7 Spreker vindt het toch ai heel merkwaardig, dat noch in het archief noch ergens anders hier iets van te vinden is. De heer HARMSEH acht het toch niet onmogelijk, dat het schrijven er geweest is. Wethouder JUTEN wijst er ook op, dat de Wed. van Egeraat toch geen schrijven van de gemeente kan overleggen. Overigens meent spreker, dat er niets op tegen is om, zooals ook in het rapport van Gemeentewerken staat, weer vlceipalen aan te brengen achter pand 85, wanneer er weer volop leven in die haven is. Daar is thans echter nog geen reden veer. <7el zei\ eenige versterking kunnen worden aangebracht aan de schuiIV:rdingen nab:.j de brug, zocals deer den Voorzitter reeds is toegezegd, en kan erk een bord met aanwijzingen geplaatst werden, overeenkomstig het voorstel van den heer Sch^felaar De VOORZITTER vraagt, cf de Raad er mee aecccrd kan gaan dat, wanneer er 'Teer een drukker verkeer kent in die haven, er een remwerk zal werden geplaatst voor den muur bij pand 85, en thans die schuifgordingen worden versterkt en dat bord wordt geplaatst. De heer BECHT handhaaft zijn standpunt en doet het voorstel om aan de Wed. van Egeraat een tegemoetkoming van f.300,-- te geven in de herstel- kosten van dien muur en verdere maatregelen ter bescherming daarvan te nemen. Dit voorstel wordt gesteund door de heeren Antheunis en Harmsen. De VOORZITTER wi1 namens Burgemeester en Wethouders dit voorstel ten sterkste ontraden. De heer VRIENS wijst er cp, dat de nabij de brug aangebrachte schuif gordingen alleen dienen tot bescherming van het landhoefd van de brug en niet voor bescherming van particuliere eigendommen. Een eventueele verlenging van die gordingen kan misschien ook nuttig zijn voer be scherming van den muur, maar hoofdzaak blijft toch de bescherming der gemeente-eigendommen. Wat nu betreft de opmerking betreffende het beschermen van schepen, zegt spreker, dat een schipper ook werkelijk wel eenige rechten daarop heeft. Het kan toch gebeuren, dat een schipper een on geschikte ligplaats wordt aangewezen, waardeer een lek ontstaat in zijn schip cl daaraan andere schade werdt toegebracht, en m dat geval kan lie schipper wel degelijk de gemeente aanspreken voor de veroorzaakte schade. Spreker zegt het betoog van den heer Becht niet goed te begrijpen. De vloeipalen zijn niet voor het meren, want dan trekt men de geheele zaak omver. Maar zelfs al staan er vloeipalen, dan is het nog mogelijk, dat een schip tusschen die palen door nog den muur aanvaart en er schade aan toebrengt. Wethouder JUTEN merkt op, dat dit indertijd ook gebeurd is, waardoor toen de daar geplaatste vloeipalen werden vernield en de muur achter pand 85 werd beschadigd. De heer VRIENS zegt zich dan ook volkomen te kunnen vereenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Het toekennen van een schade vergoeding vindt spreker een gevaarlijk precedent, en dan kan ieder particulier in de stad wel om schadevergoeding komen, wanneer door aan rijding iets aan zijn huis vernield wordt. De heer BECHT merkt op, dat voor wat de openbare straten betreft de politie er is om toezicht te houden en bij dergelijke aanrijdingen proces-verbaal op te maken. De heer MUSTERS zegt, dat de Wed. van Egeraat, evenals vele andere ingezetenen, niet bekend is met de wettelijke middelen, welke haar ter bescherming van haar eigendom ten dienste staan. Toen dan ock 5 jaar ge leden die toezegging - hetzij mondeling of schriftelijk - werd gedaan, meende zij, dat die zaak wel in orde zou komen. De VOORZITTER merkt op, dat indertijd vloeipalen gestaan hebben achter pand 85 en niet achter het pand, waarover ie heer Mustors nu spreekt, en waarbij het gaat om het herstellen van den muur. De heer MUSTERS zegt, dat dit toch niet wegneemt, dat die menschen 5 jaar in de veronderstelling hebben geleefd, lat de gemeente er voer zou zorgen. De heer WALDER wil even zijn stem metivoeren. Spreker acht het een zeer gevaarlijk precedent cm in de herstelkcsten van particuliere eigen dommen bij te dragen. Spreker gelooft, lat dan wel henderden andere dergelijke verzoeken te verwachten zijn. Spreker kan zich dan cok ver eenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, doch hoopt dat Burgemeester en Wethouders met le hier gemaakte opmerkingen betreffende den toestand daar ter plaatse zullen rekening heulen en zullen trachten

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 44