Dit liikt spreker overbodig, en de Raad zal het daarmeeeens zijn, wanneer hij goed overweegt, welk besluit omtrent de Kerstgave genomen is. Immers, er is door den Raad besloten om aan alle wejrklooze hoofden van gezinnen of kostwinners een Kerstgave te verstrekken, zonder dat daarbij een limiet gesteld is voor wat het inkomen dier gezinnen betreft. Sr werd alleen vastgelegd aan wie zij hot moesten geven, en dat waren hoofden van gezinnen of kostwinners. Het kan nu heel goed mogelijk ..ijn, dat de een het harder noodig had dan de ander, en dat er misschien een paar mert-schen bij geweest zijn, die het hadden kunnen missen, maar vol» gens het Raadsbesluit had noch spreker noch Wethouder Kiepe met wien spreker als Voorzitter van de Commissie voor werkverschaffing en arbeids bemiddeling, deze zaak geregeld heeft, het recht om iemand uit te sluiten. Wij moesten dus alles zelf regelen en nagaan. Spreker heeft aan deze zaak heel wat tijd besteed en is van meening, dat de Kerstgave wel degelijk aan haar doel beantwoord heeft. Er zijn dan ook heel wat dankbetuigingen ingekomen, Spreker is van meening, dat, wanneer de Raad weer een dergelijk besluit zou nemen, er niet anders gehandeld zou kunnen worden dan nu ge beurd is. Wat de bewering van den Voorzitter betreft, dat het verstrekken van deze gave een verkapte steun zou zijn, zegt spreker het daarmede nog niet eens te zijn. De heer SIMONS wijst er op, dat alle daarvoor in aanmerking komende werkloozen een Kerstgave hadden moeten ontvangen. Zooals spreker echter vernomen heeft, zijn er toch nog werkloozen uitgesloten, en is er-.Gcri schifting gemaakt. Zoo zijn er menschen geweest, die een dag werkloos waren en toch een Kerstgave hebben ontvangen. ©e heer WAL IER merkt op, dat ook niet bepaald was, hoe lang do menschen werkloos moesten zijn. Deze gevallen zijn dan ook nauwkeurig overwogen en van deze menschen is precies nagegaan welke inkomsten ze hadden. Wethouder KIEPE wijst er op, dat, toen het voorstel was aangenomen, de zaak in een,tweedrie voor elkaar gebracht moest worden, en wanneer men dan overhaast een lijst moet opmaken van allen, die er voor in aan- marking kwamen, dan is het niet te verwonderen, dat er fouten worden gemaakt en is het al heel gemakkelijk voor an^gren om aanmerkingen maken. Spreker ziet er dan ook geen nut in omyeen Commissie te gaan benoemen, die de zaak onderzoekt. Alles is gebeurd en de zaak is af gedaan. De heer MUSTERS zegt ook van meening te zijn, dat deze zaak als af gedaan kan worden beschouwd, te meer, waar én door den heer Walder en door den heer Kiepe erkend is, dat er fouten gemaakt zijn. De heer SCHEEEELAAR gelooft, dat de bedoeling van den heer Becht ver keerd begrepen wordt. Als spreker het goed begrijpt, is het diens be doeling om een lijst op te maken, waarin vastgelegd wordt, welke per sonen voortaan voor een dergelijke gave in aanmerking komen. De VOORZITTER merkt op, dat zulks niet de bedoeling van den heer Becht is. De heer BECHT zegt, dat het zijn bedoeling is om de juiste toedracht van deze zaak, waar zooveel praat over gemaakt mste onderzoeken. Spreker handhaaft dan ook zijn voorstel. De heer WALDER is het niet eens met den heer Musters, dat er louwen gemaakt zijn, Spreker erkent zulks absoluut niet. Waar het voorstel van den heer Becht voldoende wordt gesteund, wordt het door den VOORZITTER in stemming gebracht en aangenomen met 9 - stemmen. Voor stemden de heeren SimonsScheffelaar,VriensBecht,Antheunis Mourer, Mevr.Breedvelt-de Waal, LoosLemmers Tegen stemden de heer WalderKiepeJuten,Verbiest .Musters,Kruize en de Jong. De VOOTZITTER zou dan voor leden der Commissie willen aanbevelen ae heeren Becht,Mourer en Demmers, welke beide laatsten het voorspel van den heer Becht steunden. De heer BECHT merkt op, dat er toch over gestemd zal moeten worden. De VOORZITTER-is het daarmede eens, en zegt slechts een aanbeveling te hebben willen geven voordat tot stemming wordt overgegaan. De heer BECHT wijst er op, dat ook de heer Simons zijn voorstel heeit gesteund. Op verzoek van den VOORZITTER wordt hot stembureau dan gevormd ccor de heeren Verbiest, Musters en Simons.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 38