I - 39 - behandeling van de begrooting &oofdstuksgewijze trachten den Raad zoo uitvoerig en duidelijk mogelijk de gewenschte inlichtingen te verstrek ken. Wethouder KIEPE: Mijnheer de Voorzitter, er is voor rat mijn deel betreft, niet veel meer te antwoorden op de door de leden gehoudêr. algemeene beschouwingen. Op de eerste plaats wil ik beginnen met mijn tevredenheid uit te drukken over den toestand, waarin de ge me en te zich thans bevindt. Door den heer Demmers is gesproken over het oproepen van een technisch ambtenaar, en daarbij opgemerkt dat er aan de fabriek menschen waren, die dat ook kondén. Vooreerst moet de heer Demmers echter niet vergeten, dat toen het electriciteitsbedrijf werd opgericht, dit was met 24-0 aangeslotenen en een lengtekabel van 6 K. Thans is het aantal aangeslotenen gestegen tot 1Ö00 en de lengtekabel tot 4-0 K.M- Verder kan ik den heer Demmers wel mededeelen, dat alleen de heer Saro- lea de meters voor electriciteit ijken kan. Dit werk eischt een groot geduld en een niet minder groote accuratesse. De Directeur heeft er dar. ook al meermalen op gewezen, dat men daarvoor eigenlijk iemand zou moeten hebben van een meterfabriek, die niets anders doet. Zoo is het ook met het ijken van gasmeters, ofschoon dit nog een groot verschil geeft met het ijken van de electri citei tsmeters, die bovendien niet iedereen mag ijken. Wanneer ik er dan nog op wijs, dat de heer Sarolea, die alle meters moet ijken, ook nog het geheele kabelnet moet nagaan, dan oen ik van meening, dat de leden van den Raad het wel met mij eens zullen zijn, dat er dan niet veel tijd meer overblijft voor het maken van rapporten enz. Waar bovendien de heer Sarolea meer techniker dan een administratief persoon is, zal men begrijpen, dat het wel noodig is, dat er iemand bij komt, die het ijken der meters van hen; over wan nemen. Wanneer er dan een aanvrage komt voor aansluiting aan het electrisch net, kan men er wat meer spoed mee maken en zal men niet meer zoolang behoeven te wachten als dit nu het geval is Wat betreft de gasprijzen, Mijnheer de Voorzitter, meen ik, dat deze niet hoog zijn, zooals enkele leden hebben beweerd. Wanneer men een vergelijking zou gaan trekken met verschillende andere plaatsen in Nederland, dan zal men zien, dat slechts in enkele plaatsen de gasprij zen lager zijn dan hier. En wanneer men dan onze gasfabriek, welke oud en versleten is, vergelijkt met b.v. de moderne fabriek, welke men in Tilburg heeft, dan zal men ook moeten toegeven, dat voor onze fabriek heel -nat meer onkosten gemaakt moeten worden dan wanneer men pas een nieuwe fabriek heeft. Op het oogenblik zijn de prijzen voor de eerste 300 M3 10 cent en voor meerder verbruik g cent. Er bestaan echter plan nen om den gasprijs te houden op een vastrecht tarief van g cent. Alles kan echter niet ineens. Wat de werkloosheid betreft, ben ik van meening, dat, wanneer de weersgesteldheid van nu blijft aanhouden, we een bO a fo werkloozen leer zullen hebben dan vorig jaar. Dit és echter een kwestie, welke geregeld elk jaar terugkomt. In verband hiermede wil ik er op -.vijzen, dat ai meerdere malen in den Raad besproken is, dat de georganiseer- den eerst geholpen moeten worden. Het is toch niet in orde, dat de ongeogganiseerden steeds zouden voorgaan. Dat deze niets trekken komt omdat ze zelf daarvoor niet gezorgd hebben. De georganiseerden moeten zelf wel een zeker bedrag betalen, maar de gemeente en het Rijk bèta- ren toch ook aan de werkloozenkassen bij. Overigens kan ik den Read mededeelen, dat ik met den Directeur der Arbeidsbemiddeling reeds heb afgesproken om 3 Januari a.s. een vergadering te houden met de afge vaardigden der organisaties, waarin dan ook met den Wethouder van Open bare Werken overgelegd kan worden betreffende de verschillende objecten voor werkgelegenheid. Be heer Bech£ heeft mij rechtstreeks een vraag gesteld als Wethou der vermakelijkheden. In antwoord daarop zou ik op de eerste plaa s naar voren willen brengen, dat reeds een paar jaar geleden verzoenen van kermisvakgenooten binnenkwamen om inrichtingen als Cocktail Palac^ e.d. te weren. Toen kwam er echter bij de inschrijvingen voer staan plaatsen ook een van een soortgelijke inrichting, die voor alls ter rein.n ineens inschreef. Om daarover niet zelf te behoeven xe beslis sen, heeft het College van B W die zaak toen bij den Raad gebraent, en toen is besloten, dat de gemeente baas moest blijven in eigen huis en dat dergelijke groote inrichtingen geen plaats konden krijgen. B hebben zich aan dat besluit g ehouden en hebben de laatste kermis, waar de heer Becht op doelt, en waarook een gecombineerde inrichting stond, zich eerst beraden alvorens daartoe vergunning te verleenen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 39