l
a
J f
.w: :u.
1- ;r-
'/.m! 0'.'.. tnX!-!:
.1oi:'
Orétno
;:'i .:*±c
stoffelijk doel zij nastreeft. Zoo pas heb ik aangetoond, dat het Dag,
Bestuur, dat zijn grootsten steun van deze fractie moet ontvangen, de
zaak op de oude wijze voortzet. Uit de discussies hier gevoerd, wordt
men ook niets wijzer. Het zou voor den Raad wel goed zijn eens precies
te hooren, wat deze fractie eigenlijk wil, niet in negatieven, maar m
positieven zin. D&t zij zich zelf de Roorcisch Katholieke Stadspar 13
noemen, maakt de zaak ook al niet veel duidelijker. Een ding is ons
echter wel bekend, n.l. dat de fractie als fractie hier m den Raad een
vrij pover figuur slaat. Vooral kwam dit uit in hun houdiig teSenov®r
burgemeester Stulemeijer bij diens vertrek. Zij m et zich toen nie t tor
die°hoogte op te werken, waarop men personen van zaken onderscheidt.
En het is niet tot haar doorgedrongen, dat er omstandigheden zijn, waar
persoonlijke antipathien niet meer mogen gelden. Een Roomsch Katholieke
burgemeester en een ^ich noemende Roomsch Katholieke fractie. Het was
een fraaie houding. 1
Mijnheer de Voorzitter, wanneer ik de opvolgende begrootingen en
rekeningen met elkaar -fergelijk, dan geloof ik niet, dat de financieeie
toestand van Bergen op Zoom als ongunstig moet worden beschouwd en dat
deze toestand, wanneer er geen dwaze dingen worden gedaan, nog gunstiger
zal worden. Al is het betalen van weinig belastingen niet het eenige
v/at bereikt moet worden, het ms toch een goed teeken, dat de belasting
zou kunnen worden verlaagd, zonder dat er tekort wordt_ gedaan aan de zoo
noodige ontwikkeling der gemeente. In verband met de wijziging, die er
komt in de verhouding tusschen Rijk en Gemeente, zou ik het Dag.bestuur
willen adviseeren zich zoo spoedig mogelijk te beraden over de maatrege
len, die noodig zullen zijn door deze wijziging en niet hiermede te
v/achten tot het laatste oogenblik. Het zal te voorzien zijn, dat de uit-
keering van het Rijk niet voldoende zal zijn om de gemeentehuiehouding
te dekken en dat er nieuwe belastingen zullen moeten worden ingevoerd.
Vooral zou ik het Dag.Bestuur in overweging willen geven de gedachte
over de door den heer Harmsen meermalen ter sprake gebrachte straatoe-
lasting, waardoor meteen vervelende kwesties als met de 2e Wouwschedwars-
straat, tot eene oplossing zouden komen. In dit verband kan ik niet
nalaten het vertrek van ons geacht medelid dén heer Harmsen te betreuren
die op,dit gebied nog zooveel nuttige adviezen had kunnen geven. Ook
kan ik'niet nalaten op dit oogenblik iets te zeggen over de vele ker
missen die hier worden gehouden. Onze meening over dit punt is vol
doende'bekend. Bij het desbetreffende artikel zullen wij ons van een
voorstel onthouden, omdat het bij de heerschende mentaliteit toch niets
reeft. Het lijkt ons van een gemeentebestuur niet juist, gezien op deze
meer dan overdreven wijze den inwoners de gelegenheid te geven op zulk
een weinig verheffende wijze hun geld te verdoen, geld dat op zooveel
nuttiger wijze besteed had kunnen worden. En dan zie ik nog af van aller
lei ellende, die door alcoholmisbruik wordt veroorzaakt op zulke tijden.
Waarom kan er toch niet een begin worden gemaakt met eene vermindering?
We mogen er toch wel mee rekenen, dat een groot percentage der menschen
absoluut niet bestand is tegen deze verleiding.
Rog ongunstiger is ons oordeel over het carnaval, dat hier nog altijc.
wordt getolereerd en waartegen ook van Roomsch Katholieke zijde - en
lang niet van de minste zijde - wordt opgekomen. Het behoort tot de taak
van een gemeentebestuur om de gelegenheden, waar de mensch zich aan zyn
slechtsten kant kan uitleven, zoo klein mogelijk te maken. En zulk een
gelegenheid is wel het carnaval.
Ru ge Gasthuiskwestie zich heeft opgelost, wil ik er ten_ slotte nog
maals'bij het Dag.Bestuur op aandringen, dat van hen het initiatief uit~
gaat tot wijziging van het totaal verouderde reglement, zoodat de medische
leiding in het ziekenhuis meer tot zijn recht komt.
De heer DE -JORG verkrijgt dan het woord, doch zegt hiervan af te
"""^De heer VERBIEST: Ofschoon het niet mijne bedoeling was om algemeene
beschouwingen te houden, ben ik crp dat voornemen toch teruggekomen cn
wensch thans toch een en ander te zeggen. Ik wil daarbij meer op eigen
terrein blijven en zal daarom spreken over de industrie. Onze industrie
Mijnheer de Voorzitter, gaat mank en naar mijne meening komt dit, omdat
er te weinig reclame gemaakt wordt naar buiten. Wanneer men reclame
maakt en veel reclame naar buiten, dan kan er nog iets goeds van terecht
komen. Door reclame kan men verkrijgen, dat er fabrieken bij geplaatst
-.70rden, maar daaraan schijnt men niet te denken. Er wordt alleen maar
gedacht aan het bouwen van scholen, kerken en kloosters. Schouwen zien
we echter niet verrijzen, en daarvan moet men toch eten. Gaat het onze
r r
a'J.
oa
'1
L -
- -
.,1 - ->
T.
i t--i'l 1
;t -r: t-..
jn-.'.:
vi; '.r