- 2k- -
wel behandeld, of wij krijgen reeds de nieuwe. Ik meen echter te weten,
dat ook die begrooting reeds in September klaar was, maar dat gewacht
moest worden op Openbare fterken. Het doet mij daarom des te meer genoe
gen, dat deze begrooting weer op tijd is. Ik wil alleen nog maar de hoop
uitspreken, dat ze in den vervolge ook op tijd zal blijven komen. Ik
wil dan verder nog een aanmerking maken over het onderzoek der begroo
ting in de Commissie. Vroegere jaren was het steeds de gewoonte, dat
een lid van het Dag.Bestuur bij die behandeling tegenwoordig was om
inlichtingen te geven. Later heeft dat de Secretaris gedaan. Dit jaar
is er echter een ambtenaar voor aangewezen, een man, die dus niet van
alles op de hoogte is. Bij het onderzoek is dat ook voldoende gebleken.
Over verschillende posten werden vragen gesteld, maar men wist er gewoon
geen weg mee. Ik hoop, Mijnheer de Voorzitter, dat U met deze opmerking
in de toekomst rekening zult houden. Verder kan ik mij niet goed ver
eenigen met het antwoord van B W naar aanleidirg van het rapport der
Commissie. En ik kan er mij daarom niet goed mee vereenigen, omdat er
van al onze opmerkingen niets overblijft. Wanneer vroeger al eens opmer
kingen werden gemaakt, dan was het Dag.Bestuur nogal eens geneigd om
wat toe te geven, maar daar wordt nu heelemaal niet aan gedacht. Dit
Dag.Bestuur heeft van de gemaakte opmerkingen er geen enkele toegegeven.
En dit nog wel terwijl de menschen van dit Dag.Bestuur vroeger zelf
van het standpunt uitgingen, dat er duizenden guldens af konden. Wanneer
vroeger het Dag.Bestuur beweerde, dat er van de posten niets af kon. werd
dat als een kwade daad aangemerkt, terwijl het nu beschouwd wordt al een
goede. Spreker gelooft, dat deze zelfde leden, die nu deel uitmaken van
het Dag.Bestuur, later nog wel eens als leden van den Raad aanmerkingen
zullen maken op daden, als nu door hen zelf gesteld worden. Wanneer men
het antwoord ziet onder post 51 en onder dat van post 108, dan meen ik,
dat dit antwoord gegeven is zonder eenigen kennis van zaken. Het komt
mij thans voor, dat men nu slechts zulk een opmerking heeft gemaakt om
er van af te zijn. Vroeger zou het Dag.Bestuur nog wel eens getracht
hebben om van zulk een post wat af te knijpen om daarmede de begrooting
wat te kunnen verlagen. Ik wil hiermede aantoonen, dat de wijze van
handelen van het vorige bestuur zich nu ook hiermee straft. Op deze
manier is die overdreven zuinigheid van vroeger de oorzaak geworden,
dat we nu steeds hooger 6aan.
Mijnheer de Voorzitter, ik wil het dan over de financien van onze
gemeente ook nog even hebben. ffiok ik ben van meening, dat.deze zaken
v/el onze speciale aandacht mogen hebben. Er is den laatsten tijd heel
wat gebeurd. De gas-, water- en electriciteitsprijzen zijn verlaagd, er
is een verlaging der belastingen in uitzicht gesteld, allemaal dingen,
welke de gemeentenaren graag zullen hooren. De gunstige resultaten,
welke een hier echter bereikt heeft, zijn naar mijne meening nu niet
uitsluitend aan dit Dag.Bestuur te danken. Het beleid van het vorige
Dag.Bestuur heeft daaraan ook veel mee geholpen. Wanneer ik hier eens
iets zeg ten benoeve van de werklieden of voor een betere positie van
de ambtenaren, dan komt men direct met de opmerking, dat zulke reclame
maken is. Maar wanneer men dan het plaatsel jk blad leest, dat nogal aan
Ret Dag.Bestuur verwant is - we hebben het hier ®el eens het semi-parle-
mentair blad genoemd - dan meen ik er op te kunnen wijzen, dat in dat
blad er steeds op gewezen wordt, dat de menschen van de Stadspartij het
zijn, die iets goeds tot stand brengen. Ik betwijfel echter, of dat
goede allemaal aan de Stadspartij is te danken. Wel weet ik, dat de
Stadspartij al de vruchten van het indertijd geplante boompje naar zich
td>e haalt en daarmede goede reclame maakt voor haar zaak. Dat is inder
daad reclame maken en heel iets anders dan wanneer ik hier voor een
betere positie van ambtenaren en werklieden opkom. Wanneer men v .rder
debegrooting eens nagaat en ziet dat er dit jaar een extra bedrag wordt
afgelost van 30.000,voor onvoorzien en we nemen daar dan eenige
renteposten bij, dan meen ik, dat we best de belasting l'fo naar beneden
zouden kunnen brengen. Ik hoop, dat het Dag.Bestuur met voorstellen
betreffende deze aangelegenheid zal komen.
Nu wil ik nog even spreken over de werkloozen. En wanneer ik het
hierover heb91 dan zou ik er op willen wijzen, dat men deze menschen
niets beters kan laten doen dan werken. Momenteel is de werkloosheid
hier weer onrustbarend aan het stijgen en als de vorst aanhoudt, dan
zijn Maandag zeker een honderd werkloozen meer dan vorig jaar. Wanneer
men deze menschen productief werk laat verrichten, heeft de gemeente
k
k