- 2g - mogen toevoegen, dat het dan toch met eerlijkheidsgevoel van dien inzen der wel treurig gesteld is geweest. Mijnheer de Voorzitter, het is mij uit stukken in een der plaatselyke bladen opgevallen, dat regeling of besluiten van Commissies steeds daarin zijn vermeld, zonder dat wij als Raadsleden daarvan kennis dra gen. Ik vraag me af, hoe dit mogelijk is, wanneer de Commissieleden niet uit de school klappen. Is er dan bij dergelijke personen geen be trouwbaarheid meer aanwezig, welke toch zeker van ieder Raadslid gevor derd dient te worden. Moeten alle stukken welke nog niet voor openbaar heid bestemd zijn,, door een groot deel van den Raad in gewone bijeen komsten worden besproken? Raar mijne meening werkt deze handelwijze funest, èn voor de betrokken Raadslederen voor de gemeente. Mijnheer de Voorzitter, ik wil hier niet veel van zeggen, maar ik wil toch even een stukje voorlezen, dat zoo precies op deze gemeente slaat. Het heeft gestaan in het Algemeen Handelsblad en is nadien overgenomen in de Avondster van 19 September. Het betreft de Amsterdamsche toestanden en luidt: De beraadslaging en beslissing over de belangen van Amsterdam schijnen tegenwoordig uit de openbaarheid naar de binnenkamer te moeten verhui zen. Het is begonnen, al jaren geleden met de conclaves over de arbeids voorwaarden van het gemeentepersoneeldaarover wordt in werkelijkheid al lang buiten de Raadszaal beslist. Én wanneer het zoo doorgaat als nu, zullen de andere gemeentezaken heel spoedig volgen en ook naar de binnen kamer verhuizen. Het is toch wel bedenkelijk uit een oogpunt van demo cratie. Wanneer de pers deze geheime beraadslagingen niet volgde, zou de burgerij, evenals in vroegere eeuwen, voortdurend voor voldongen oe— stuursfeiten worden gesteld. De eenige openbaarheid die overblijft schijnt volgens deze ontwikkeling te moeten zijn: die der politieke partij. Dat wil zeggen, aan de partij doet haar vertegenwoordiging in het publiek lichaam een mededeelingen de fractie vraagt goedkeu ring op, wat zij denkt te besluiten. Ook dit antiek: ruggespraak, laat van de zelfstandigheid van de volksvertegenwoordiging maar weinig over, En van de openbaarheid ook, want een politieke partij ten onzent is nog geen publiek orgaan. Neen, deze nieuwe gewoonte schijnt ons ook lang geen vooruitgang te zijn." Het geschetste kwaad wortelt te Bergen op Zoom nog in erger mate en het lijdt geen twijfel of de betrokken Raadsleden hebben behoefte aan dergelijke voorlichting van buiten den Raad staande, niet verantwoorde lijke personen, maarals ik dit moet aannemen^ blijkt daaruit ook daide lijk de impotentie van hen, die voor de taak van openbaar bestuurder zijn geroepen. 1_. De heer DIXLAND: Mijnheer de Voorzitter, nm wij hier de derde maal de begrooting behandelen onder wat ik zou willen noemen het nieuwe bewind, wil ik gaarne van de gelegenheid gebruik maken eenige meer algemeene opmerkingen te maken. Mijn eerst6 opmerking geldt het thans zittende Dag.Bestuur en de onderlinge verhoudingen inden Raad. Toen voor ruim 2 jaar de Gemeente raadsverkiezingen plaats hadden, laaiden de stads-politieke hartsthch- ten fel op. De critiek op het vorig Dag.Bestuur was vaak fel en weinig fraai. Er deugde niet veel van. Een buitenstaander kreeg den indruk, dat Bergen op Zoom moreel en financieel geweldig in den put zat en dat het noodzakelijk was, dat er mannen kwamen inden Gemeenteraad, die er niet voor zouden terugdeinzen door krachtige maatregelen de_gemeente uit den put te halen. En toen door omstandigheden de critici de gelegen heid kregen om de gemeentehuishouding in hun geest te besturen, mocht men groote en ingrijpende veranderingen verwachten. En mocht men her gelooven, die destijds de veranderingen toejuichten, dan ging Bergen- op-Zoom nu een nieuwe toekomst tegemoet. Anderzijds waren er ook vel^n hier ter stede, die pessimistisch waren gestemd en die de meest sombere voorspellingen maakten. Zooals te verwachten was, zijn beide voorspel lingen niet uitgekomen. Bergen op Zoom zat niet in den put en de ingrij- pendö en krachtige maatregelen zijn uitgebleven. Ook de pessimisten kregen geen gelijk. Bergen op Zoom bestaat nog en staat er goed vooi. Dezu begrooting levert daarvan een der bewijzen. Er is in de gemeente lijke huishouding van Bergen op Zoom weinig of niets veranderd. De uit- gevancijfers der v erschillende begrootingen stijgen langzaam en z uuor en van bezuiniging in groot en stijl blijkt niets. De leden van den Gemeenteraad trachten op verschillende posten te bezuinigen en doen daartoe voorstellen, het Dag.Bestuur wijst de bezuinigingen af, alles

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 28