- 14 - wraak te nemen. Spreker is den oak van meening,dat het besluit moet worden gehandhaafdwat meer de waardigheid van het College zal verhoogen dan welk ander besluit ook. De heer MUSTERS zegt,dat teen hij deze week de aanvullings agenda thuis gekregen had, hij zich heeft afgevraagd: '.Vh&t is a name? Paar halen de voorstellers de gedachte vandaan,dat het voorstel om die laan Pomonalaan te noemen,een wraakneming is? Spreker heeft dien naam naar voren ge 'orach tzonder daarbij aan e enige wraakneming te denken, hij had even goed iederen anderen willekeurigen naam kunnen noemen, hij nam echter dezen omdat die hem heel ge schikt en goed voorkwam. Spreker begrijpt niet,waar op de bewering van wraakneming gebaseerd is en waarom nu juist van hem gedacht moet worden,dat hij dit uit wraakneming zou hebben gedaanDat men spreker zulks in de schoenen tracht te schuiven,zou naar sprekers meening afgeleid kunnen worden uit een oude ge schie de ni s, welke men weer tracht op te halen, doch als men daarop verder ging,zou men hier niet kunnen spreken van een wraak maar van een weerwraak. Ook andere leden van den Raad heb ben toch wei eens iets gedaan,waar men een aanmerking op zou kunnen maken en spreker begrijpt niet,waarom nu juist van deze zaak zooveel praat gemaakt moet worden, en het als een persoonlij Je iets moet worden opgevat. Géén der onder teekenaren van het ver zoek, noch de heer Vriens, noch de heer scheffeh aarnoch de heer Dikland -zijn hier ooit persoonlijk geweest bij de besprekingen. De heer Vrieno is reeds 18 jaren lid van den Raad,zoodat men mag ver onder stellen,dat deze geheel op de hoogte is met den gang van zaken. Men kan dus ook wel aannemen,da t hij -weet dat, als dd meer derheid van den Raad een besluit neemt,de minderheid zich daarbij heeft neer te leggen. Uanneer men dat niet kan,moet men geen lid van den Raad zijn. Voordat spreker lid van den Raad was,heeft hij steeds trouw de verslagen van de Raadszittingen gevolgd en naar aanleiding daarvan mag spreker niet zeggen ooit een keer gemerkt te hebben,dat de heer Vriens persoonlijk ia geweest. Dat is hij naar sprekers meening ook nooit,hetzij het gaat over van Dijck- jpetit, of over den- Directeur van Gemeen tewerkenof over een kwes tie als van Stouthart; hij handelt dan steeds in het be lang van de gemeente en is geheel onpar tijdig, dat is sprekers vaste over tuiging. Spreker zou den heer Vriens dan ook willen vragen,hoe hij komt op de gedachte om van hem nu wel aan te nemendat hij dat voorstel gedaan heeft om wraak te kunnen nemen op een ander Spreker vindt zulks een beleediging voor hem als Raadslid. Spreker heeft over deze aangelegenheid eens nagedacht en meent hierover twee punten na-ar voren te kunnen brengen. Op de eerste plants zou het kunnen liggen aan sprekers weinige-kennis. Spreker zegt maar een raadslid van den kouden grond te zijn,maar gelooft toch datzoo'.Is men dat in spreke rs boeaeroenenbuurt zou zeggen achter dit alles een politieke zet gezocht moet worden, spreker zegt het hier niet,maar zou toch met evenveel recht van de heeren onderteekenanrs kunnen zeggen,dat ze dit verzoek hebben ingediend uit een politiek oogpunt, en hij kan dat met evenveel recht zeggen als die heeren van hem beweren,dat hij dat voorstel uit wraak gedaen heeft. Spreker wil echter niet aannemen,dat men er een politiek zaakje van heeft willen maken en verondersteltdat die leden te goeder trouw gehandeld nebben. Toch moet er een reden voor zijn om te veronderstellen, dat spreker uit wraak dat voorstel zou hebben gedaan. Daarvoor moet dan toch eenig bewijs zijn en dat zou spre ker dan toch graag vernemenDaarbij moeten dan echter eerst alle in de stad loopende praatjes uitgeschokeld wordenwant de leden zullen ook we 1 weten,dat het zeer gevaarlijk is om dergelijke Praatjes zonder meer aan te nemen. Vet het adres van de bewoners van die laan be treft, zou spreker er op willen wij zen,dat als de Raad eenmaal een besluit genomen heeft, men daar maar niet direct zonder meer op terug moet komen. Daar motten dan toch zeker gegronde motieven voor zijn en het motief van die bewoners lijkt naar sprekers meening nergens op. Immers met evenveel recht zou spreker kunnen vragenwat is een Kettingstraat zonder ketting, een Zuiveistraat zonder zuivel of een Ylasmarkt zonuer vlas? Spreker wil evenals in de vorige ver gader int; eerlijk en oprecht zeggen,dat hij dien naam heeft voor gesteld om niet te komen tot den naam, die door een bewoner ven die laan reeds sinds langen tijd op zijn muur was gespijkerd, zonder daarin het gezag te erkennen. Dat is sprekers motiveering

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 82