- 9 -
Vat hoofdstuk 3 betreft, merkt spreker op, dat het niet gaat om de
personen, die geleverd hebben, maar om die functie, welke die pers^ner
hekleeden. Spreker meent, dat er indertijd ook wel degelijk Joor d-^
Raad besloten is, dat brandmeesters geen materiaal voor de brander
mogen leverén. Spreker weet niet precies, wanneer dat oesluit is g.xO
men, maar meent, dat het toch een uitgemaakte zaak is, 7; aar aan de nand
eehouden zou moeten worden.
Dan vestigt spreker nog de aandacht op hoofdstuk v van den -apiuaal-
dienst oetreffende het verstrekken van hypotheken. Er is een busi it
van den Raad, dat bij overdracht van een huis met gemeente-hypotnco-
loi van die hypotheek moet worden afgelost. Er is nu echter een fee.al,
waarbij inplaats van die aflossing van 10de Jhypothee,.1bi3 den
koop van het huis nog werd verhoogd en gebracht op 7000'"~* n
weet hoe die zaak in elkaar zit en heeft er dan ook geen bezwaar t^tn,
maar naar sprekers meening was daar een raadsoesluit^voor noodig. .xxi
zoover is dus de thans gevolgdehandelwijze niet juist.
De heer VRISK3 is het met den heer Scneffelaar eensdathet a^o
woord van B V op volgno.773 van hoofdstuk III ni^t 1B" t T
spreker is van meening, dat indertijd door den Raad besloten is, dax
brandmeesters geen materiaal voor de brandweer aan de gemeente mogen
leveren. Spreker vindt zulks ook heel logisch, daar toch o - ei
raadslid niet aan de gemeente leveren mag. nn al zijn^er nu geen u.
lijke bepalingen, welke een brandmeester verbieaen aan de ^utenu t.
leveren, dan is spreker toch van acening dat, wanneer ï.uiiu ï^v-rïn
gelijke functie op zich neemt hij zien ook moet onthouden van ld -
gen aan de gemeente. Men moet niet vergeten, dat degene, die hut -o_xst
bij het vuur zit, zich ook het best warmt.
lat het herstel van den dijk betreft, is spreker het er niet mee
eens, dat de daarvoor gedane uitgaven op den kapitaal dienst zijn ge
brachtHet is wel mogelijk, dat de aangebrachte verbeteringen eeni^e
iaren mee kunnen, maar naar sprekers meening is dat herstel tocx. nn,,
zoodanig geweest, dat het op den kapitaal dienst thuis hoort.
Ook is sprener het niet eens met de handelwijze betreffende du
hooging van hypotheek. Wanneer de gemeente aan een tweeden persoon een
hypotheek verleent op een huis, waarop die reeds eerder verleend is,
moet 10$> van de oorspronkelijke hypotheek^ worden afgelos ei
verhooging van hypotheek echter, zooals hier gebeurd is, 1 <j u0„
een besluit van den Raad noodig. 0 r_ x
De heer MUSTERS zegt na het antwoord van B op du doox hu Co
sie gemaakte opmerkingen, niet veel meer te zeggen te Rebben. <^1
wil spreker nog opmerken, dat zijn bewering, dat er aan i^t onder^oua
der buitenwegen niet veel is gedaan, juist is geblemen. Sp r u,
dat deze achterstand dit jaar zal worden ingehaald. m
De heer TALDER spreekt er zijn voldoening over uit, dat m ,00 _.u
nig aanmerkingen op de rekening gemaakt zi jn, wat vo r e... u j
is, dat m thans op de secretarie goed werk wordt gedaan. ^eker 1»
het verder niet gehhel eens met de meening, dat een
aan de gemeente zou mogen leveren. Er zijn al wettelijkebepalingu
genoeg en dat een raadslid niet aan de semeente leveren mag, daar .a
spreier zich best mee vereenigen. Voor brandmeesters is dat j^ter hu cl
iets anders en spreker voelt er niets voor om die menschcn van leve
rinse uit te sluiten. _-v ,-~-n
Ten slotte merkt spreker nog op, dat aan het veelvuldig verstre.—
van tandheelkunde hulp, zooals door de Commissie is opgen^r t,.)Jx
door het Burgerlijk armbestuur de noodige aandacht zal worden get>uxion
kai£)e heer BECHT zegt, naar aanleiding van de opmerkingen over die
hypotheekkwestie, het toe te juichen, dat B V in deze zoo actiex
geweest zijn om nog te redhn wat er te redden viel, teaeer «ar hi.r
nu elk iaar 2S0,wordt afgelost. Inplaats van een strop nek.
raer hierdoor een voordeel voor de gemeente verkregen. Een andere -y
tie is natuurlijk, of er voor deze handelwijze een raadsbesluit noodig
was, wat naar sprekers meening wel het geval is. ..xVr
De heer VRIEHS merkt op, dat ook de eerste hypothee .ene i-.er ja j.
een benaald bedxae moest aflossen.
De heer BECHT wijst er op, dat de eerste eigenaar niet ^er 1 1 e
was af te lossen, terwijl de nieuwe eigenaar dat wel is en reeds t..ee
aflossingen heeft voldaan.
