X
■J.:. r-.-i.Xf
7 "jJrilï'L
.L«"ü'. 7::
en en
ik.
De heer BECHT zou den heer Simons willen aanraden om met zijn voorstel
terug te komen hij de behandeling der gemeentebegrooting, zooals het ook
bij de vófige bcgroöting ter sprake gebracht is.
De heet SIMONS heeft, waar dit dan slechts een uitstel van enkele
maanden betreft, daar geèh bezwaar tegen en trekt zijn voorstel in.
Wethouder KI EP E Wil naai aanleiding van de opmerking over die 1000
doosjes lucifers er op wijzen, dat men dit niet als iets bijzonders moet
beschouwen» Immers eiken dag gaan er een aantal fitters uit en nemen dan
1 s morgens op het kantöot eerst een doosje lucifers mee, welke zij bij
hun werk noodig hebben, en het is geen zeldzaamheid, wanneer voor het
probeeren van een leiding 1*4- lucifers gebruikt worden. Op die manier is «n
doosje lucifers natuurlijk heel gauw op en spreker is dan ook van meening,
dat het genoemde gebruik van lucifers heuéch niet te veel is.
De VOORZITTER stelt dan aan de orde de interpellatie van den heer
MUSTERS betreffende de iepeboomen.
De heer MUSTERS zegt hier ook vorig jaar reeds over de iepen te hebben
gesproken, in verband met de iepziekte. Wanneer men thans gaat zien naar
de plaatsen, waar vorig jaar door die ziekte aangetaste boomen zijn ge
rooid, dan ziet men, dat in die omgeving weer verschillende boomen zijn
aangetast. Het is dus hoogstwaarschijnlijk een besmettelijke ziekte, en
in het belang van dé. mooie plantsoenen in onze gemeente, meent spreker
dat het goed zou zijn, aan deze ziekte eens de volle aandacht te wijden.
De Inspecteur van den piantenziektenkundugen dienst heeft hierover
een artikeltje geschreven, hetwelk spreker voorleest, en waaruit blijkt,
dat door onderzoekingen zoowel in het buitenland als hier te lande, af
doende bewezen is, dat de iepziekte veroorzaakt wordt door een zwam,
waardoor ook het parasitaire karakter van de ziekte als zeker kan worden
aangenomen. Deze Inspecteur geeft dan ook het advies om alle iepeboomen,
die de verschijnselen der iepziekte vertoonen, thans van een merkteeken
te voorzien en ze in den komenden winter te doen rooien. Spoedige verwer
king van het gevelde hout moet daarbij wenschelijk worden geacht. Den
eigenaren of beheerders van iepebeplantingen wordt aangeraden zich bij
het merken der aangetaste iepen door deskundigen, als het Staatsbosch-
beheer, de Ned.Heidemaatschappi jden piantenziektekundigen dienst e.a.
te doen voorlichten om te voorkomen, dat iepen, die toevallig minder
krachtig groeien, doch niet door de iepziekte zijn aangetast, eveneens
zouden worden geveld. Tevens wordt er de aandacht op gevestigd, dat het
feit dat de velling in verband met de iepziekxe noodig is, geenszins
ontheft van de verplichting om ingevolge art.7 der Boschwet 1922 van het
voornemen daartoe ten minste een maand te voren schriftelijk kennis te
geven aan het hoofd van het Staatsboschbeheer.
In verband met dit artikel van den Inspecteur, zou spreker er de aan
dacht op willen vestigen, dat het nu de tijd is om de boomen, welke door
de ziekte zijn aangetast, te merken, en spreker zou den Dienst van Open
bare Werken dan ook willen verzoeken hiervan zoo spoedig mogelijk werk te
maken, opdat onze mooie plantsoenen niet nog verder worden aangetast.
De VOORZITTER zegt, dat de door den heer Musters naar voren gebrachte
wenken zeer zeker ter harte zullen worden genomen.
De VOORZITTER stelt dan aan de orde de interpellatie van den heer
Harmsen betreffende het aanschaffen van boekwerken.
De heer HARMSEN zou willen vragen, hoe het staat met^de aanschaffing
van het Handboek voor Raadsleden, waarvoor op sprekers initiatief het
besluit genome n is een exemplaar te bestellen en dan verder te zien.
Spreker weet toevallig, dat van dit werk een deeltje gekomen is, n.l.
"De Kiezer", doch heeft er verder niets meer van gehoord of gezien.
De VOORZITTER zegt, dat nog slechts een deeltje gekomen is, het reeds
genoemde exemplaar "De Kiezer". Spreker weet niet, of er reeds meerdere
deeltjes van verschenen zijn, doch zoodra het handboek compleet is, zal
het bij de leden in circulatie worden gegeven.
De heer HARMSEN zegt, dat het de bedoeling van het raadsbesluit was,
om een exemplaar te bestellen en dit ter beoordeeling van de Raadsleden
te brengen. Spreker is dan ook van meening, dat het exemplaar van "De
Kiezer" niet op het raadhuis moet blijven liggen, maar aan de Raadsleden
had moeten worden toegezonden.
De SECRETARIS licht op verzoek van den Voorzitter deze zaak nader toe,
en zegt, dat er volgens het Raadsbesluit een volledig handboek besteld is.
Er is nu slechts een deeltje van gezonden en daarom is met de circulatie
gewacht tot het werk compleet zou zijn.
De heer HARMSEN meent, dat volgens het Raadsbesluit het eerste deel
reeds had moeten circuleeren.
Ui'!