- 13 -
Niemand, de volstrekte meerderheid behaald hebbende, heeft alsdan
een herstemming plaats tusschen v.d.Ouderaa en Goossens, waarbij
van de 15 uitgebrachte stemmen er 11 zijn op v.d. Ouderaa en k op
Goossens.
De studiebeurs zal dus worden toegekend aan E. C.v. d. Ouderaa ten
behoeve van zijn zoon Alphonsus Anna Joseph.
X. V OOR ST EL TOT HET TOEKENNEN VAN EEN STUDIEBEURS NETTO. GROOT
277 UIT HET BURGEMEESTER HULSHOFFONDS AAN DE WED. D. W.LEYS
LEYTENTE BERGEN' OP ZOOM. (Verzameling I93O No.111)
Bij de stemming worden uitgebracht 15 stemmen, waarvan 1^ op de
Wed.Leys-Leyten en 1 op den heer Dielissen, zoodat overeenkomstig
het voorstel van B W de studiebeurs dus zal worden toegekend aan
de Wed. D.W. Leys-Leyten
XI .VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE MOTOR- BH RIJWIELVERORDENING VOOR
DE'GEMEENTE BERGEN OP ZOOM.
(Verzameling 1930 No.llu).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over-e
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten,
xnRAPPORT VAN DE COMMISSIE AD HOC TOT ONDERZOEK DER REKENING
EN VERANTWOORDING VAN DE AAN DE WERKLOOZEN IN DEZE GEMEENTE
ÜITGEREIKTE KERSTGAVE.
De VOORZITTER geeft het woord aan den heer Scheffelaar als
Voorzitter der Commissie, tot nadere toelichting van het rapport.
De heer SCHEFFELAAR zegt niet veel aan het rapport te hebben
toe te voegen. De Commissie heeft de zaken goed onderzocht en
heeft alle vermelding van persoonsnamen in het rapport vermeden,
terwijl dat rapport overigens voldoende voor zich zelf spreekt.
Spreker zou alleen nog willen verzoeken om bij de bespreking van
het rapport in den Raad ook het noemen van namen achterwege te
laten.
De heer BECHT verzoekt voorlezing van het rapport.
Waar dé Raad er geen bezwaar tegen heeft, leest de Secretaris
op verzoek van den Voorzitter dan het volgende rapport voor:
Bergen cp Zoom, 29 Juli 1930»
Aan den Raad der gemeente
,J' Bergen op Zoom.
"In Uwe vergadering van 31 Januari I93O werd onze Commissie belast
"met het instellen van een onderzoek naar de wijze waarop het door
"den Gemeenteraad in zijne vergadering van 21 December 1929 toege
stane crediet voor het geven van een kerstgave aan werkloozen, is
"besteed.
Bij schrijven van 11 Maart j.l., No.20/ll9 U. gewerd ons de mede-
deeling dat door het College van Burgemeester en Wethouders als
"ambtenaar aan onze Oommissie was toegevoegd, de heer D.M.M.Geuze,
"commies ter secretarie.
In de vergadering der Commissie van ik April j.l. werd tot Voor-
"zitter gekozen het lid M.J.Scheffelaar, terwijl de vergadering
"Mevr. G.Breedvelt-de Waal als rapportrice der Commissie aanwees.
De Commissie heeft zich tot taak gesteld, na te gaan of de ver
strekte gaven in handen zijn gekomen van hen, die daarvoor volgens
"hare meening het meest in aanmerking kwamen, en zij heeft dit ge-
"daan aan de hand van de laatst bekende inkomens volgens de Rijks-
"inkomstenbelasting, zoowel wat aangaat van die der hoofden der
"gezinnen, als van die der leden van de gei nnen.
Het resultaat van dit onderzoek vindt Uw Raad in den bijgevoeg-
"den staat.
Waar het raadsbesluit inhield, dat de kerstgaven waren bestemd
"voor werkloozen op het tijdstip der uitdeeling, is de Commissie
"van oordeel, dat aan de letter van dat besluit is voldaan, doch
"zij spreekt hierbij als hare meening uit, dat het niet in de be-
doeling van den Raad kan hebben gelegen, om zich zoo streng aan
"die letter te houden, waardoor de gaven zijn terecht gekomen bij
"personen en gezinnen, die daarvoor allereerst niet in aanmerking
"mochten komen.
Verschillende toch der op de lijst vermelde personen waren met
"het oog op de enkele dagen vorst, die ten tijde der uitdeeling
"heerschte, op dat moment zonder werk, omdat ze zoogenaamd waren
"uitgevroren"doch overigens in het geheel niet "werkloos" zooals
"in algemeenen zin daaronder wordt verstaan.
