v J- c; r: w ufoa Icvqooa p.. T; XSa th v-:U L, v - 22 r 350-000,Het is een voorloopige wensch van de Katholieke Stads partij dat met de leening, die dit jaar zal moeten worden aangegaan om deze uitgaven vast te leggen, dit bedrag zeker niet zal worden opgevoerd. Immers met deze 350*000,kunnen in de volgende jaren de noodzakelijke uitgaven zeker betaald worden. U zult mij opmerken, dat ook dit jaar de gron d aan den Antwerpschenstraatweg zal moeten worden betaald, maar de betreffende 60-000,kunnen toch ook wel gevonoen worden uit de ontvangsten van den grondverkoop der domein gronden. Er isdus zeker een verbetering der kapitaalspositie van onze gemeenoe en de Raad dient naar mijne opvatting te streven om die ver betering niet te laten verloren gaan door te veel opgeschroefde uit gaven. Zuinigheid is en blijft altijd gewenscht, maar hp zeker de eerste jaren nog zeer noodzakelijk. In deze 3 jaar is er ook reeds een aanmerkelijke verbetering tot stand gekomen in de jaarlijksche lasten, die op de belastingbetalers gelegd- zijn. Daar hebt ge de verbetering in de gasprijzen voor de groot-industrie, die van dë electriciteitstarieven van 36 op 30 en op deze begrooting van 30 op 25 cent, terwijl ook verschillende water leidingstarieven zijn verlaagd. Ook de slachters hebben verschillende verlagingen gekregen in het gemeentelijk slachthuis, verlagingen, die de exploitatieverdiensten der slachters ten goede komen. Maar behalve dat, hebben de groote huisgezinnen met arbeidende zoons en dochters sinds dit jaar eenv erlaging gekregen door het geluk kig initiatief van ons lid Harmsen, wiens kundige adviezen ons College, jiammer genoeg, in den verrfolge zal moeten missen. (De Raad betuigt met deze woorden door applaus zijn instemming). En - ru komt de klap op den vuurpijl - deze begrooting geeft de gelegenheid om over Hat dienstjaar 193C" •'le^ percentage van den H.0. belangrijk te verlagen. We zullen daarbij echter ook rekening moeten houden met den nieuwen toestand over 1931* ln ^at jaar zullen immers de nieuwe bepalingen in werking treden van de geheel veranderde finan- oi eele verhouding tusschen gemeente en Rijk, Mijnheer de Voorzitter, met deze opmerkingen wil ik mijn algemeene beschouwingen sluiten, maar ik zou nog een verzoek willen doen, Vat brengen deze nieuwe bepalingen voor onze gemeente? De eene zegt er dit van, de andere weer iets anders. De gemeente-secretarie zal deze gevolgen voor onze gemeente aan 't bestudeereu zijn, maar wij, de leden van den Raad, staan geheel buiten deze voorloopige stu dies en misschien straks op het einde van 1930; worden wij, zonder voorstudies, in eens voor het resultaat geplaatst en zijn wij over geleverd aan het individueele inzicht van het secretariepersoneel Een raadslid kan niet in eenige maanden zich een critisch oordeel vor men, wanneer het vakkundige secretarie-personeel een heel jaar gestu deerd zal hebben. Daarom is mijn verzoek, dat aan de Raadsleden per soonlijk geleidelijk aan de bestaande bepalingen en koninklijke beslui ten, die er invloed op uitoefenen, in afschrift worden verschaft en de berekeningen, die aan de hand der gemeentelijke cijfers daarvan worden ver-,vacht Ik heb gezegd, Mijnheer de Voorzitter, De heer LOOS: Mijnheer de Voorzitter, hoewel het niet mijn gewoonte is veel te zeggen of ionnoodig in debat te treden, wil ik toch een kleinigheid zeggen en wei voornamelijk over de gemeente-buitenwegen. Als de bewoners van buiten de stad ingaan en zij zien dan, wat een straten en straatjes daar vernieuwd en herbestraat zijn, vragen zij zich wel eens af, met welke groote kosten dat alles gepaard gaat. mijn heer de Voorzitter, ik juich al die verbeteringen van ganscher harte tóe. want het was hoog tijd, dat de straten en straatjes in de stad eens terdege werden aangepakt, want een goed gemeenteoestuur moet z. jr best doen om zijn stad zoo aantrekkelijk mogelijk te maken; vooral kapitaalkrachtige vreemdelingen moet men naar de stad zien te trekken, datkkan een gemeente ten goede komen. Mijnheer de Voorzitter, nu wil ik ook graag een woordje spreken over de buitenwegen. Als men zoo eens door de stad loopt, kan men zien, dat daar flink wordt aangepakt, maar als men dan ook de buiten wegen eens gaat bekijken, zal men zien. dat die nog erg stiefmoeddrlyk behandeld worden. De menschfen, die daar wonen, zijn ook ingezetenen var. Bergen op Zoom, ook belastingbetalers. Dat zijn menschen die geen 5 v C.i J

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 22