22.
De heer VRIENS zegt dat, als men den heer Stouthart kent, men zoo nie4
zou praten. Zooals spreker reeds zei, weet hij uit ondervinding, dat die
man een werk dat hij aanneemt, ook goed volbrengt.
Waar de motie van afkeuring door den heer Vriens voorgesteld, niet ge
steund wordt, kan deze niet in omvraag worden gebracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
XIII.VOORSTEL TOTi
a. HET INTREKKEN VAL HET.BESLUIT VAN DBH RAAD VAN 19 OCTOBER 1923
TOT VASTSTElklBG.VAÉ EEN jIAaIIIUH BEDRAG VOOR VERGOEDING VAN
W 0LIL'GHUUR, AAL VELDWACHTER D3 CLE ROK;
b. HET VASTSTELLEN VAN EEL BEDRAG VOOR VERGOEDING VAM WONILGHUUR
AAL VELDWACHTER IE CLSRCK. OVER HET JAAR 1930.
(Verzameling 1930 So.31.)
De heer VRlELS merkt op, dat het hem toch wel wenschelijk lijkt, dat
die man in die woning bli-jft wonen en die kleine vergoeding van f.1,75
per week blijft behouden, tenzij hij zelf anders zou willen. Wanneer hij
er echter de voorkeur aan geeft om in die woning te blijven, dan meent
spreker, dat het niet meer dan billijk is, dat de Clerck die vergoeding
blijft behouden. Spreker zou dan ook willen voorstellen om inplaats van
die f.3,25 voortaan een wekelijksche vergoeding te geven van f.1,7 5 en
niet slechts voor een jaar, zooals door Burgemeester en Wethouders wordt
voorgesteld, Men moet ook niet vergeten, dat die man een kamer beschik
baar moet houden voor verhoor van arrestanten enz.
De VOORZITTER merkt op, dat de Commissaris van oordeel is, dat zulks
niet meer noodig is.
De heer WALLER vraagt, of alle motieven welke vroeger golden voor het
gevën van deze vergoeding, thans vervallen zijn.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
De heer VRIENS trekt dan zijn voorstel in.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
XIV.VOORSTEL TOT:
a. INTREKKING VAK BS MOTOR- BH RIJWIELVBRQRLENILG 1920;
b. VASTSTELLING VAL BEL MOTOR- BH RI WW IE L VE DORDE HING VOOR DE GEMEENTE
BBRGENJ)| ZO
c. ILTKNruMNG VAK ENKELS BETALINGEN DER POLITIEVERORDENING.
(Verzameling 1930 No.27.)
Mevrouw BREEDVELT vraagt bij artikel 14, of daar niet bijgevoegd moet
worden autobussen.
De VOORZITTER zegt, dat die daaronder begrepen zijn.
De heer BBCHT vraagt bij artikel 18, of daar toch alleen autobussen
bedoeld zijn.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
Mevrouw BREEDVELT vraagt, of voor dergelijk parkeeren geen parkeergeld
kan worden geheven
De VOORZITTER meentdat zulks nader onder het oog gezien zou kunnen
worden.
De heer BECHT zou zulks toch verkeerd vinden, omdat de gemeente dan
ooncuröentie gaat doen aan particuliere garages.
De heer WALDER merkt op, dat op vele plaatsen een kleine vergoeding
voor het parkeeren wordt geheven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten.
X**VOGBSI£L-JTQX HET VERPLAATSEN VAN HET WOONWAGENKAMP.
(Verzameling 1930 No. 25.)
De VOORZITTER zal, nadat de verschillende sprekers over dit onderwerf»
het woord hebben gevoerd, het voorstel objectief verdedigen» Spreken* zbgt
dat dit voorstel oorspronkelijk van hem afkomstig is, zoodat de leden wel
zullen begrijpen, dat er veel studie van gemaakt is, ook al jn verband
met de verschillende bezwaren, welke er tegen geopperd zijn.
De heer DEMMERS zegt, dat uit de stukken blijkt, dat dit voor de ge
meente de gunstigste plaats geacht wordt om het woonwagenkamp te vestigen
Spreker zou echter willen vragen, of het Dag.Bestuur ook rekening gehoude
heeft met de bezwaren van de menschen, die daar wonen, en die er be
zittingen hebben. Daor de plaatsing van het woonwagenkamp zullen de
huizen en gronden in waarde veel verminderen. Spreker heeft tenminste al
gehoord van iemand, die daar grond had liggen en er nu een strop mee ge
haald heeft toen er sprake van was, dat het woonwagenkamp daar zou komen.