- 20 -
ie zeer af te keuren en ik hoop, dat de Burgemeester hieraan zijne
medewerking zal onthouden.
Wat toch is het geval? Voor de geheele verbetering van het 4-jarig
stratenplan wordt geleend. Nu worden de rnenschen in den waan gebracht,
dat er onder dit bestuur zeer veel wordt gedaan, maar ik meen, dat het
een klein kunstje is de gemeente een groote schuld op den hals te schui
ven. Later komt dat in het belastingbiljet wel tot uiting. Is het niet
direct onder dit Dag.Bestuur dan toch zeker wel onder een ander bestuur.
En dan is het de tijd om andere dan optredende gemeentebesturen te be-
critiseeren over hun bestuursbeleid.
Het is toch wel gebleken, bij vroegere besturen, dat het mogelijk
was de zaken van de gemeente indie richting te sturen, gezien het jaren
achtereen heffen van te lage belasting. Mijnheer de Voora tter, op ene
wijze is het ook mogelijk, niettegenstaande alle verbeteringen, die
worden aangebracht, te komen met belastingverlaging, verlaging van water,
electriciteit en gastarieven. Al deze zaken worden mede gebruikt als
reclame voor de Stadspartij, terwijl het volgens mijne meening is een
uitvloeisel van het goede te stuur onder Uw voorganger, den heer Stule-
mei j er.
Hoe nu geschiedt thans met de begrooting? Vroeger werd door de leden
van dit Dag.Bestuur op alles, zelfs op de kleinste kleinigheden bij de
behandeling van de begrooting beknibbeld. Zij gaven voor te zijn een
bezuinigingspartij. En wat blijkt nu? Dat iedere post op de begrooting
geleidelijk aan verhoogt onder dit bestuur. Ook voorstellen tot verlee-
nen van subsidies komen er steeds meer. Het is nog erger dan vroeger.
Ik zou nu ook even een post willen aanhalen.
De heer DEMMERS: Zegt U het nu ook maar. Het staat toch op het pa
piertje.
De heer VRIENS: Als men nu do gemeentereiniging eens nagaat, dan
heeft men kunnen zien, dat onder wethouder Asselbergs hiervoor werd
uitgegeven 4-0.000, Nu komt men reeds aan 53-000;en iedo: jaar
ordt het met 3.000,verhoogd. Ik zie niet in, dat de toestand bij
de gemeentereiniging beter is dan vroeger en ik vind het opmerkelijk,
dat de rosten ieder jaar met 3-000,verhoogd worden. Komen er thans
voorstellen tot vermindering, dan krijgt men te hooren: dat kan niet,
hot vorig jaar is er zooveel op dien post uitgegaan, rat blijft nm over
van du partij, die zich noemt Stadspartij en die voorgaf in haar werk
programma te zullen zijn een bezuinigingspartij. Ik kan dit niet inzien
en heb niets van bezuiniging ondervonden. Al hun werk is gevestigd op
de verkiezingen van 1931-
De heer SIMONS: Mijnheer de Voorzitter, van de gelegenheid om algo-
meene beschouwingen te houden, wil ik gaarne gebruik maken om, mede
namens mijne vrienden, enkele lijnen te trekken over het tegenwoordige
gemeentubeheer.
Alvorens dit te doen, Mijnheer de Voorzitter, wil ik gaarne bij de
eerstu behandeling der gemeentebegrooting onder Ut/ voorzittersciiap,
getuigen van de aangename, rustige sfeer, die binds U de leiding hebt,
nier in ons Raadscollege heerscht. Wanneer 17 mannen, met hun verschil
lende inzichten vertegenwoordigend ook verschillende groepen der bevol
king, hier bij elkaar zijn, om de belangen der gemeente te behartigen,
dan kan het niet anders of nu en dan zullen die inzichten tegen elkaar
kotsen. Dat kan niet anders, en dat kan ook geen kwaad, mits het dsn
maar geschiedt onder een minnelijke en gemakkelijke leiding, die zich -
Indien strikt noodig - buiten die botsing zdye houdt. De verschillende
vergaderingen, die wij tot nu toe onder Uwe leiding hebben gehouden,
geven althans nu het rustige gevoel, dat dit gebeuren kan.
^Mijnheer de Voorzitter, de tijd is nog te.kort sihds H.M. onze
geëerbiedigde Koningin U tot burgemeester dezer gemeente heeft benoemd,
om U nu reeds lof toe te zwaaien, laar wel wenschte ik, namens mijne
vrienden, deze voorloopige waardeering te uiten, daarbij de hoop "uit
sprekend, dat de band tusschen Uw persoon en den Raad steeds van de
meest vriendschappelijken aard moge blijven.
Het heeft ons dan ook genoegen gedaan, dat bij het feest Uwer 25-ja
rige bruiloft vele personen en corporaties uit de bevolking de eenvou
dige gelukwenschen, die de Raad U aanbood, hebben gesteund. Ik zie daarin
-ok een zekere mate van vertrouwen, dat de bevolking in den Raad stelt,
dat zij op deze wijze des Raads voorbeeld heeft gevolgd.
Naast Uw beleid als voorzitter, verwacht de gemeente Bergen op Zoom
/an U, als hoofd van het uitvoerend gezag,nog heel wat. Ik noem de kwes
tie van de Stalenbrug, de Moerstraatschebaan, de restauratie onizer