog een slaatje uitsloeg, doordat de werklieden van
dat werk in gemeentedienst werden gesteld.
Spreker komt dan aan de afsluiting van de Visschershaven. Het
werk was aangenomen zonder die afsluiting, doch niettegenstaande
dit besluit van den Raad kreeg de aannemer later tobh vergunning
om het werk in het droge uit te voeren. Hierdoor verkreeg hij
natuurlijk weer een voordeel, doordat hij bij droge uitvoering
goedkooper kon werken. Bovendien behaalde hij ook nog het voordeel,
dat hij nu het hout, dat reeds was aangevoerd voor de natte uit
voering, op de markt kon brengen. Die afsluiting zelf is ook geheel
en al verkeerd geschied. Er werd aan de basculebrug een damwand
geslagen en in een gesprek met den aannemer had spreker hem gera
den die damwand te slaan evenwijdig aan zijn werk op 6 M. afstand
van den voet van den betonmuur ter dikte van 8 c.M. en een lengte
van 5,50 M.en de uit te graven grond aan de binnenzijde van den
damwand te brengen, waardoor hij niet had te schooren en zijn werk
beter kon uitvoefen, terwijl dit ook goedkooper was. Op die manier
zou de waterkeering ook tegen het hoogste getij bestand geweest
zijn, en behoefte men niet bang te zijn, dat ër iets zou gebeuren.