ft
- 3 -
De Commissie tot onderzoek der geloofsbrieven wordt op ver-
zoek van den VOOBZITTHB gevormd door de he oren VerbiestMusters,
en Simons.
De VOOBZITTEB öchorst dan de vergadering om de Commissie in
do gelegenheid te atellen voor haar onderzoek.
Na heropening der vergadoring door den Voorzitter brangt
de Commissie bij monde van den heer SIMONS het volgende verslag
uit:
De Commissie ad hoe tot onderzoek van den geloofsbrief
"van het niou\7 inkomende lid M.P.J.Jansen;
Ovewegende,dat zij don geloofèbrief met bijbehoorende
"stukken heeft onderzocht en in orde bevonden;
dat zich geen wettelijke bepalingen verzetten tegen het
"zitting nemen van voornoemd lid;
adviseert:
"tot toelating van den heer M.P.J.Jansen, als lid van den
"Gemeenteraad van Borgen op Zoom."
Zonder hoofdelijke stemming besluit do Baad hierna tot toe
lating van den heer M»P.J.Jansen, en verzoekt de VOOBZITTEB
den Secretaris om den heer Jansen binnen te leiden.
De VOOBZITTEB vraagt den heer Jansen, of deze den eedof de
belofte wil afleggen.
De heer JANSEN zogt de belofte te zullen afleggen.
Nadat de VOOBZITTEB den heer Jansen de vereischte belofton
heeft afgenomen, en deze zijn plaats in de Saadszaal heeft in
genomen, zegt spreker hem een enkel woord te willen toespreken.
Uit de woorden, die spreker den voorganger van den heer Jansen,
den heer De Jong, in de vorige vergadering bij zijn afscheid
heeft toegesproken, heeft men kunnen zien, dat zijn tegenwoor
digheid hier in den Baad op hoogen prijs werd gesteld. Do hoer
De Jong heeft in don Baad dan ook een groote leegte ac&fcer
galaten, wat het voor zijn opvolger des te moeilijker zal maken
om die aan te vullen. De taak toch, die aan oen lid van den
Baad is toebedacht is een veelzijdige. Hij heeft zich uit te
spreken over alle mogelijke onderwerpen, waaraan soms tal van
moeilijkheden verbonden zijn. Onderwerpen waar men zich van
huis uit nooit iets heeft aangetrokken en waarin men zich nu
zal moeten gaan inwerken. Eu zullen zich bij het nemen van
beslissingen moeilijkheden voordoen, die een lid van den Baad
in tweestrijd brengen, omdat hij door zijn belofte gebonden is
moe te werken aan hot algemeen belang. Er zullen zich onder
werpen voordoen, die men kent, maar er zullen er ook komen, waar
aan men nooit de minste aandacht heeft besteed, en al die werk
zaamheden eischen van een lid van den Baad een groote werkkracht,
die nog grooter \7ordt doordat hij zoovele commissievergaderingen
voor niets zal moeten bijwonen en daaraan soms zijn he el en tijd
moet besteden. Spreker hoopt echter, dat ook de heer Jansen zal
willen meef/erken om het algemeen belang te bevorderen. Spreker
roept hem een hartelijk welkom toe, nu hij hier heeft plaats
genomen en meent wal te mogen zoggen, dat zijn tegenwoordigheid
op hèogen prijs wordt gestold. Spreker hoopt en vertrouwt, dat hi
mot alle kracht in het belang der gemeente werkzaam zal zijn.
Spreker wenscht tenslotte den heer Jansen hartelijk geluk met zij
benoeming en installatie als lid van den Baad en hoopt, dat het
hem gegeven mag zijn nog lange jaren als lid van dit College
zitting te mogen hebben.
Door applaus betuigt de Baad hiermede zijn instemming.
De heer JANSEN zegt den Voorzitter dank voor de hartelijke
v/oorden tot hem gesproken, alsmede don Baad voor de daarmede
betuigde instemming. Spreker hoopt mot de overige leden goed te
kunnen samenwerken. Spreker weet, dat hem als raadslid zware
eischen zullen worden gesteld. Als bestuurder van een groote
organisatie heeft spreker heel wat werkzaamheden, maar spreker
gelooft, dat hij juist als bestuurslid de zaken dor organisaties
hier in den Baad het best kan behartigen. Zooveel in zijn vermog*
ligt, zal spreker meehelpen om het gemeentebelang te bevor
deren. Alles zal ochtor niet ineens kunnen gebeuren en dan denkt
spreker hierbij aan do vele zaken, welke bij de werklieden nog
verbetering behoeven en die spreker door de organisatie hoopt
te verkrijgen. Zij kunnen daarbij steeds op zijn steun rekenen.
Als organisatieman hoopt spreker ook zijn beste krachten te