w.
er;
Auodoh v -A
-nooniót c~v
ni :<c.
it: A l: tnr
T ,tk"
j Xxjss X J
k-: .lev;, lit wen
i j. cy~- - •-
- 32 -
vind, ik wil er alleen maar op wijzen, dat het niet aangaat, dat, wan
neer de Raad een besluit genomen heeft, daaraan door B W de hand
niet wordt gehouden. Persoonlijk juich ik het toe, dat er gemengde
bedrijven op de kermis worden toegelaten en ik ben ook steeds van
mee-ning geweest, dat de ontwikkeling der vermakelijkheden in dien
vorm toch niet is tegen te hodden. Ilc hoop, dat in déze kwestie geen
sprake is van sympathie of antipathie tegenover een of anderen kermis
exploitant. Een Wethouder van een gemeente moet zeer zeker daar boven
staan.
Er is hier verder gesproken over de verbetering der straten. Ik ben
van meening, Mijnheer de Voorzitter, dat de straten heel goed worden
opgeknapt en al wordt daaraan nu een politiek tintje gegeven en er
reclame mee gemaakt voor de a. s. verkiezingen, dan vind ik dat toch
niets erg, wanneer de twee Wethouders maar blijven ijveren voor het
gemeentebelang. Alleen vind ik het jammer, dat de dissidentenpartij
hier in den Raad nog geen zelfstandigheid genoeg betoond heeft en
die leden nog maar blijven loopen aan den band van den ei ssidenten-
Mussoüni
De VOORZITTER wijst er den heer Becht op, dat hij buiten de orde is.
De heer BECHT: Ik wil dan nog even wijzen op het woonwagenkamp en
den Antwerpschenstraatweg. De Voorzitter van V.V.V. vroeg mij, of ik
vooral op die laatste kwestie even de aandacht wilde vestigen. Naar
zijn meening was dat wel het hardste noodig in verband met het drukke
verkeer, dat in I93O daar zal komen naar aanleiding van de wereldten
toonstelling te Antwerpen. We hebben aan ieder punt van de stad een
behoorlijke entree, zoowel aan de Steenbergsche- als aan de Bredasche-
straat. Aan de Stalenbrug echter is het niet veel moois. Het is zeer
jammer, dat de toestand aan de Stalenbrug zoo slecht is. Ik hoop, dat
men de kwestie van de Stalenbrug zal beschouwen als een urgente kwes
tie en dat het Dag.Bestuur zal trachten in dien onhoudbaren toestand
een zoo goed mogelijke oplossing te brengen. Wat het woonwagenkamp
betreft hopp ik, dat niet getracht zal worden om dat te brengen in
de Balschebaan, zooals de geruchten loopen. Ik geloof, dat een goede
plaats daarvoor zou zijn op Plein 13 tegen de haag van het terrein
der Gemeentereiniging. Daar heeft niemand er last van en ook op ver
schillende andere plaatsen, is het pp die wijze gebeurd. Men heeft
dan niets anders te doen, dan den weg daar te verharden en een behoor
lijke afrastering te maken.
De heer WALDER: En zeker nog tralies er voor.
De heer BECHT: Ilc geloof, dat op deze wijze een goede oplossing
zou worden verkregen voor dit lastige vraagstuk. Wat het voorstel
tot het geven van een Kerstgave aan de werlcloozen betreft, ben ik
van meening, dat zulks van particulier initiatief moet uitgaan en
niet van de gemeente. Wanneer men daar eenmaal mee begint weet men
niet waar het einde is. De heer Walder, die zich altijd als vriend
des volks voordoet, moet hiervoor maar eens goed in zijn zak tasten.
Wanneer het goede voorbeeld er is, zal er vanzelf wel meer komen.
Dan zou ik er nog op willen wijzen, da" het mij verkeerd lijkt
om bij de besprekingen hier in den Raad krantenartikels aan te halen.
Wanneer men daarmede begint is het einde er niet van te voorzien
en men komt dan van het een op het ander.
Door den heer Verbiest is nog een opmerking gemaakt om door de
gemeente meer reclame te doen maken. Ik ben het er mee eens, dat
er meer reclame gemaakt moet wordén, maar ben van meening, dat zulks
niet aan de stations moet geschieden, maar op andere plaatsen. Hier
mede, Mijnheer de Voorzitter geloof ilc in eerste instantie wel te
kunnen eindigen.
De heer MUSTERS: Mijnheer de Voorzitter, het houden van algemeene
he schouwingen is voor mij thans wel een zeer moeilijke taak. Door
verschillende leden is hieromtrent beweerd, dat wij daarvoor een
briefje zouden hebben gekregen van een Mussolini. Ilc gevoel mij
daardoor aangetast in mijn eer als raadslid, en ilc wil hier wel ver
klaren, dat ilc niet zoo'n briefje heb meegekregen. Ilc heb mijn alge
meene beschouwingen zelf geschreven en daarbij getracht om zooveel
mogelijk het persoonlijk element daarui t te weren. Ilc stel er prijs
op hier te v erklaren, dat ik hier gerust mag zeggen, wat ilc zelf wil.
Ik ben hier een vrij lid en wanneer ik ergens over wil spreken, dan
lean ilc dat oolc, al zou mij door iemand anders gezegd worden, dat ilc
dat niet moet doen. Ilc meen dan oolc een -voord van protest te moeten
j i
1:1
VV -' .1 -> i
O
i'i
•t
J.v; j.
i,< V-i fi i