Jrisc vx k;:x u r.v 1 hQV fltrlSCOoB Xii.Io 'ieo'iBno 0 kAGC. L.d. 1 crop ;J' 7:0 C->_ '7 7.' 7 r r- j :i: no 7 7 Joh J 3. verkoop van dien grond, omdat die kweekerij zee maar niet een twee drie Kan werden verplaatst, doch zulks gsleidelijk moet geschieden. Bovendien zou spreKer, veerdat tct verkoop van dien grend wordt overgegaan, tcch eerst daar een verkavelingsplan van willen zien. jje VCORZIn jR zegt, dat zulks ook in de Bedoeling van Burgemeester en Wethouders ligt. De heer VR1ENS wijst op den eigenaardigen vorm van dat terrein, dat n.l. driehoekig is. ©preker Begrijpt niet goed, hoe het aan dien vorm is gekomen. Wethouder JUTEN deelt mede, dat dit gekomen is door de kanalisatie van ae zcoq, en dat iets verder nog aulk een stuk grond ligt. ?0er vsrbi:est vindt de opmerking van den heer Scheffelaar aeer te reent en zegt het daarmede geheel eens te zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders Besloten aan adressant te Berichten overeen komstig den ter inzage gelegden concept-Brief No.67/41 F.11-39Afdeeling II lV* Geden ut eerde Staten van NcordBraBants-Hertogenboseh 4 SeptemBer 1929 G.Nr.407. Ille Afdoeling. Besluit tot onthouding goedkeuring aan de vaststelling der gemeente en BedrijfsBegroctingen voor het dienstjaar 1929. Be heer WALTER zegt, dat vcor zoover hij deze zaak kan Beocrdeelen Ged. Staten met hunne opmerkingen naar zijne meening in het gelijk gesteld moeten werden, vccral ook voor wat Betreft artikel 204, waarnaar deer Ged.Staten verwezen wordt. Spreker gelooft wel, dat het hier een kwestie van inzicht Betreft, maar hoe spreker ock er tegen aankijkt, is hij tcch van meening, dat Ged.Staten gelijk heBBen. Heelemqal duidelijk is het spreker echter niet en daarom zou hij graag eenige toelichting hierop heBBen De VOORziTT ;R zegt, dat er een Besluit van den Raad is cm 8-g- y0 pen- sicensoij drage te verhalen. Volgens dat Besluit is .^e Begroeting op gemaakt, waartegen Ged.Staten teen Bezwaar maakten. ^Daarop is de pen- sicensoij drage m de Begroeting teruggeBracht cp 3-g- onder uitdrukkelijke mededeeling aan Ged.Staten, dat tcch 8^- verhaald zou worden. Daarop heBBen Ged. Staten weer aanmerking gemaakt en verwijzen zij nu naar artikel 204. Dcet men het dus cp de eene manier, dan is het niet goed en cp de andere manier klept het ock niet. De heer WALDER meent dat,wanneer hij den Voorzitter dus goed Begrijpt, Ged. Staten ens eigenlijk van het kastje naar den muur sturen in deze kwestie, men zegt den eenen keer: zoo moet het, en wenscht later weer, dat het cp de oude manier zal geBeuren. Sprekers standpunt in deze zaak is voldoende Bekend, en de leden weten, dat spreker zich niet kan ver eenigen met die geschiedenis van het verhoogde pensioensverhaal. Naar sprekers meening staan Ged.Staten met hun schrijven volkomen in hun recht, orad«t men door het niet op de Begrooting vermelden van dat meerdere Ver- maax van 5 y0, inderdaad in strijd handelt met art. 204. De VOORZITTER merkt op dat, wanneer slechts 3g- /o verhaald zou worden, zulks weer in strijd is met het genomen Raadsbesluit. Wethouder JUTEN zegt dat, toen in 1928 door den Raad het Besluit werd genomen tot hooger pensioensverhaal, dat Besluit door Ged.Staten niet werd goedgekeurd; men ment die geschiedenis. Overeenkomstig dat raads besluit werd dat verhaal .van 8^- in de Begrooting tot uitdrukking gebracht Ged.Staten Berichtten, dat zij cp dien grond Bezwaar tegen de goedkeuring der Begrooting motsten maken. Ofschoon Gedeputeerde Staten over dat Besluit, dat ingevolge de Pensioenwet is genomen, geen enkele zeggenschap heoBen, heBBen Burgemeester en Wethouders voor den goeden gang van zaken, aan den wensch van Ged. Stat en voldaan en slechts 3/- pensicensverho.al cp de Begrooting vermeld, onder mededeeling dat tcch ü2~ V° verhaald zou worden. Toen zijn Gedeputeerde Staten weer gekomen met oemerking, dat zulks niet ging, omdat dan in strijd met art. 204 gehandeld vverd, hetwelk voorschrijft, dat de inkomsten geraamd cp de Begrooting, zooveel mogelijk moeten overeenkomen met de werkelijkheid. De heer WALTER zegt deze zaak nu Beter te Begrijpen. Spreker heeft Bj.j de stukken echter een schrijven gezien van de R.K.Politiebond St.Liichaël aan Ged.Staten dd.11 Juni 1929, welk schrijven spreker wel graag zag vc ergelezen. •w, i';.:.. 0 Ci Co a j. fi. M. -• j a 7 717 7 j-X7- 7. r 7 s.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 52