- i+0 - We hebben toen geïnformeerd, wat het voor een inrichting was, en kregen voor antwoord, dat het een inrichting was, zooals al meer hier op de kermis waren geweest en die ook ih de verordening stonden aangegeven al vergenoegingspaleis.Er was dus geheel volgens de verordening ingeschreven en -B x meenden, die. inrichting niette mogen weigeren. 'Ten-overvloede moge ik er hier nog op wijzen, dat B W ten allen tijde het recht heb ben om voor bijzóndere gevallen van de verordening af te wijken. Waar de verder gemaakte opmerkingen niet betreffen een van de onder mij ressorteerende diensten, meen ik hiermede te kunnen volstaan. De VOORZITTER zou, alvorens de verschillende sprekers të beantwoorden, willen voorstellén om de vergadering om 6 uur te beëindigen, daarna weer te vergaderen van S - 10 uur en dan morgenochtend om 10 uur weer te beginnen. De heer WALDEË meent, dat men wel wat langer kan vergaderen dan tot 10 uur. De VOORZITTER zegt daar niet voor te zijn. Daarover kan dan echter straks nog nader beslist worden. Spreker wil dan bij de beantwoording der sprekers, beginnen te zeggen, dat hier van töêpassing zou kunnen zijn de geschiedenis van den man, die een pluim op zijn hoed kreeg, welke er later weer afgerukt werd en daarna weer opnieuw werd opgestoken* In verband hiermede deelt spreker mede, dat hij heelemaal niet gesteld is op pluimen. Spreker zou alleen willen vragen, om hem zijn gewonen gang te laten gaan. Spreker neemt gaarne critiek aan, maar wenscht op de eerste plaats het vertrouwen, dat noodig is om goed te kunnen besturen. Wanneer spreker hef vertrou wen maar heeft van alle leden van dén Raad is hij geheel tevreden, want men zal hem moeten toegeven,. dat zónder vertrouwen, een z aak nooit goed ten einde gebracht kan woraen. Daarom vraagt spreker: geeft me Uw ver trouwen in het belang van Bergen op Zoom, in het belang van de bevolking, in het oelang van de groepen, die ik ken en die ik niet ken. Spreker zegt, dat het hem evengoed als ieder ander kan overkomen, dat hij eens iets verkeerds doet. Spreker is de eerste niet, die gevallen i en zou ook de ladfete wel niet zijn. Toor den heer Vriens zijn verschillende opmerkingen gemaakt, waarin als ondertoon gesteld was, als zouden de Wethouders spreket in een bepaal de richting, sturen. Spreker wil hier ronduit verklaren, dat hij zich nooit van een partij iets aan zal trekken^ terwijl spreker voor eens en altijd wil opmerken, dat er van sturen geert sprake kan zijn. Spreker laat zich niet sturen, noch in de eene, noch in de andere richtingj Waar spreker in zijne positie wel het een en ander mag zeggen, zou hij de leden van de n Raad willen verzoek omvoortaan die uitdrukkingen als Stadspartij, Studieclub enz^ achterwege te laten. Laten we hier in den Raad de zaken zakelijk behandelen en elkaar niet dwars zitten met dergelijke dingen, laten we de persoonlijke kwesties zooveel mogelijk uit den Raad houden. Ieder lid wil toch graag trachten voor zijn partij de beste resultaten te behalen, dat is toch niets bijzonders. Laten we daarom trachten door een rustige samenwerking en een apprecieeren van elkanders daden trachten het beste te verkrijgen voor de gemeenschap. Men moet ook geen oude koeien meer uit den sloot gaan halen. Men hoort hier herhaaldelijk uit drukkingen als: dat zou je vroeger ook niet gedaan hebben, toen -"acht jc er anders over, enz. Het is soms zoo heel gemakkelijk om anderen na te' doen/wat je anders niet kunt doen. En critiek uitoefenen is ook al erg gemakkelijk. Spreker hoopt dus, dat men den weg, dien men heeft bewan deld cn die steeds aanleiding gaf tot besprekingen, waarmede men hier niets te maken had, zal verlaten en dergelijke gezegden achterwege zullen blijven. Dan nog een enkel woord over de pers. Spreker zegt altijd den groot sten eerbied voor de pers gehad te hebben. Een uitstekende pers kan zeer goede diensten bewijzen aan de gemeenschap, maar een pers moet nief gaan trachten te regeeren. Spreker wil hier ook wel verklaren, dat hij daarv ook allerminst gediend is, en -wanneer men toch zoo iets gaat doen, zou het wel eens kunnen gebeuren, dat spreker als een kwaad paard ineens achterover ging staan. De bedoeling van de pers is van huis uit eer. goede naar men moet niet door het aanhalen van berichten het doen voorzomen, of dat alleen juist is. Men moet niet te veel waarde hechten aan een kranten- oeriebtje en daarom zou spreker willen zeggen: laat de pers de berichten, die zij lanceert, voor eigen rekening houden en wanneer men een of ander ingezonden stuk schrijft, of iets van U zegt, trekt U daar dan niets van aan en toont, dat Gij daar boven s taat. Men zal dan later ook nooit kunnen zeggen, dat ge er iets minder om geworden bent. Toon in het algemeen ap preciatie voor het goede werk van de pers, maar laat daarvan zoo weinig mogelijk blijken. en nog gemakkelyker om als niet verantwoordelyk man iets te doen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 40