-13 -
"Vel zeggen Burgemeester en Wethouders, dat het pensioenfonds niet
"voldoende is om de lasten van dit fonds te dragen, doch daarmede
"hebben adressanten naar hunne overtuiging geen rekening te houden,
"Dit komt geheel voor rekening van den Gemeenteraad, die de formu-
"leering zonder medewerking der organisaties tot stand bracht en
"wijzigde.
"Voorts is de opmerking van B.en W. dat met ingang van 1 Januari 1921
"premievrij pensioen werd verleend, Quist, doch er verdient dan vol
ledigheidshalve bij te worden gevoegd, dat er reeds sinds jaren pen-
sioenpremie wordt geheven en dat nadien de salarissen belangrijk
zi jn verlaagd.
"Hoe dit ook zij adressanten zijn van meening, dat de^ pe rsonen die
"5$ van hun salaris hebben afgestaan voor een in uitzicht gesteld
"pensioen, recht hebben op teruggave of pensionneering, temeer waar
"alle werklieden voor inkoop van dienstti jd belangrijke bedragen moe-
"ten betalen.
"Indien Uw Raad niet heeft kunnen voldoen aan het telegrafisch ver-
11 zoek om uitstel van behandeling, dan verzoeken wij overeenkomstig
"het in het adres vervatte verzoek te willen besluiten."
De VOORZITTER licht deze kwestie nader toe en zegt, dat 3 V geen
enkel motief hebben kunnen vinden om deze zaak aan te houden of uit te
stellen. Er wordt in het verzoek maar steeds gesproken van recht, maar
daar is hier geen sprake van, het is alleen een gunst, als do Raad zou
besluiten om de gestorte bijdragen terug te geven. Dit blijkt ook uit
het bestaande reglement, waarnaar spreker verwijst en dat deze kwestie
voldoende regelt. Spreker wil er verder op wijzen, dat door de gemeente
reeds een zeer groot bedrag is betaald uit dit fonds, dat geheel is uit
geput, voor de pensioneering van een drietal werklieden, en spreker acht
het niet juist, dat aan het verzoek om teruggave zou worden voldaan,
waar elk jaar door de gemeente groote bedragen voor dit fonds moeten
wor den ui t getro kken.
De heer WALDER meent, dat, al kan men nu niet van recht in deze soro-
ken, het toch billijk is, dat deze menschen de door hen gestorte gelden
terugkrijgen. Spreker heeft déze zaak eens goed nagegaan en is daarbij
tot dezelfde slotsom gekomen als de Dienst van Gemeentewerken. Deze men
schen hebben steeds gestort voor oen pensioen. Toen in 1921 premievrij
pensioen werd ingevoerd, hebben zij zich opnieuw moeten inkoop en, ter--
wijl later, toen een gedeelte van de pensioenspremie werd verhaald, zij
daar weer een gedeelte van hun salaris voor hebben moeten missen. Hoever
deze menschen recht op teruggave hebben, weet spreker thans niet, maar
uit een oogpunt van billijkheid is spreker daar toch voor. Het lijkt
spreker het best, om dit voorstel aan te houden. Spreker en de andere
leden van den Raad kunnen de zaak dan nog eens goed nagaan en daarom
stelt spreker voor, dit voorstel aan te houden tot een volgende verga
dering.
Wethouder JUTEU merkt op, dat al het geld van dat fonds op is.
De heer ANTHEUïJI3 zegt, dat die menschen vanaf 1916 5van hun loon
betaald hebben aan dit pensioenfonds. In 1921 zijn echter de rijicspon-
sioen-voor schriften gekomen. Die menschen zijn toen in het rijkspensioen
fonds ingekocht, waarvoor ze ook weer 50fö moesten bijdragen. Een drieial.
menschen hebben uit hot gemeentelijk fonds pensioen gekregen, terwijl
cenige anderen de door hen gestorte bijdragen hebben teruggekregen.
De VOORZITTER zegt, dat er inderdaad drie menschen een pensioen uit
dit fonds hebben gekregen, welk pensioen echter door de gemeonto bete-aid
wordt, omdat het nds reeds lang geen gelden meer bevat. Van die terug
gave van gestorte bijdragen weet spreker echter niets van.
De heer ANTHEUHIS zegt, dat het toch in do stukken staat.
De VOORZITTER kan er niets van vinden. Spreker vraagt, of dat perso
nen zijn, die nog in gemeentedienst zijn.
De heer aKTHEUNI3 antwoordt bevestigend.
De heer KRUI ZE zegt deze kwestie nader te kunnen toelichten. Er zijn
drie personen, die ook in het rijkspensioenfonds zijn, cn ihans nog in
dienst zijn bij Openbare Werken, die een bedrap van de door hen gestorte
bijdragen hebben terug ontvangen. Een heeft 400,de ander ruim uCO,
en de derde ongeveer 100,terug gekregen.
De VOORZITTER vraagt welke personen dat zi jn.
De heer KRUIZE zegt, dat de namen van die personen in de stulucen ver
meld staan, waarna spreker die opnoemt.
-L O'-' 'I
V; .i.
j.