4. - IS - De VOORZITTER deelt mede, dat neg een adres is ingekomen van de bewoners van den Antwerpschenstraatweg voorbij de Stalenbrug,waar in verzocht wordt om evenals de stad ingedeeld te worden in de 6e klasse der personeels belasting. Waar het verzoek te laat is inge- ko men, stelt spreker vooi het aan to houden tot volgend jaar deze materie opnieuw onder de oogen worut gezien. Zonder hoofdelijke stemming gaar de Raad daarmede accoord. De heer MUSTERS zou willen vragen, wat iemand betaalt aan die 23 opcenten met een inkomen van 1000,--. De heer WALDER zegt, dat zulks niets met het inkomen te maken heeft. Het gaat hier over de personeels belasting, welke de huur waarde en den inboedel betreft. Spreker vindt het treurig, dat hier menschen zitten, die van de zaak zelf niets weten sn niets begrijpen en dan toch nog een groot en mond opzetten. De VOORZITTER meent, lat het debat thans gevoeglijk kan worden gesloten en zal thans de diverse entwerp-besluiten achtereenvol gens in stemming brengen. Zonder hoofdelijke stemming worden hierna vastgesteld de ver ordeningen toe heffing van opcenten op do hoofdsom der vermogens belasting en de verorde ring tot invordering van opcenten op de hoofdsom der vermogensbelasting. Bij de verordening tot heffing van opcenten op de hoofdsom der personeele belasting stelt de heer WALDER voor de menschen, die vroeger de 23 opcenten niet betaalden, ook nu daarvan vrij te stellen* De VOORZITTER zegt, dat dit heel moeilijk gaan zal, en ook nier. bekend is, wie het wel en wie niet betaalde. De heer BECHT is van meening, dat het 11 beste is te besluiten overeenkomstig het voorstel van B W. Zonder hoofdelijke stemming worden dan overeenkomstig het voor stel van B W vastgesteld de verordening tot heffing van opcen ten op de hoofdsom der personeele belasting en de verordening tot invordering van opcenten op de hoofdsom der personeele belasting. Bij de verordening tot heffing van opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelast'ing stelt de heer WALDER voor in artikel 1 de 72 opcenten te wijzigen in 80. De heer BECHT zegt dit niet goed te begrijpen, daar de heer Walder eerst wilde verlagen en nu weer wil gaan verhoogen. De heer WALDER zegt dit voorstel te moeten doen in verband met zijn voorstel om de gemeente te plaatsen in de 2e klas. Besloten wordt dan eerst de verordening tot rangschikking der gemeente in een der klassen van de gemeentefondsbelasting te behandelen. De heer WALDER stelt voor de gemeente te plaatsen in de 2e klasse. Dit voorstel wordt door den VOORZITTER in stemming gebracht en verworpen met 10-3 stemmen. Voor stemden de heeren Walder, Krui ze en Jansen. Tegen stemden de heeren Simons, Mourer, Dommers, Musters, Kiepe, Juten, Becht, Scheffelaar, Verbiest en Antheunis. Zonder hoofdelijke stemming worden dan overeenkomstig het voorstel van B 1 vastgesteld de verordening tot rangschikking der gemeente in een der klassen van de gemeentefondsbelasting, de verordening tot heffing van opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting, en de verordening tot invordering van opcenten op de hoofdsom der gemeerttefondsbelasting. Bij de verordering tot indeeling der gemeente in een der klassen van de personeele belasting s telt de heer WALDER voor, de gemeente inplaats van in de 6e en Se klasse te plaatsen in de 5e en 7e klasse. De heer BECHT vraagt, of bij benadering te zeggen is, welk verschil dat voor de gemeente in opbrengst zal maken. De VOORZITTER zegt dit niet te kunnen zeggen. De heer BECHT acht het dan het beste, om maar te besluiten overeenkomstig het voorstel van B W, want spreker voelt er niets voor om iets te besluiten, waarvan men de draagwijdte niet kent. Waar het voorstel van den heer Walder voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER het in stemming, waarbij het wordt verworpen met 10-3 stemmen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 50