- 2 - door den Raad bekrachtigd worden. De heer VERBIEST zegt, dat de Raad hier op 't oogenblik voor een gemakkelijke taak staat. Uit de verschillende berichten in de dagbladen heeft iedereen kunnen lezen, dat de gewezen ontvang,r een bedrag van 39.4-16,21 moet betalen. Dat geld is van de gemeente en volgens den eed, vrelke wij allen hebben afgelegd moet iedef Raadslid zorgen, dat dat geld zoo spoedig mogelijk binnenkomt. Sprener zou in verband met deze zaan er op willen wijzen, dat het beter geweest was, wanneer men indertijd zijn raad had opgevolgd en de heele boel naar Breda had ia- ten brengen, waar ze z.i. thuis hooren. Spreker gelooft, dat de gemeente er dan beter af gekomen zou zijn dan nu. Spreker hoopt echter, dat de Voorzitter als hulpofficier van Justitie deze zaak zoo erachtig moge lijk zal aanpakken. De VOORZITTER merkt op, dat hij geen hulpofficier van Justitie is. De heer VERBIEST blijft van meening, dat de Voorzitter dat wel is, al zegt deze ook van niet. Spreker zou verder nog willen opmerken, dat Mr.van Hasselt voor deze zaan niet de juiste man als advocaat der ge- me ent e is. De VOORZITTER zegt, dat dit niet aan de orde is en verzoekt den heer Verbiest daarover niet verder in openbare vergadering te spro-en. De heer VERBIEST is het met de aanwijzing van dien advocaat toch niet eens en zou er toch wel een en ander over willen zeggen. De VOORZITTER wijst er den heer Verbiest op, dat hij dan een beslo ten zitting kan vragen. Do heer VERBIEST vraagt dan om deze zaak verder in besloten zitting te bespreken. De VOORZITTER vraagt, of het voorstel van den heer Verbiest gesteund wordt. De heer TaLDER meent, dat deze zaak duidelijk genoeg is, en dat het geen er over gesproken moet worden, best in openbare vergadering kan geschi eden. De VOORZITTER merkt nog op, dat Lr.van Hasselt hier slechts de voor bereidende maatregeln - waar spoed bij was - getroffen heeft in over leg met Mr.Houben te Breda, welke laatste echter de advocaat der ge meente in deze zaak is. Vaar niemand het voorstel van den heer Verbiest steunt, kan het niet in omvraag -worden gebracht. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna door den Raad besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Niets meer aan de orde zijnde,wordt de vergaderingdaarna door de VOORZITTER gesloten. vastgesteld in de openbare vergadering—van 31 Januari 1.30. Voorzi tt Korte inhoud: Ingekomen stukken Nos.I a - c, bldz. 1; Voorstel tot het instellen eener rechtsvordering tegen A.J-J.de Meule- mee s te rgewezen ontvanger dezer gemeente, wonende alhier, ter bekoming van betaling van een bedrag groot f.39.416,21, NoIIbldz. 1.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 14