- k -
De heer SCHEFFELAAR zou, in verhand met het advies van den Di
recteur van Gemeentewerken, dat te dezer zake is uitgebracht, wil
len vragen, onder wie deze man als ontvanger der havengelden zal
ressorteeren.
De VOORZITTER zegt, dat hij als zoodanig onder den Gemeente-Ont
vanger ressorteert. Voor wat zijn overige werkzaamheden betreft^i
staat hij echter onder den Dienst van Gemeentewerken. Bij verschil
lende instructies, welke thans ontworpen worden wordt dat alles
precies geregeld.
De heer SCHEFFELAAR kan er zich dan mee v ere enigen.
Mevrouw BREEDVELT zegt, dat deze man zoo spoedig mogelijk gehol
pen dient te worden. Men kan nu wel zeggen, dat het in orde komt
met de nieuwe regeling, maar waanneer zal die er zijn.
De VOORZITTER merkt op, dat de nieuwe ontwerp-regeling reeds
in rondlezing is bij de leden van het College van B W en dus niet
lang meer zal uitblijven.
De heer WALDER is het er mee eens, dat deze kwestie zoo spoedig
mogelijk geregeld dient te worden. Wanneer dat echter weer met
zoo1 n glakkengangetje gebeurt als bij verschillende andere zaken,
dan kan deze man zijn buikriem wel blijven aanhalen tot er niets
meer over schiet. Men zegt wel eens dat de tering naar de nering
gezet moet worden, maar bij dezen man zou er tenslotte nog slechts
de tering overblijven. Spreker hoopt dan ook, dat die man zoo spoe
ding mogelijk geholpen zal worden.
De heer SIMONS vraagt, of voor dezen man nergens een bijbaantje
te vinden is, b.v, aan de gasfabriek, waar toch dikwijls menschep
noodig zijn. Op die wijze zou hij misschien weer wat geholpen zi jn.
De heer VRIENS zou over deze kwestie enkele inlichtingen willen
vragen. Er is al eens meer een nieuwe regeling der haven- en lig
gelden in uitzicht gesteld, o.a. door den voorganger van den Voor
zitter, welke echter ook niet is doorgegaan. Naar sprekers meening
is deze man er dus niet veel mee gebaat, als hij daarop moet wach
ten en hij onddr de ongunstige omstandigheden van thans moet blij
ven voortleven. Door het stilvallen van de suikerfabriek is deze
man erg in zijn financieelen toestand getroffen, terwijl hij ook
door de opheffing van zijn betrekking als concierge der gemeente
muziekschool weer minder inkomsten kreeg. Er is indertijd gezegd,
dat hij belast zou worden met het schoonhouden der school inplaats
van de werkvrouw, maar spreker gelooft, dat dit toch nog altijd
door een werkvrouw gedaan wordt, zoo dat de man naar sprekers mee
ning niet meer inkomen heeft dan dat van de haven. In de stukken
staat nu, dat de man een inkomen heeft van 20,per week en
naar aanleiding daarvan zou spreker graag vernemen, hoe het nu
eigenlijk hiermede gesteld is.
Wethouder KIEPE zegt, dat toen Schenkenberg tot ontvanger der
haven- en liggelden werd aangesteld, hij een instructie gekregen
heeft, waardoor hij vast hoeveel hij zou krijgen. Zijn salaris
werd daarin bepaald op 650,plus 5$ van de meerdere haven
gelden dan 10.000, De havengelden bedroegen indertijd steeds
minstens I5OOO,zoodat hij dus ~J>00a 400,meer kreeg.
Waar nu door het stil vallen van de suikerfabriek deze man - maar
ook de gemeente - een leelijken strop heeft, hebben B W getracht
een oplossing voor hem te vinden» Er werd geklaagd over het slecht
schoonhouden der boter—~en oierenhal, en dat werk alsmede het
schoonhouden der muziekschool werd toen aan Schenkenberg opgedra
gen, temeer waar de werkvrouw, die het tot dan toe gedaan had 41
oud werd en Schenkenberg het toch reeds half en half in haar plaats
deed. Voor dit schoonhouden ontvangt hij per jaar 4l6, zoodat
hij met zijn salaris van 650,als ontvanger van haven- en lig
gelden en den kindertoeslag, dien hij ontvangt, op het oogenblik
komt aan een bedrag van ruim 20,per week. A.R.K.A. verzoekt
thans om het salaris van Schenkenberg als ontvanger van haven- en
liggelden op een andere wijze te regelen en zooals bij de stukken
reeds is medegedeeld, stellen B W "zich voor, dat te doen bij de
nieuwe regeling voor de haven- en liggelden, welke in voorberei
ding is.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad hiermede dan accoord.