A - 20 - den Raad te brengen, omdat op hèt daartoe door het Ooilege van B 1 gedaan verzoek, de liquidateuren van de suikerfabriek "Zee land" er geen genoegen mee konden n-,men, dat de haven werd afge sloten. Was dit niet het geval geweest en had men door kunnen gaan zooals aanvanaeiijk het plan was, en zooals mer. ook gehoord had, dat er absoluut geen prij»3 op het openhouden der haven werd gesteld dan hadden B W het goedkoopste bedrag ,roor de uitvoering genomen, Waar aanleiding van de besprekingen in don Raad echter, hebben B W nadoen besloten om het werk te gunnen voor p*l-0C0,- Hoppen- brouwers is toon aar. het werk gegaan en ueeft tegelijkertijd stap pen aangewend bij do liqiüateuren vai; de Zeeland om alsnog gedaan te krijgen, dat de haven droog gezet kon worden. Dit werd gedaan omdat men algemeen van oordeel was, dat afwerking in het droog voordeeltger zou zijn. De aannemer is in zijn poging bij de Zee land ook geslaagd en kwam toen bij B W met het verzoek om het werk te mogen uitvoeren in het droog. Gezien echter de besprekin gen in den Raad, meenden B W zich te moeten houden aan de natte uitvoering. Hoppenbrouwers heeft toen een damwand in de haven ge slagen, maar nadat deze klaar was, bleek dat het water er nog op een plaats onder door schoot. Bij onderzoek kwam toen vast te Staan dat de ondergrond van dien aard was, dat het water niet kon worden gekeerd, en daarom werd besloten een dubbelen damwand te slaan. Dat alles hield echter de uitvoering van het werk veel tegen en Hoppenbrouwers kwam opnieuw bij het College van B W met het ver zoek om in het droge te mogen werken, waarbij door hem de schrifte lijke mededeeling van de liqiüateuren van de Zeeland werd overge legd, dat de haven kon worden afgesloten tot October. Teneinde het werk te bespoedigen, hebben B W toen maar besloten het werk in het droge te laten uitvoeren. Hierna werd begonnen aan het af sluiten van de haven. Daarbij bleek echter, dat de dam welke men had aangebracht, niet sterk genoeg was en doorbrak tengevolge waar van het water weer de haven instroomde. Direct is toen weer begon nen met het maken van oen nieuwe afsluiting, welke nu dezer dagen klaar zal komen, zoodat het werk dan weer voortgang kan hebben. Dit is volgens spreker in het kort de geschiedenis van dit werk. Spr elcer is het er mee eens, dat hieromtrent geen verdere besprekin gen worden gevoerd, als de heer Vriens er niet bij is. Wanneer ech ter de heer Vriens er geweest was, had spreker toch aan den Raad willen voorstellen om voor de technische toelichting van deze aan gelegenheid, den Directeur Ingenieur van Openbare Werken bij even- tueele besprekingen in den Raad tegenwoordig te doen zijn. Men krijgt dan vanzelf nog meerdere inlichtingen, welke speciaal den technischen kant van de zaak belichten. Nu de heer Vriens er echte: niet is, kan spreker er zich wel mee vereenigen, dat deze zaak wordt aangehouden. De heer Scheffelaar zegt, dat hetgeen de Wethouder hier heeft medegedeeld, hom bekend was. Voor spreker blijft echter de vraag voor welk bedrag het werk nu wordt uitgevoerd, voor 4*9500,of voor 5*1000, Wethouder JUTEN zegt, dat het werk gegund is voor 5^000, in het nat, en B W ook van meening zijn, dat dit bedrag toch moet worden betaald. De heer SCHEFFELAAR was ook van meening, dat het zoo moest geburen, vooral waau de voorbereidende werkzaamheden voor de natte uitvoering reeds voor 2/3 klaar waren. Spreker zou dan nog willen vragen, voor wiens rekening do kosten zijn, welke gemaakt worden voor den damwand waaraan men nu bezig is. Wethouder JUTEN zegt, dat onder het bedrag van 5^*000,een bedrag van 3000,is voor onvoorzien, en dat naar de meening van B W die kosten uit dat bedrag moeten worden bestreden. De heer SCHEFFELAAR is het daarmede niet eens. Het betreft hier een geheel nieuwe uitvoering van het werk en z.i. mogen de kosten daarvoor niet gehaald worden uit den post onvoorzien. Naar spre kers meening moet de Rae.d voor dat bedrag een nieuw crediet ver leen en. Wethouder KIEPE merkt op, dat de aannemer zelf heeft voorgestel om het uit dien post te halen, zoodat daar dus wel geen bezwaar tegen kan zijn.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 52