J I* f - 17 - garage moet worden verleend en zal daarom het voorstel van den heer Scheff elaar steunen. De VOORZITTER wijst er op, dat door den Raad de wenschelijkheid se toord is van een advies in deze van de Commissie van Openbare Verleen. Spreker zegt, dat het College van B V geen bezwaar heeft om alsnog deze zaak om advies naar die Commissie te verwijzen. De heer VRIEN3 merkt naar aanleiding van het ver?hjt van den heer Simons op, dat de kwestie Nieuwenhuizen een heel ander geval was. Dat betrof den bouw van een garage met heerenhuis aan :1e 11. Z. Zoom, en in verband met de huizen, welke daar ter plaatse reeds gebouwd -varen, meende spreker, dat een dergelijke bouw daar niet op haar plaats was. ken kan dat niet met dit geval vergelijken. Vanneer men de voorwaarden voorde bebouwing der domeingronden naleest, zal men zien, dat in een straat als deze garages mogen worden gebouwd. Het zou nog iets anders zijn, wanneer het aanzien der straat er door werd geschaad, maar daar is geen sprake van. Men heeft er zelfs toestemming gegeven tot het bou wen van een muur in die straat, waardoor de tuintjes worden afgeschei den. I11 de verordening staat, dat deze afscheiding had moeten worden gemaakt door een groene haag. B W zijn dus zelf hier van de verorde ning af geweken, goor het bouwen van een garage met bovenhuis zou naar sprekers meening het aanzien daar geheel bedoren worden. Spreker ge looft, dat, als men het advies der Commissie had ingewonnen, B V wel met een ander voorstel bij den Raad gekomen zouden zijn. Hen hoeft de zaak nu niet overzien en daarom maar voorgesteld afwijzend t>. be schikken. Spreker herhaalt, dat er naar zijn meening geen enkel bezv.aar tegen is om de vergunning te verleenen. Wethouder JUTEN wijst ur op, dat hier naar voren gebracht is, dat deze zaak reeds loopende is van 8 Juni 1929. Toen was het verzoek ech ter gericht aan B W, die daarna de zaak behandeld hebben en 6otracnt om met den aanvrager tot een oplossing te komen. Dat is toen niet gelukt en nu is de heer De Vos met een verzoek bij den Raad gekomen. De Raad zal er dus nu de verantwoording voor moeten dragen. Spreker wil er ten slotte nog op wijzen, dat de voorschriften voor bebouwing vqn de domein gronden zoo zijn, dat in een tusschenstraat als deze g^en garages mogen wo rden geb o uwd zo nde r b ov enhui s De heer VRIENS merkt op, dat zulks het aanzien v.,el ledijker zal maken ethouder JUTEN zegt, dat, als de Raad vergunning verleent, zulks een afwijking is van de verordening. De heer 3CHSFF2LAAR merkt op, dat ook door B 1 reeds van die veror dening is afgeweken door den verkoop van het stuk grond in z'n geheel voor die school, ofschoon afzonderlijke bebouwing was voorgeschreven. Spreker meent, dat er geen bezwaar kan zijn om dan ook af te wijken voor het bouwen van deze garage en daarom handhaaft spreker zijn voor stel om de ^eyraagde bouwvergunning te verleenen. Tv ethouder JUTEN wijst er nog op, dat het niut bij deze eene garage zal blijven, maar er spoedig meerdere zullen verschijnen in die straat. De heer SOKEFFELAaR ze6t dat geen bezwaar te vinden. Waar hut voorstel van den heer Schaf f elaar voldoende wordt aostound, brengt de VOORZITTER het in stemming, waarbij het wordt aangenomen met 9 - bestemmen. Voor stamden de heeren Talder, Scheffelaar, Becht, Vriens, Verbiest, Dikland, Musters en Mevrouw Breedvelt. Tegen stemden de heefen Simons, Kiepo, Dammers, Juten, Antheunis en Hourer XIVVOORSTEL TOT WIJZIGING VAI HET RAADSBESLUI" 7AiT 31 OCTOBER 1929 OT GOEDHEURING VAN DEN OPENBAREN VERKOOP V~H BOPMEN. (Verzameling 1930 No. 5) De heer '"'ALDER zegt, dat het hem gefrappeerd heeft, dat dit besluit gewijzigd moet worden tengevolge van het eigenmachtig optreden van B W en dat een dergelijk verkeerd besluit genomen is onder Mothouder Jut en. ■"ethouder XIEPE merkt op, dat hier geen sprake is van eigenmachtig optreden. Burgemeester en Wethouders waren van meening, dat deze vor.woop viel onder het indertijd genomen raadsbesluit tot verkoop van hakhout, doode boomen, enz. Wethouder JUTEN zegt, dat die boomen wel degelijk met medeweten van den Raad verkocht zijn, daar Burgemeester en Wethouders machtiging ver kregen hebben tot verkoop van die boomen. Naar de meening van God.Sta ten moet het besluit tot verkoop echter door den Raad worden genomen. lw J v.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 31