- 15 - geweest zooals ook uit de notulen blijkt en spreker blijft daar bij zonder zich van praatjes of opmerkingen hieromtrent iets aan te trekken. Die praatjes zijn weer iets echt Bergsch en spreker begrijpt niet, hoe de vier onder te eken aar s van het verzoek tot hun gevolgtrekking gekomen zijn. Spreker wil er op wijzen,dat hij zelf eerst een geheel anderen naam in gedachten had,maar omdat van andere zijde deze naam genoemd werd,heeft spreker toen dat voorstel gedaan. Mevrouw 3KEEDVSLT zegt,dat toc-n de heer Musters in de vorige vergadering ine t het voorstel van Pomonalaan kwam, zij daaruit den indruk kreeg,dat het een persoonlijke wraakneming van den heer Musters was. In die meening werd zij nog versterkt toen zij een strooibiljet in honden kreeg uit den verkiezingstijd in 1927, welk biljet ge teekena was met den nam: Eenige Pomonisten, en waarin behandeld werd een kwestie tusschen den heer Musters en Pather van Mansfeld. Naar spreeksters meening handelt men niet in het belang der gemeente door een persoonlijke kwestie op dje manier uit te vechten. Daar moet en mag men den Raad niet voor gebruike n De VOORZITTER merkt op,dat moor den heer Musters hier open lijk is verklaarddat er bij hem geen wraakneming achter zat. Naar sprekers meening is cle zaak daarmede afgedaan. Mevrouw 3REEDVELT vindt het dan toch wel toevallig,dat do heer Musters juist aen naam Pomona voorstelde. Spreekster kan nu na de verklaring van den heer Musters niet anders dan aannemen en ge- 100ven wat hij gezegd heeft,maar naar spreeksters meening past het dan toch nog niet om den naam van onze Koningin hier te doen wijken voor dien van een heidensche godin. Spreekster is boven dien van oordeel,dat de hoveniers er heusch niet minder van zullen worden,of die loon nu dien naam draagt of niet. De VOORZITTER voelt persoonlijk ook niets voor den naam van Pomona,maar dat is tenslotte een kwestie van persoonlijken smaak. Mevrouw BKEEUVELT zegt,dat ofschoon zij met de verklaring van den heer Musters genoegen neemt, zij toch niet inzie twaarom die laan Poraonal&an meet worden genoemd en zou dien dan ook gaarne alsnog veranderd zien. De heer 'VALUER zou het op de eerste plaats willen hebben over het verzoek van de vier leden van dén Raadwaarin niet meer of minder staat dan dat het een wraakneming was om dien naam aan die laan te geven. Spreker meent,dat hetgeen daar staat dan ook in houdt een beleediging voor de meerderheid van den Raad en zeker voor die leden,die voer dat voorstel gestemd hebben, en vindt het een fout om een dergelijk woord in het verzoekschrift te gebruiken Zoo iets is voor de andere leden van den Raad een steen des aan stoots. V/ij zitten hier allemaal als mensehen en zien zoo tegen de verschillende zaken aan. Spreker kan diet aannemendat in de vorige vergadering een der leden een bijbedoeling heeft gehad met aen naam Pomona!aan te doen aannemen. Overigens is in deze ge schiedenis nog iets,wat spreker niet bevalt en dat is wel de rol, die de burgemeester van Bergen op Zoom in deze gespeeld heeft. Spreker heeft van betrouwbare zijde vernomen,dat door den ourge- neester gezorgd is,dat door de bewoners van die laan een adres zou v/orden ingediend om verandering van dien naam. Spreker weet, dat de burgemeester daartoe oa. den heer Kenning heeft opgebeld. Een dergelijke wijze van handelen komt naar sprekers meening niet te pas en kan alleen leiden tot het aanblazen van kleine vuurtjes, welke er in deze gemeente zooveel zijn. De VOORZITTER gelooft,dat de heer "./aider zich vergist. Er komt nog iets anders bij. De heer VALUER zegt,dat het niet aangaat,dat de burgemeester, wanneer de Raad in meerderheid een besluit genomen heci t, achter.k de menschen gaat opwarmen om weer wijziging in dat oe«lui t te brengen De VOORZITTER zegt,dat de mededeeling van den heer "./aider niet he el em aal j ui s t i s De heer Y/ALEER verzoekt aen Voorzitter hem toch niet elk oogen- blik te interrumpeer^n. Spreker heeft den Voorzitter ook la,ten ui t spreken ,en nu hij zelf -aan het woord is, v/enscht hij ook niet telkens onderbroken te worden. De Voorzitter kan,naar spreker zegt,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 83