LsUnse-ov c-.
ayyIIe i X-
ï^aXo'tïorlo!:
t.ióS'ïdü:
..i'
r. 'j bnUAJiiG.
12.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
XIV. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN HET RAADSBESLUIT VAN 29 JUNI 1928. Nr.4-B.
WAARBIJ_INGEVOLGE ART.lO^ t)Eft LAGER ONDERtfïJstfEt i$èO, AaK DÉ BÉSfft-
Ren der bijzqndeRé CCHÓLen VöOft OEWCM LAflËft 0g)ERffIJ5 EëH VOORSCHOT
^ïïdTerLeeiJd op De VERGOEDING INgeVólOe' Aftf.'l&l DER QVËft Hét
JAAR 1928.
(Verzameling 1929 No.63).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XV. VOORSTEL TOT WIJZIGING VaN HET RAADSBESLUIT VAN 3 AUGUSTUS 1928 Nr.56,
WAARBIJ, INGEVOLGE ART.101 DER LAGER ONDERWIJSWET 1920. TEN BEHOEVE
DER BIJZONDERE SCHOLEN VOOR GEWOON LAGER ONDERWIJS IN DEZE GEMEENTE
DE EXPLOITATIEVERGOEDING OVER HET JaaR 1923 WERD VASTGESTELD.
(Verzameling 1929 No.72).
De heer HaRMSEN vraagt, of het wel noodig is, dat ook dit besluit gewij
zigd wordv?
De VOORZITTER zegt, dat dit voorstel gedaan is uit het oogpunt van bil
lijkheid tegenover de scholen, welke niet tegen de vastgestelde vergoeding
in beroep gegaan zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan besloten overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
XVI. VOORSTEL TOT HET VERLEEN SN VaN EEN SU33IDIS GROOT 1000.— AaN D£
VEREENIGING.TOT BEVORDERING VaN HET VREEMDELINGENVERKEER. TER BUsTRIJ-
DIHG VaN DE KOSTEN. VERBONDEN AAN DE VIERING VAN DEN VERJAARDAG VaN
HM» DE KON IN GIN»
Verzameling 1929 No.73).
De heer VERBIEST juicht het voorstel van B W toe en gelooft wel, dat
de organisatie van dit feest bij V.V.V. in goede handen is.
De heer DE JONG merkt op, dat vorige jaren voor dit feest toch altijd
500,werd toegestaan.
Wethouder KIEPE zegt, dat vorig jaar 500,is gegeven. Toen werd
het feest georganiseerd door T.O.G.die dan het verder benoodigde bedrag -
spreker meent,sdat dit vorig jaar 4-80,bedroeg - zdlf inzamelde bij de
ingezetenen. Noch T.O.G. noch V.V.V. zijn echter van plan zulks in het ver
volg nog te doen, terwijl een bedrag van 500,niet voldoende ie om een
behoorlijk feest te kunnen vieren.
Met aanteekening, dat de heeren DE JONG en KRUIZE tegen zijn, wordt
hierna zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burge
meester en Wethouders besloten.
Aan de orde is thans de interpellatie van den heer Simons over reis- en
verblijfkosten, waartoe de VOORZITTER hem het woord verleent.
De heer SIMONS zegt reeds bij de begrooting over dit onderwerp te hebben
gesproken, en ofschoon toen zonder resultaat, voelt spreker zich toch in
het belang der belastingbetalers verplicht, nogmaals over de reis- en ver
blijfkosten te spreken. Als lid der Commissie voor de Gemeentebedrijven is
spreker voor het jaar 1929 belast met het nazien der rekeningen van genoemde
bedrijven. Over vele rekeningen zegt spreker niet juist te kunnen oordeelen
of ze te hoog zijn, maar er zijn er toch wel enkele bij, waar spreker wel
over oordeelen kan. Zoo treft spreker telkens bij dc rekeningen deolaratiee
aan, die niet naar behooren zijn ingevuld en w^rdt op die declaraties alleen
vermeld het bedrag en de reis waarheen. Uit die medcdeoling kan men niet
nagaan hoe lang de declarant uit zijn standplaats afwezig is geweest, hetgeen
toch zeker de hoofdzaak ie om hetgeen de gemeente hem verschuldigd is, to
kunnen bepalen. Zoo heeft spreker in de maand April twee declaraties gezien
en wel een voor een reis naar Amsterdam en een voor een reis naar den Haag.
Voor de reis naar Amsterdam was gedeclareerd 24-,80. De reiskosten naar
Amsterdam 2e klasse bedragen 12,20, dus voor verblijfkosten was gedecla
reerd 12,60. Als men nu eens de verblifjkosten gaat vergelijken met die,
welke de Rijksambtenaren declareeren mogen, dan zal men zien, dat sommige
gemeente-ambtenaren nog wel een begrip hebben van declareeren in het belang
van hun eigen sak en in het nadeel van de gemeentekas.
Een rijksambtenaar die zeker zoo hoog staat, als de persoon die de reis
naar Amsterdam heeft gemaakt, ontvangt, als hij evenveel uren uit zijp stand
plaats is geweest, de somma van 6,10, dus nog niet de helft van het bedrag
van den gemeente-ambtenaar. Spreker wil hier bij wijze van voorbeeld enkele
rijksambtenaren opnoemen.
Een generaal ontvangt voor denzelfden tijd als bovengenoemde gemeente
ambtenaar 6,70; een griffier van de beide Kamers 6,10; een griffier
ï't.-i