TIENDE VERGADERING. Vrijdag 26 September 1930, des namiddags om 2 uur. Voorzitter: de heer P.A.F.Blom, Burgemeester. Aanwezig Mevrouw G. G.Breedvelt-de Waal en de heeren M.A, Verbiest, L.A.Simons, J.Demmers, A.Mourer, E.A.G.Kiepe, H.Walder, W.K.Dik- land, M. J. Scheff elaar, A.Loos, Adriaan Juten, S.A. Musters, G.Becht, P.Antheunis, A.Vriens en B. Krui ze. Afwezig met kennisgeving de heer M.P.J.Jansen. Secretaris: de heer J.A.van de Wouw. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor eerst in be sloten zitting over te gaan. Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. De VOORZITTER schorst dan de openbare vergadering, waarna de Raad overgaat in besloten zitting. Na heropening deelt de VOORZITTER mede, dat van den heer Jansen bericht is ingekomen, dat hij wegens ziekte verhinderd is deze ver gadering bij te wonen. Spreker stelt voor dit schrijven voor ken nisgeving aan te nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. De VOORZITTER deelt verder mede, dat van den heer Walder een verzoek is ingekomen om te mogen spreken over de werkverschaffing en het in 't leven roepen van een steunregeling, en dit punt toe te voegen aan de agenda voor deze vergadering. De heer BECHT stelt voor dit punt aan te houden tot de volgende vergadering. Wanneer men op deze manier doorgaat wordt de agenda steeds uitgebreider. De heer WALDER meent, dat zulks toch iets nieuws zou zijn in de wetgeving in Nederland. Spreker meent, dat toch elk lid van den Raad de bevoegdheid heeft te allen tijde voorstellen bij den Raad in te dienen, welke voorstellen de Raad dan in behandeling kan nemen, tenzij deze verklaart, dat het punt niet urgent is* Naar sprekers meening is de werkverschaffing echter zeer urgent en daarmede zal de Raad het toch wel eens zijn. Het zou er mooi uit zien, wanneer een verzoek tijdig bij den Voorzitter van den Raad werd ingediend ter behandeling in de vergadering en het werd dan maar zonder meer aangehouden tot de volgende vergadering. De heer VERBIEST is van meening, dat de heer Walder groot ge lijk heeft en is er voor het punt aan de agenda toe te voegen. De heer DEMMERS maakt bezwaar tegen behandeling van dit punt in deze vergadering, omdat er steeds meer gebruik wordt gemaakt om op deze manier, nadat de raadsleden de agenda en de stukken hebben thuis gekregen, nog punten aan de agenda toegevoegd krijgen Spreker is daar op tegen omdat de andere raadsleden van dergeiij e verzoeken, doordat ze niet op de agenda staan, niets afweten en zich niet op de hoogte kunnen stellen, waardoor onbillijke beslui ten kunnen worden genomen. De heer MUSTERS zegt zich te kunnen indenken, dat een raadslid iets naar voren wil brengen, wat z.i, dringend noodig is. Waar de kwestie der werkloosheid ook naar zijne meening urgent is, heeft spreker er geen bezwaar tegen aan het verzoek van den heer Walder te voldoen. De VOORZITTER zegt, dat bij de indiening van het verzoek aan de voorschriften van het reglement van orde is voldaan. Het kan dus aan deze agenda worden toegevoegd, tenzij de Raad verklaart, dat het niet urgent is en tot de volgende vergadering kan worden aangehouden. Het schrijven is echter 2 x 24- uur voor de vergade ring van den Raad ingekomen. De heer BECHT heeft alleen maar bezwaar tegen behandeling in deze vergadering gemaakt, omdat men zich van deze zaak niet op de hoogte heeft kunnen stellen en het dan moeilijk is om een goed besluit te nemen, wat niet het geval is met de stukken welke men thuis gekregen heeft en rustig heeft kunnen bestudeeren. De heer WALDER zegt, dat hij reeds Dinsdagmorgen zijn verzoek in de bus van .het stadhuis heeft gedaan, zoodat het schrijven dus reeds langer dan 2 x 24- uur was ingediend. Dat het niet op de aanvullingsagenda, welke spreker eerst Woensdagmiddag in zijn bezit kreeg, stond vermeld, is niet sprekers schuld. Naar zijn

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 60