Sire - 16 - heb afgegeven? Hebt U daaruit niet geconstateerd,dat ze precies gelijk luidend waren9 Heb ik geweigerd,Mijnheer' de Voorzitter.de stukken aan den Secretaris af te geven? Ik geLoof het niet. Heb ik niet Zaterdags voor de openbare vergadering van Woensdag U opgebeld om te zeggen.dat ik niet ter vergadering kon komen9 Heb ik U bij die gelegenheid £ie gevraagd om de vergadering een of twee dagen uit te stellen. En he mij niet medegedeeld bij die gelegenheid,Mijnheer de Voorzitter,dal het entwoord van Burgemeester en Wethouders door U zoo zakelijk was opgesteld geworden? Heb ik U toen niet gewezen op het onzakelijk geschrijf in bedoeld dagblad? Later hebt U mij medegedeeld, da tJin de vergadering van Woensdag zoudt voorstellen om de aangelegenheid e" treffende de interpellatie te behandelen in de vergadering,aie op laatst van October zou worden gehouden en waarin dan tevens ae grooting zou worden aangeboden. En heb ik niet voor de vergadering van Woensdag schriftelijk mede gedeeld,dat ik door uitstedigheid die vergadering niet kon bijwonen. Ik had gedacht - en daarom heb ik daarstraks ook mijn vraag Êe£p dat die brief niet was voorgelezen in de vergadering. Ik werd daarin, nog tp meer gesterkt,omdat ik in bedoeld blad moest lezen, e e Wiens was er nietdé heer Vriens had toch wel uitstel kunnen vragen. Ik heb nu gehoord.dat mijn schrijven werkeiijk is voorge:^ïeven en zou dus kunnen zeggen.dat alles,wat door bedoeld blad xs geschreden niets anders dan leugen en laster is geweest. Naar Jf^d™%van ae vragen,die spreker heeft gesteld,zou hij aan Burgemeester en Wethouder willen vragen,of zij niet willen erkennen.dat hij werkelijkjeeds Sr terdas gevraagd heeft om uitstel der vergadering. Ik zou van h*n willen vernemen,of zij niet volmondig willen toegevendat ik mijn heb gedaan om de vergadering uitgesteld te krijgen. Wanneer die oe- zegging er is,dan zijn we een stap verder in ae goede richtang en is meteen al dat geschrijf gemaakt tot leugen en bearog. En warmee dan gebeurd is,dan zou ik er op willen wijzen,dat een dergelijke/er- klaring bovendien de groote onbetrouwbaarheid bewijst van de bericn en in dat blad. ..v Ik wil het niet doen,maar ik meen,dat het hiet meer dan billijk zijn,dat naar aanleiding van al dat geschrijf,de wenschelijkheid zou worden uitgesproken om dat blad uit te sluiten van de adyertenties van de gemeente. Ik.wil nog wat verder ingaan op de stukjes in bedoela oiac. eB er op wij zen,dat daarin ook gestaan heeft.dat ik de interpellatie alleen zou hebben gehouden uit concurrentienijd. Er wordt beweerd,dat ik veel zaken naar voren heb gebracht,die niets met de gemeente te maken hebben. Ik geloof echter.dat Bergen op Zoom nog altijd veel te veel lijdt onder den strijd,welke ex bestaat in de concurrentie tus- scher de Avondster en de Zoom,dus. ïusschen Juten en vertinden. EÏ wordt mij in dat geschrijf verweten.dat ik zou zijn een anti papist en papenvreter; ik JS*™ Open bar e V?kon. Sb™ zelf a?gl«a^??™"i^gedl» tonhebbe^o^ae^ d^overtuiging^ekSien^dat ifdufüIS minder verdien dan de personen, baar wil stellen als voorzitter van de R.K.Kiesvereenigini ,f R.K.ingezetenen,die niet aan hun leiband wenschen maken én uitmaken voor malversators en gauwdieven; die zich niet ont zien om de geestelijkheid van Bergen op Zoom verdacht te maken,aat me de celden der armbesturen niet goed wordt omg.esprongen„„J Soortgelijke zaken,al worden ze ook bedreven door zich noemende goed' R K personen, stempelen die personen met de namen, die mij zijn c°eoe- dlenf Wethouder Juten lanceerde een paar vergaderingen terug nog een verdachtmaking aan het adres van een der f^btenaren die zou hebben bfikenc cemaakt aan de organisaties,dat het goed slot der rekening i 128000 -- bedroeg. Mij is bekend.dat in het blad van uen We ÜoSor'zslf?ó vermeld en hij weet dus zelf wel hoe die gegevens zijn vers trekt en dat het geen ambtenaar was. hebben U Wethouder Juten,ik wil U nog deze vraag pellen. In 1927 heb e^ de heer van Goor en ik.de tegelfabriek van ae firma Oosthoek de Oosthoek te Alphem bezocht en U is bekena.aat ac. heer ven Goor tegellevering werd opgedragen. Waarom hebt U toen aan aen f

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 95