- 13 -
is,waaruit elk lid had kunnen zien, wat het beteekende als de
gemeente in de eerste, tweede of derde klasse werd ingedeeld.
Bij zulk een gewichtige materie is het toch van het allergrootste
belang,wanne er ieder lid van den Raad een zoo duidelijk mogelijk
overzicht krijgt van de-kwestie. Nu weten we echter niets en het
zou toch wel gewen och t gewee&t sijn, .r&hneer we sons hadden kunnen
zien wat b.v. deze regeling be teekent voor de minder gesitueer
den. Naai" sprekers meening hebben de leden van den Raad nog geen
10% gekregen van de gegevens, welke men had kunnen geven, waardooi
zij ook niet in staat zijn om met kennis van zaken in deze hun
stem uit te brengen. Spreker zou dan ook willen voorstellen om
dit punt aan te houden tot de volgende vergadering, waardoor
B v/ gelegenheid krijgen om eer'sc eens een schema als door
spreker bedoeld, in elkaar te zetten, zoodat de leden van den Raao-
met meer kennis van zaken kunnen onrdeelen en beslissen.
De heer LïUSTERS zegt zich wel eenigszins met hetgeen door den
heer Scheifelaar is opgemerkt, te kunnen vereenigen. Het was wel
wenschelijk geweest, wanneer er een schema geweest was, waarin men
het verschil had kunnen zien tusschen den bestaanden toestand en
zooals die worden zal. Spreker begrijpt echter niet, waarom de
heer ./aider niet met cijfers gekomen is. Dt ze zegt wel, dat het
niet juist is, wat in de voorstellen staat, maar stelt daar toch
geen andere cijfers tegenover.
De heer WALKER merkt op, dat hij toch cijfers gegeven heeft.
Zijn bemerkingen zijn gemaakt aan de hand van hetgeen in de
stukken staat.
De heer SCHEEEELAAR wijst er nog op, dat in de stuleken staat,
dat de Commissie van financiën met deze voorstellen accoord gaat.
Spreker zou willen vragen, of de Commissie daarin homogeen was.
De VOORZITTER wil dan de verschillende sprekers even beant
woorden. Door den heer 'Talder is op de eerste plaats gezegd, dat
de cijfers, welke door 3 gegeven zijn, vaag zijn en niet
duidelijk. Spreker heeft deze vergadering eerst heden kunnen
beleggen, omdat de ambtenaar, die belast was met de voorbereiding
van deze aangelegenheid, een dag of tien ziek geweest is. Daarom
ook is zoo kort te voren de Commissie eerst bij elkaar geroepen
kunnen worden. Het spijt spreker, dat de heer Jalder niet op die
commissievergadering geweest is, omdat deze der, een goed inzicht
had kunnen krijgen hoe deze zaak in eikender zit. Spreker heeft
in die vergadering aan de leden een schema voorgelegd van de
beteekenis van deze voorstellen, en nadat hij die had toegelicht,
waren de aanwezige leden het met de voorstellen geheel eens.
Janneer ae heer Jalder ock naar die vergadering gekomen waszou
hij die gegevens ock hebben gekregenmaar a^g men iets te zeggen
heeft en men is niet op de vergadering geweest, dan gaat het niet
aan om te klagen over gebrek aan gegevens. Spreker heeft in die
vergadering zijn best gedaan aan de leden duiaelijk uit tq leggen,
hoe deze kwestie in elkaar zit en hij gelooft duarin ook ijeel goed
geslaagd te zijn. De heer Jalder schijnt deze materie bui fcenge-
woon moeilijk te vinden, nu eens spreekt hij over de classificatie
dan weer over de geheele belasting en over misleiding. De heer
Jalder is echter zelf zoo vaag in zijn betoog, dat men niet goed
weet, v/aar hij nu eigenlijk heen wil. Is het misleidend, zou
spreker willen vragen, dat de gemeente geplaatst wordi in de 3e
klasse of in ae 6e klasse voor de personeele belasting Deze
indeeling is hoofdzakelijk een kwestie van overweging geweest,
waarbij men alle mogelijke inzichten had. Jaar echter de toestand
slechts voor den tijd van een jaar was meenden we, dat getracht
moest worden de belastingen zooveel mogelijk te doen aansluiten
aan den bestaanden toestand. Evenals den Bosch, dat besloot tot
plaatsing in de tweede klasse en Schiedam, zooals de heer Simons
zeide, in de derde, hebben B 'J gemeend uit een oogpunt van voor
zichtigheid zooveel mogelijk den bestaanden toestand te moeten
handhaven. Het is niet anders dan voorzichtigheidshalve, omdat
we nog niet weten, hoe c.eze zaak zal marcheeren. En dat weet ook
niemand, want alle cijfers in deze berusten op gissingen. Dat
blijkt ook duidelijk uit de mededeelingen van den Minister, die
evenals de Inspecteur der belastingen, die de cijfers moest ver
strekken, zich tot niets konden binden. Vandaar dan ook, dat wij
tenslotte dit voorstel gedaan heboen om de gemeente in de derde