door den heer 3echt thans gedaan is, wordt naar sprekers meeninjg veel goed gemaakt en daarom laat spreker veel achterwege van wat hij had kunnen zeggen, Spreker hoopt, dat de Raad op het voorstel van den sheer Becht zal ingaan en als het dit jaar weer noodig zal blijken, de menschen, die daarvoor in aanmerking komen, een kerst- gave zal verstrekken. Spreker Wil tenslotte nog protesteeren tegen de in het rapport gemaakte opmerking, als zou de kerstgave in ver keerde handen gekomen zijn, Spreker geeft de verzekering, dat daar mede een zeer goed werk gedaan is; slechts zou hij in overweging willen geven om, wanneer de Raad weer zou besluiten tot het ver strekken van een kerstgave, degenen die met de uitvoering belast worden, meer tijd tot voorbereiding daarvan te geven. Wanneer dat besluit vroeger genomen wordt zal men op zijn gemak alles tevoren kunnen uitzoeken en regelen, waardoor aanmerkingen kunnen worden voorkomen. Wethouder KIEPE zegt zich in groote trekken wel te kunnen ver eenigen met hetgeen door den heer Walder gezegd is. Zooals de heer Walder reeds zei, was de tijd om deze zaak in orde te maken erg kort en nu kan het best zijn, dat er fouten zijn gemaakt, maar hij die zonder zonden is, werpe dan den eersten steen. Wij moesten in den korten tijd, dien we hadden, roeien met de riemen die aan wezig 'jvaren, en wanneer de Raad dan ook wederom zou oesluiten tot het verstrekken van een kerstgave, is het zeer zeker wenschelijk, dat meer tijd tervoorbereiding gelaten wordt dan thans het geval is ngeweest. De heer SCHEFFELAAR wijst er op, dat al hetgeen door den heer Walder gezegd is in laatsten zin weer weggevaagd is, waar hij zegt, dat fouten gemaakt zijn. En het is juist de bedoeling van de commis sie geweest om dat naar voren te brengen. De heer Walder kan nu wel zeggen, dat hij deze zaak gemakkelijk van zich af had kunnen schuiven, maar de heer Walder heeft er toch de verantwoordelijk heid voor op zich genomen. Wij hebben in ons rapport de feiten gegeven zooals die door ons werden gevonden. Wij vallen niemand aan, maar hebben alleen onderzocht of in deze zaak gehandeld is overeenkomstig het raadsbesluit. Men moet ook niet vergeten, dat het voor ons vrijwel onmogelijk was na zulk een tijd nog eens alles precies te gaan navorschen. Het is wel mogelijk, dat men op de ar beidsbeurs ons betere inlichtingen had kunnen geven, maar als com missie meenden wij de zaak zelf te moeten onderzoeken. De conclusie van de commissie is geweest, dat men teveel vastgehouden heeft aan den letter van het raadsbesluit. De bedoeling daarvan was anders. Overigens heeft de heer Ylalder in het laatste deel van zijn betoog zelf toegegeven, dat er fouten gemaakt zijn. Het zou echter een veel beteren indruk gemaakt hebben, als de heer Walder dit eerder had toegegeven. Zooals hij zelf reeds opmerkte maakt nu eenmaal iemand, die werkt, ook fouten. De strekking van ons rapport is om te voorkomen, dat dergelijke voorstellen als hier bedoeld, weer klakkeloos zouden worden ter tafel gebracht. Men moet voor derge lijke zaken een goede voorbereiding hebben, opdat de leden allen goed weten wat er gebeurt. Dat is hetgeen men kan lezen door heel het rapport. Men kan wel van het standpunt uitgaan, wie de schoen past trekke hem aan, maar het gaat niet aan een commissie, die haar best heeft gedaan, te verwijten dat ze niet serieus de zaak zou hebben onderzocht. Als men de zaak zoo opvat, kan men hier wel den geheelen dag blijven praten zonder tot eenig resultaat te komen. De heer VERBIEST gelooft, dat ieder voor zich tracht zijn paadje schoon te vegen. Er zijn over deze zaak nu rapporten, we hebben er het een ander over gehoord en weten, dat gedane zaken nu eenmaal geen keer nemen. Daar om ook zou spreker willen voorstellen de debatten hierover te sluiten. De heer SIMONS merkt op, dat door den heer Walder gezegd is, dat de kerstgave moesf worden gegeven aan de werlcloozen en niet aan armlastigen, terwijl hij later weer zegt, dat de grootste helft der werkloozen van de lijst werd geschrapt. Spreker vraagt, hoe dat nu eigenlijk in elkaar zit.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 78