- 2 -
meening had het best op de aanvullingsagenda kunnen staan, omdat
het daarvoor tijdig genoeg was ingediend.
De VOORZITTER merkt op, dat hij het schrijven van den heer Wal-
der eerst Dinsdagavond op zijn tafel heeft gevonden.
De heer WALDER zegt, dat zulks toch niet zijn schuld is, daar
hij het Dinsdagmorgen reeds in de bus van het stadhuis bezorgd
heeft. Overigens wijst spreker er op, dat ook volgens de gemeente
wet een raadslid altijd het recht heeft een voorstel in te dienen.
Wat nu dit onderwerp betreft spijt het spreker erg, wanneer de
andere raadsleden niet weten, hoe de toestand momenteel is. Spre
ker gelooft echter wel, dat die in heel Bergen op Zoom bekend is,
en hij begrijpt niet, wat er op tegen kan zijn om dit punt aan de
agenda toe te voegen.
De VOORZITTER is van meening, dat deze zaak best nu behandeld
kan worden en stelt dan ook voor dit punt aan de agenda toe te
voegen
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
De VOORZITTER stelt dan aan de orde punt I der agenda:
VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DER RAAD VAN
1 AUGUSTUS 1910.
De heer SCHEFFELAAR merkt op, dat op bldz.32> der concept-notu-
len de laatste zinsnede van het door hem gesprokene niet juist weer
geeft hetgeen hij gezegd heeft. Spreker weet niet precies meer hoe
hij zich heeft uitgedrukt, maar wanneer de zin: "dat voor deze
werkzaamheden ook een extra post had moeten komen" gewijzigd wordt
in: "dat voor deze werkzaamheden door den Raad ook een extra post
moet worden gevoteerd", komt het vrijwel neer op hetgeen hij
daaromtrent betoogd heeft. Spreker verzoekt dan ook die wijziging
alsnog aan te brengen.
Waar de Raad er geen bezwaar tegen heeft, zegt de VOORZITTER
de door den heer Scheffelaar verzochte wijziging toe.
De heer WALDER heeft een aanmerking over hetgeen vermeld staat
op bldz.20 der concef>t-notulen, waar gesproken wordt over de indee
ling in de 3e klasse van de gemeente Schiedam. Naar sprekers mee
ning is hetgeen daaromtrent Mn de notulen staat, niet juist weer
gegeven. Door den Voorzitter is de opmerking gemaakt, dat Schiedam
in de 3e klasse was ingedeeld en later is dat nog door den heer
Simons gezegd. Spreker zegt zich dit nog zeer goed te kunnen herin
neren. |!en overvloede heeft hij ook de verslagen van die vergade
ring in de kranten er op nageslagen, waar het ook in stond als
spreker hier mededeelt. Ook de persoon, die de notulen voor de
gemeente maakt, deelde spreker op zijn desbetreffend verzoek mede,
dat het zoo gegaan was. Ook het cijfermateriaal in deze kwestie
is in de notulen heel wat uitgebreider dan inden Raad naar voren
gebracht is. Spreker vindt het echter eigenaardig, dat in de notu
len de mededeeling van den Voorzitter betreffende de indeeling
van Schiedam niet juist is weergegeven, temeer waar het verslag
in de kranten toch vrij goed is en dat in de "Avondster" hierom
trent zelfs zeer uitvoerig. Spreker zou de notulen op dit punt
dan ook gewijzigd willen zien.
De VOORZITTER is het niet met den heer Walder eens, en zou
den heer Simons willen vragen, of deze zich nog kan herinneren
dat hij eerst de mededeeling, dat Schiedam in de 3e klasse
geplaatst was, heeft gedaan.
De heer SIMONS zegt, dat hij het eerst die mededeeling gedaan
heeft, toen hij den heer Walder interrumpeerde met de vraag in
welke klasse Schiedam waB ingedeeld. De heer Walder zei toen,
dat hij zulks niet wist, waarop spreker gezegd heeft, dat die
gemeente ook in de Je klasse was geplaatst.
De heer WALDER weet wel, dat de heer Simons zulks gezegd heeft,
maar dat geschiedde volgens hem later. De Voorzitter had die mede
deeling tevoren al gedaan.
De VOORZITTER ontkent dit en zegt, dat hij die mededeeling
gedaan heeft op gezag van den heer Simons, daar hij er zelf niets
van wist.
De heer WALDER zegt zeker te weten, dat het niet zoo is. Eerst
is het door den Voorzitter gezegd en later is het door den heer
Simons herhaald, waarbij spreker toen nog gezegd heeft, dat hij
zulks niet geloofde. De heeren Simons en Mourer interrumpeerden
toen nog, dat hij
•t - r-
't.