9 Wanneer de Voorzitter tegen mij gezegd had, t-oen ik het v/oord vroeg, dat hij Mevrouw Lreedvelt even wens elite toe te spreken, zou ik on middellijk geretireerd hebben. Ik meen met de z3 de zaak tot hare werkelijke proporties te hebben teruggebracht en voelde mij verplicht dit te doen omdat deze zaak tot een enormiteit is opgeblazen door het semi-parlementair blad, dat de spreekbuis is van de meerderheid van dezen Raad en waarvan de Directeur is Wethouder Juten. Ik heb de moeite eens gedaan op te nemen waarvoor i zoo al ben uitgescholden en ik vond dan, dat ik was onhandig, brutaal, een laffe wraaknemer, een kameleon, stom, hatelijk, inconsequent, niet goed bij 't hoofd, gek, oneerbiedig, niet gezond, zenuwachtig, niet te vertrouwen, en treed beleedigend op. Al deze scheldnamen zijn van zuivc Christelijken Roomsch-katholieken dissidentenaard. ie zien het iederen dag weer, Mijnheer de Voorzitter, hoe men in dat blad tracht de leden den mond te snoeren. We voelen het, dat een zekere groep juist niets anders mag zeggen dan door die redactie wordt gewenscht. Zij durven nic neer voor hun meening uitkomen. Ik zie hierin de bedoeling om die raads leden, welke hun meening naar voren brengen, zooals zij die zien, sóó te intimideoren, dat zij voor hun meening niet meer durven uitkomen. Dat is een afrnaaksysteem om het vrije woord te smoren. Dit is een poli tiek van de allerlaagste soort. Hen noemt dat struikrooverspolitiek. De VOORZITTER verzoekt den heer Walder zich vat te matigen. De heer WALDER: Ik ken mijn Pappenheimers, Mijnheer de Voorzitter. Het is een politiek, zooals die gevoerd wordt door Wijnkoop, van Burinl Lou de Visser c.s. en de dagbladen De Tribune en De Avondster, die el kaar hierin niets toegeven. Dit is Roomsch-Katholieke dissidentenpoliti van de Roomsch Katholieke Stadspartij en de Roomsch-Katholieke Studied Als ik het vermoeden had, Mijnheer de Voorzitter, dat ik U,Mevrouw Breedvelt, of den Raad beleedigd.had, dan zou ik hier een amende hono rable doen. Ik begrijp ook niet, Mijnheer de Voorzitter, als ik hier in den Raad beleedigend was opgetreden, dat U mij niet tot de orde riep. Ook kan niet begrijpen, waarom de hoeren Roomsch-Katholieke dissidenten niets tegen mij hebben gezegd. Zij toch zitten hier in de meerderheid c kunnen toch wel het woord voeren, want daarin krijgen zij toch geregeld les van hunnen Grootmeester-Voorzitter in de Roomsch-Katholieke Studie club en Roomsch-Katholieke Stadspartij. Wethouder KIEEË protesteert er tegen, dat dit alles hier wordt ter dprake gebracht en in verband gebracht wordt met de Katholieke Stads partij Alles wat door den heer Walder hier naar voren is gebracht ge schiedt naar aanleiding van een ingezonden stuk in een der plaatselijke bladen en spreker ziet niet in, wat de Katholieke Stadspartij daarmee t maken heeft. Spreker begrijpt niet, dat de Voorzitter dit toelaat. De VOORZITTER verzoekt den heer Kiepe de leiding aan hem over te lat De heer WALDER zegt, dat iedereen wel weet, dat de R.K.Stadspartij geparenteerd is aan dat blad. Iedereen weet ook wel, hoe dat blad telke: met leugen en laster tracht do leden van den Raad verdacht te maken, en iedereen weet ook, dat, als men er tegen op wil komen, men daar de ge legenheid niet vcor krijgt. Dit is naar zijne meening voor hem dus de eenige plaats om tegen dergelijke onware berichten op te komen, en zoo lang men met dergelijke leugens en laster blijft voortgaan, zal spreker daartegen ook blijven opkomen. Spreker wijst er op, dat eenigen tijd geleden de heer Vriens het heeft moeten ondervinden en nu spreker. Een volgende keer is misschien weer een ander lid aan de beurt. Wanneer men dat olad goed leest, kan men al voelen, dat de verkiezingen in aantocht zijn, Men kan er volgens spreker immers iederen dag zoo wat in lezen, hoe Bergen op Zoom geregeerd moet worden en hoe goed dat door de R.K. Stadspartij wordt gedaan. Spreker wil er hierbij op wij zen, dat dit semi-parlementair blad de dienst van de gemeente op het oogenblih uit maakt. Spreker meent, dat de op handen zijnde verkiezingen dit blad al parken gaat spelen, en dan moeten ze iets of iemand hebben, die als bliksemafleider kan dienst doen en die iemand moet dan de scheld partijenmaar als goedekoek aannemen. Spreker geeft echter de ver zekering, dat al deze leugens en al deze laster hem niet zullen weer houden om in het belang van Bergen op Zoom de zaken naar voren te brengen, zooals hij die ziet. Spreker zal het hierbij laten, doch als hij denkt aan betrouwbare Roomsch-Katholieke tegenstanders, dafa stelt hij zich d:e toch anders voor dan deze R. K. dissidenten. De VOORZITTER zegt, dat dit nu de tweede keer is, dat een perskwestie in aen Raad ter sprake wordt gebracht, eerst bij de interpellatie van den heer Vriens en nu weer hier.De heer Walder begint met er op te

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 45