- 11 -
VIII.VOORSTEL TOT HET VERLEEN EK VAN ESN E NADERE MACHTIGING AAK
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS'TOT" HET AANGAAN VAN EEN OVEREEN -
KOMST MET DE N.V, REMAC0__TE AMSTERDAM INZAKE HET PLAATSEN. EN
E XP L OIT EE REN VAN 'AANPLAKBORDEN.
(Verzameling 193^ No. 106)
De heer VRIENS merkt opdat in de voorwaarden gesproken wordt
over het betalen van een vergoeding per_ bord. Het komt spreker voor,
dat de controle over de aan te plakken oil jetten vrij lastig zal
zijn, waar deze zaak geheel in handen is van een vreemde maatschap
pij. Naar sprekers meening kan de gemeente die zaak beter zelf
aanpakken.
De VOORZITTER zegt, dat de aontrole berust bij den Commissaris
van Politie, die elk aan te plakken biljet moet afstempelen.
De heer VRIENS vraagt, wat er gebeurt, als er biljetten aange
plakt worden, welke niet afgestempeld zijn.
De VOORZITTER zegt, dat dan de strafbepaling wordt toegepast,
welke onder de voorwaarden is opgenomen, en welke daarin bestaat
dat de overeenkomst direct kan worden opgezegd en de aanplakborden
in eigendom aan de gemeente overgaan. Spreker wijst er verder op,
dat de Raad bij zijn besluit van 1 Augustus j.l. Burgemeester en
Wethouders reeds gemachtigd heeft om een overeenkomst met Remaco
aan te gaan, en het gaat hier slechts om een nadere machtiging m
verband met de wijzigingen, welke in overleg met Remaco in de ont—
werp-overeenkomst zijn aangebracht.
De heer VRIENS merkt op, dat er dus ruggespraak is geweest ten
einde voor de maatschappij gunstiger bepalingen te krijgen.
De VOORZITTER zegt, dat door de gemeente zelf enkele bepalingen
zijn naar voren gebracht, welke, ofschoon zij ten gunste der maat
schappij waren, naar hare meening toch in de overeenkomst dienden
te worden opgenomen.
De heer VRIENS zegt zich toch niet met het voorstel te kunnen
vereenigen en verzoekt aanteekening daarvan in de notulen.
Onder aanteekening, dat de heerVriens er tegen is, wordt hierna
zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel, van Burge
meester en Wethouders besloten.
IX. VOOR STEL TOT HET TOEKENNEN VAN EEN STUDIEBEURS, NETTO GROOT
-$86,UIT HET LEGAAT VAN MEJ. Ja. La. VAN DE PUTTE. AAN DE
WED.P.VAN DONGEN, ALHIER.
(Verzameling 193® No.109)
De VOORZITTER wil als toelichting op dit punt nog mededeelen,
dat hij het werk van den door 3 W voorgedragen jongeman heeft
gezien en voor zoover hij er over kan oordeelen, is dat werk iets
heel bijzonders. Hij presteert werk el ijk meer dan het gewone. Bij
een onderhoud,, dat spreker met hem had, heeft hij ook zijn dien
sten aangeboden bij de rö-stauratie van het stadhuis. Zooals spreker
reeds zei, heeft deze jongeman een meer dan gewone aanleg Spreker
heeft o.a, van hem een stuk werk gezien, voorstellende een jonge
dame, dat werkelijk iets bijzonders genoemd kan worden.
De heer VRIENS: Was ze behoorlijk gekleed?
De VOORZITTER zegt, dat hot beeld van hout was.
Mevrouw BRE3DVELT meent, dat het toch niet in de bedoeling van
de erflaatster gelegen kan hebben om iemand van den leeftijd als
van Dongen heeft, zulk een studiebeurs te geven. Wanneer die man wer
kelijk een dergelijken aanleg heeft als door den Voorzitter hier is
naar voren gebracht, dan zullen er toch nog wel kunstliefhebbers
genoeg zijn, die hem willen steunen. Naar spreeksters meening ican
deze studiebeurs beter gegeven worden aan een der twee jongelui
van de ambachtsschool, die geslaagd zijn voor de toelating aan de
Middelbaar Technische school.
De VOORZITTER wijst er op, dat de beurs bij voorkeur gegeven
moet worden aan een kind van een behoeftige tfeduwe.
Mevrouw BREEDVELT merkt op,dat men bij dezen man, waarvan spreek
ster meent, dat hij 39 jaar oud is, toch niet meer van een kind kan
spreken. Waar bovendien deze man reeds zoovele jaren van die beurs
geprofiteerd heeft, wordt het naar hare meening nu tijd, dat er ook
een ander eens van profiteeren kan.
\r\ -f