- 16 - De VOORZITTER zegt,dat het ontwerp-werkliedenreglement al verschillende malen besproken is in de vergaderingen van B T». De leden zullen echter begrijpen,dat die zaak zoo maar niet een twee drie in orde is,temeer waar die besprekingen steeds moeten geschieden tusschen de andere werkzaamheden van de leden van het College door. Spreker hoopt echter spoedig met deze zaak zoover gevorderd te zijn,dat de noodige voorstellen aan den Raad kunnen worden voorgelegd. De heer ir/ALDER wil dan toch op spoed aandringen,daar deze zaak nu reeds zoo lang hangende is. De heer BECHT wil even terugkomen op hetgeen gezegd is, omtrent het beantwoorden van ingekomen verzoeken. Spreker vindt het niet in orde,dat een organisatie of wie dan ook geen ant woord krijgt op brieven.welke aan het gemeentebestuur gericht zijn. Het behoort toch tot de beleefdheidsvormen.dat men even een antwoord |;eeft al was het dan alleen maar de mededeeling, dat het schrijven is ontvangen. Dat; is ook een eisch van correctheid. De VOORZITTER zegt, dat dit ooi: altijd gebeurt. De heer BECHT ontkent dit en zegt te we ten,dat het niet ge beurd is. De SECRETARIS vraagt den heer Becht, of deze dan namen wil noemen,daar spreker er niets van weet,dat brieven onbeantwoord zijn gebleven. De heer BECHT zegt deze den Secretaris dar. wel t-e zullen mede- deelen De heer KRUI ZE wijst er op, dat de S tra tenmakersbond toch ook geen antwoord ontving op zijn verzoek. De heer JANSEN zegt,dat door den Bestuurdersbond indertijd het verzoek is gedaan om vergunning voor een openluchtmeeting, doch daarop nooit eenig antwoord van het gemeentebestuur is in gekomen. De VOORZITTER weet daar toch niets van. De heer JANSEN zegt,dat bedoeld verzoek gedaan werd onder den vorigen burgemeester. De VOORZITTER zegt,.-. er niets van te weten.dat brieven niet beantwoord zouden worden. Hét is natuurlijk in sommige gevallen mogelijk, dat een antwoord lang ui tblij f tomdat het kwesties be tref t,waarover de Raad eerst een beslissing moet nemen. De heer WALDER wil dan het tweede punt van zijn interpellatie ter sprake brengen, n.l. de werkverschaffing. Deze kwestie is noch aangenaam voor de betrokken menseden, noch voor spreker zelf. Vooral den laats ten winter is het herhaalde malem gebeurd, dat de werkloozen bij spreker zijn komen klagen over de regeling der werkverschaffing. Vorige week kwam men met klachten over het uit betaalde loon, en men zal begrijpen.dat zulks spreker erg ontstemd heeft. Die menechen hebben werk gemaakt aan Plein 13, waar ze buizei gelegd hebben. Achteraf blijkt nu, dat er een misverstand is bij het aannemen van het werk. De menschen waren n.l. van meening.dat het vervoer van die buizen niet in den prijs was inbegrepen, en daardoor hebben zi, nu minder loon gekregen dan hun eigenlijk toekwam. Bovendien is het werk, dat hier gemaakt is, naarrsprekers meening geen werkverschaffing,maar wel degelijk productief werk, en het gaat z.i. niet aan om het werk in een drukken tijd maar te laten liggen en dan later te doen maken door de werkloozen bij wijze van werkverschaffing, spreker zegt min of meer de over tuiging te hebben, dat hier misbruik gemaakt wordt van den toe stand,waarin arbeiders door werkloosheid verkeeren. De groote werkloosheid, die overal heerscht, mag geen aanleiding zijn en toch zeker niet voor een gemeentebestuur, om de werlclooze arbeiders productief te laten raken vcor. d?n prijs van 35 cent per uur. En het werk aan de Domeingronden' en aan Plein 13 mag toch zeker wel tot productief werk gerekend worden. Men moet de ar beiders daarvoor het loon uitbetalen, waarop ze recht hebben. In de vergadering van Januari zijn de loonen voor de werkverschaffing door den Raad vastgesteld op een bedrag van 35 en 40 cent per uur, resp. voor improductief en voor productief werk. Daarbij is door den heer Eiepe verklaard, dat onder het eerste verstaan werd o.m. het sneeuwruimen en pinnenrooien. Dat is dus heel wat anders dan stratenaanleg zooals hier het geval is. Naar sprekers meening

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1930 | | pagina 106