- ^3 - Ee VOORZITTER gelooft, dat hieromtrent een misverstand bestaat bij den heer Vriens. De bedoeling is, dat de openbare hgere school wordt gehouden in het tegenwoordige gebouw, waarfoor slechts een paar loka len noodig zijn. De overige lokalen van dat gebouw zullen echter ook worden benut. De heer VRIENS wijst er op, dat hierover thans niet in details ge treden kan worden. Wanneer men echter tot bezuiniging wil komen zal men een anderen weg moeten volgen. Te zijner tijd zal spreuer het zijn hieromtrent nog wel zeggen. Door den heer Juten is verder een onjuistheid gezegd of althans een verkeerden indruk gewekt betreffende de vernieuwing der straten. Door hem is n.l. de indruk gewekt, als zou het stratenplan geheel be taald worden uit de gewone middelen der gemeente- Zooals door andere leden reeds is opgemerkt zal daarvoor zeer zeker moeten war den gel eend en wanneer men geen geld inkcB gehad had van den verkoop der Domein gronden, zou daarvoor reeds een flinke leening moeten zijn aangegaan. Spreker acht het verkeerd de menschen in den waan te brengen, dat er heel veel gedaan wordt zonder dat daarvoor geleend behoeft te worden, .aaneer men een tijdje verder is en men ziet, dat er dan voor die werkzaamheden een groote leening moet worden aangegaan, zal dê ont goocheling des te bitterder zijn. Om den verkeerden gedachtengang oij^ de burgerij weg te nemen, wil spreker er hier nog eens uitdruk kelijk op wijzen, dat de gelden, welke door den verkoop der domein gronden worden opgebracht, gebruikt worden voor de uitvoering der werkzaamheden van het stratenplan, maar, wanneer die gelden moeten worden afgelost, zal men tot het sluiten van een leening moeten over gaan Wethouder JUTEN: Dat is nogal logisch. De heer VRIENS vindt het toch verkeerd, dat daaromtrent een andere indruk wordt gevestigd. Wat de persoonlijke opmerkingen a an sprekers adres betreft, zegt sprener daarop niet te zullen ingaan, omdat men daarmede toch niet verder komt. Spreker zal in deze den raad van den Voorzitter in acht nemen. Tenslotte val spreker nog zeggen, dat men uit zijn algemeens be schouwingen den indruk zou kunnen halen, als zou het sprekers bedoe- geweest zijn te beweren, dat de Voorzitter van den Raad in een zekere richting zou worden gestuurd en wel in de richting van de beide Wethouders. Spreker wil voor die opmerking zi jn excuses maken, omdat het geenszins zijn bedoeling was dat te zeggen. Men poogt er wel naar zoo iets te bereiken, en dit blijkt ook herhaaldelijk uit de berichten, welke men in een plaatselijk dagblad kan lezen, maar het doet spreker genoegen, dat de Voorzitter daaromtrent zulk een pertinente verklaring heeft afgelegd. De heer SIMONS zegt bij de algemeene beschouwingen te hebben ge vraagd om de Kon.besluiten en andere stukken betreffende de wet aan gaande de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten in af schrift te zenden aan de Raadsleden of bij hen te laten circuleeren. Spreker heeft daar nog geen antwoord op gekregen. De heer "ALDER heeft van den Voorzitter gehoord, dat hij van pluimpjes niet gediend is, en zegt daarmede rekening te zullen hou den. Spreker heeft dan nog een opmerking, welke hij daarstraks verge ten he of t. Men heeft het de laatste 14- dagen nogal druk gehad over de huldiging van onze brandweer. De huldiging, welke door het gemeente b jstuur aan de brandweer voor haar kranig optreden te Middelburg ge bracht is, heeft spreker uit de kranten moeten vernemen. Spreker had het el wenschelijk gevonden, dat mende leden van den raad van die gebeurtenis op de hoogte had gesteld, daar hij er als oud-brandweer man en uit sympathie graag bij tegenwoordig was geweest. Spreker hoopt dan ook, dat voor het vervolg hiermede zal worden r ekening gehouden en wanneer er weer eens zoo iets op het stadhuis gebeurt, de leden van den Raad daarvan tijdig in kennis zullen worden gesteld. 'at het uitreiken van een Kerstgave aan de werkloozen betreft, merkt spreker op, dat iets dergelijks toch op heel veel plaatsen gebeurt. Waarom zou Bergen op Zoom daarbij dan ten achter moeten blijven? Men moet niet vergeten, dat de menschen, die nu door de vorst uit hun werk zijn eerst 6 weken moeten 'wachten vooraleer zij steun trekken van den Bond, en die menschen moeten gedurende dien tijd toch ook hun gezin onderhouden. Met het oog hierop zou h^t dus ook wel goed zijn, wanneer men die menschen met Kerstmis een kleine

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 43