16. De VOORZITTER deelt mede, dat de Inspecteur gisteren bij hem was en hem toen heeft medegedeeld als zijne meening, dat het voor de gemeente de voordeeligste weg was, wanneer nu k- lokalen werden bijgebouwd. De heer VRIENS blijft tegen het voorstel van Burgemeester en Wethou ders. Spreker merkt nog op, dat het bij ja: all el klas sen toch heel goed mogelijk is om een gedeelte der le klasse bij de 2e klasse te zetten. Wethouder KIEPE merkt op, dat zulks niet bevorderlijk is voor het onderwijs. De heer VRIENS zegt, dat dan toch in elk geval inplaats van vier, maar drie lokalen noodig zijn. Overigens zou spreker wel graag het juiste aantal leerlingen van die school willen kénnen. De^heer HARMSEN vraagt, of dit verstrekt kan worden. Na hetgeen spre ker hier gehoord heeft, is ook zijn meening, dat het de beste weg voor de gemeente is, om te handelen overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders. ^eCr merkt op, dat volgens de opgave van den heer Vriens er nu 8 lokalen zijn. Wanneer men nu nagaat, dat er per jaar ongeveer bO leerlingen bij komen, vïaarvoor men telkens twee lokalen noodig hoeft, ^an zal men - het ~Je leerjaar nog niet eens meegerekend - voor 6 jaar krijgen 6x2 lokalen. Dat is dus juist het aantal, dat de school zal hebben,^ wanneer deze 4- lokalen worden bijgebouwd. Zooals spreker reeds zeide, is dan nog geen rekening gehouden met het 7e leerjaar, waar ook een of twee lokalen voor noodig zijn. De heer BECHT meent, dat voor het voorstel van den heer Vriens betreffende het onderbrengen van een gedeelte der le en 2e klasse in een lokaal, wel iets te zeggen zou zijn voor wat besparing van lokalen betreft, maar waar zulks blijkbaar niet bevorderlijk is voor het onder wijs, acht spreker het toch ook het beste te besluiten overeenkomstig hot voorstel v an Burgemeester en Wethouders. De heer SGHEFFELaar zegt bi^ondervinding te weten, dat het onder- brengen van twee leerjaren in één lokaal niet bevorderlijk voor het onderwijs is. Men heeft dat ook gehad met de school met den Bijbel, en wanneer men daar bij <ie vorige aanvrage voor een nieuw lokaal wat verder vooruitgezien had, zou het niet noodig zijn, dat binnenkort weer een nieuw lokaal moet bijkomen. De VOORZITTER vraagt, of de heer Vriens van het door hem naar voren gebrachte een voorstel wenscht te maken. De heer VRIENS zegt dat niet te zullen doen. Spreker zou er echter wel prijs op stellen in de volgende vergadering te vernemen, hoeveel leerlingen dit jaar op die school zijn bijgekomen. De VOORZITTER zegt toe hiernaar te zullen informeeren en in de vol gende vergadering ter kennis van den Raad te zullen brengen. Zender hoofdelijke stemming wordt dan besloten overenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Waar de agenda nu is afgewerkt, verleent de VOORZITTER het woord aan den heer Vriens tot het houden van zijn interpellatie over gehouden aanbestedingen bij den Dienst van Openbare Werken. De^heer VRIENS spreekt als volgt: Als lid van de Commissie van Open- oare .«erken heb ik het woord gevraagd naar aanleiding van verschillende zauen aan Openbare Werken, waarover wij het in commissie niet konden eens worden, en omdat het dan maar steeds is; ar zal worden gestemd, en de samenstelling van de Commissie een zoodanige is, dat de Wethouder Juten overtuigd is, dat het gewonnen spel voor hem is. Omdat ik meen het te na de belangen van de gemeente raakt en de imancien op deze wijze zeer worden geschaad, heb ik gezegd, dat ik in openbare vergadering deze aangelegenheid wil bespreken. wil beginnen met er op te wijzen, dat verloden jaar het bitu- mmeeren van den Hazenkopweg werd aanbesteed, en alhoewel het regel is en gebruikelijk bij onderhandsche bestedingen, werd dit werk niet aan der laagsten inschrijver opgedragen. Dit jaar werd aanbesteed het maken van een electrisch gebouwtje bij de Hoofdwacht. Dit werk werd niet aan den laagsten inschrijver gegund, omdat het was boven de daarvan opgemaakte begrooting en uit- è'eyoerd in eigen beheer. Gezien de uitvoering en wetende,feit werken in e^gen beheer voor de gemeente kosten, ben ik'overtuigd, dat dit werk u aanmerkelijk meer zal kosten dan de aangeboden prijs bij aanbeste- en verneem ik gaarne de eerstvolgende vergadering een toelich- van den Wethouder van Openbare Werken wat dit werk nu voor de gemeente heeft gekost.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 65