5. niet te pas komen. Temeer niet waar het hier "betreft een vereeniging van menschen, die zelf voor orde en gezag moeten opkomen. Spreker hoopt dan ook, dafc in het vervolg een "betere toon zal worden aangeslagen. De heer BECHT acht ook den toon van den brief ongepast en onbehoorlijk. Spreker zou het wel gswenscht achten, om Gedeputeerde Staten daarop te wijzen en te verzoeken daarover hun misnoegen te kennen te geven. De VOORZITTER merkt op, dat die brief aan Gedeputeerde Staten gericht is en Burgemeester en Wethouders er daarom moeilijk over schrijven kunnen. Spreker zal echter naar aanleiding van de hier gemaakte opmerkingen deze zaak nog in het College ter sprake brengen, opdat Burgemeester en Wethouders dan kunnen overwegen, wat hun in deze te doen staat. 'Wethouder JUTEH wil er nog op wijzen, dat, wanneer deze zaak bij de Kroon moet worden behandeld, een dergelijk schrijven eerder een slechten dan een goeden indruk zal maken, en spreker gelooft niet, dat de belangen van de betr okkenen er mede bevorderd zullen worden. De heer WALDER zegt, dat het in ieder geval niet goed te keuren is, dat een dergelijk schrijven wordt verzonden. De VC'RZITTER herhaalt, dat het nooit goed is om een request in een dergelij ken minder goeden toon te stellen. De heer WAL DER merkt nog op, dat het hem gefrappeerd heeft, dat een dergelijk adres door de pclitiiiis verzenden. Cm die reden heeft spreker het ook laten voorlezen. Wethouder KIEPE wijst er op, dat Burgemeester en Wethouders niets konden zeggen over dat schrijven, omdat het niet aan hen, maar aan Gedeputeerde Staten gericht is, die het als bijlage bij een brief aan Burgemeester en Wethouders hebben toegezonden. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna, overeenkomstig het ver ratel van Burgemeester en Wethouders, besloten aan Gedeputeerde Staten te be richten overeenkomstig den ter inzage gelegden concept-brief lie. 42^118 C. 58-36,afdeeling II. V- ADVIES CP HST VERZOEK VAL DEL EED.BQMD VAK flBMBffiTïra.AM3TEITAREN CL PHEMIEVRI.T BEE SI QBE MET IE GALG VAL 1 JALUARI 1928. (Verzameling 1929 Ho.91.) Se heer WALDER vraagt, of met dit verzoek wèl de juiste weg bewandeld wordt. Er hier een Permanente Commissie en spreker meent, dat dit adres daarnaar verwezen moet werden. In die Commissie kan er dan overleg ever gepleegd werden en advies worden gegeven, waarna Burgemeester en Wethouders met hun prae-advies kunnen komen. Spreker gelooft, dat dit eigenlijk de juiste weg is. Overigens is spreker van meaning, dat vele der motieven, welke in het verzoek werden aangehaald, juist zijn. Volgens het adres geeft de gemeenterekening ever 1928 een batig slot van f.116000,- en wanneer men dat nagaat, dan blijft er van de ijzeren noodzaak, welke als motief voor het meerder pensieensverhaal werd aangehaald, niet veel meer over en blijkt zulks slechts een camouflage geweest te zijn. Men kan ook zeggen, dat de Wethouders toen niet goed cp de hocgte waren. Het heeft spreker nooit kunnen bekoren, dat men van de ambtenaren pensioens bijdragen ging heffen. Zij heoben steeds promievrxj pensioen gehad, totdat mem.een bijdrage van 3^- ging heffen, welke bijdrage in 192R nog verhoogd werd met 5 -/o. Spreker is daar altijd op tegen gefeest en waar nu dit verzoek gekomen is, wil spreker hiervan gebruik makoïj oei leze kwestie opnieuw aan te snijden. Spreker zou willen voorstellen axi dit verzoek te stellen in handen van de Permanente Commissie, die daahcver dan een advies kan uitbrengen, waarna het met een prae-advies van Burge meester en Wethouders opnieuw aan don Raad ter behandeling wordt voor gelegd. De VOORZITTER zegt, dat dit verzoek bij Burgemeester en Wethouders ee. punt van ernstige overweging heeft uitgemaaktDaarbij is erk overwogen, of het gesteld meest worden in handen van de permanente Commissie, zocals door den heer Walder hier is naar veren gebracht, doch volgons het be paalde in artikel 1 der verordening rp de Permanente Commissie - om welk artikel het hier speciaal ging - kenden Burgemeester en 'Wethouders h.i. daartoe niet over gaan. Haar aanleiding daarvan hebben Burgemeester en Wethouders dan ook dit voorstel gedaan. Wethouder KIEPE voegt hieraan toe, dat, als Burgemeester en Wethouders daan hadden, wat de heer Waller vraagt, zij juist in strijd met Ie ver ordening op de Permanente Commissie gehandeld zouden hebben. heer WALDSwft zegt, dat zulks wel juist kan zijn, doch in elk t;eval 1 n ue Raad nu toch besluiten cm dit verzoek in handen van de Permanente oommissie te stellen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 54